Peter(rechts) en Maarten van Adrichem hebben samen met hun ouders een gemend bedrijf bij Melissant.
Peter(rechts) en Maarten van Adrichem hebben samen met hun ouders een gemend bedrijf bij Melissant. Foto:

Peter en Maarten van Adrichem: "De overheid twintig jaar voor met circulair boeren"

MELISSANT - Het is nog maar een paar weken geleden dat de Nederlandse regering een nieuwe visie op landbouw heeft gepresenteerd. De moraal van het verhaal: we moeten af van een gespecialiseerde landbouw en toe naar een circulaire landbouw. In Melissant zijn boeren die dit principe dertig jaar eerder uitvonden dan de regering: de familie Van Adrichem. Ze zijn blij dat ze nu het gelijk aan hun kant krijgen. Een goed gesprek aan de keukentafel met de jonge bedrijfsopvolgers.

Door: Lars Jacobusse

De boerderij wordt door vier mensen bestierd: de broers Peter (31) en Maarten (26) van Adrichem en hun ouders. "We kochten deze boerderij in 1998," vertelt Maarten. Maar de geschiedenis gaat veel verder terug. "We kwamen uit Delfgauw, in de buurt daarvan waren de generaties voor ons ook al boer," vult vader Koos aan. "Onze opa molk zo'n 80 koeien, onze vader ging over de honderd en we hebben nu plek voor rond de tweehonderd melkkoeien," legt Peter uit. Met de groei van de veestapel groeide ook het areaal grond.

Koeien en landbouw

Maar koeien zijn niet het enige waar ze zich mee bezig houden. Dit bedrijf is gemengd. Er is in totaal 120 hectare grond en een deel daarvan is bebouwd met aardappels, uien, spruiten, mais, suikerbieten en tulpen. Mais en gras worden gebruikt voor de koeien en er wordt circa 36 hectare verhuurd aan boeren in de omgeving. "Die vinden het handig, ze kunnen zo makkelijker rouleren met verschillende gewassen in verschillende jaren, zodat de grond optimaal benut wordt," vertelt Maarten.

Circulaire landbouw

In één ding is dit bedrijf uniek en daar zijn ze best wel een beetje trots op: de bedrijfsvoering is gericht op circulaire landbouw. Eigenlijk een her uitvinding van hoe boerenbedrijven eeuwenlang hebben gefunctioneerd: een paar koeien, wat werkpaarden, kippen, varkens en land waar een grote verscheidenheid aan gewassen groeide.

Na de Tweede Wereldoorlog is dat veranderd. De regering wilde een onafhankelijke voedselvoorziening: Nederland was klein en dichtbevolkt. Daarnaast bestaat het voor een groot deel uit vruchtbare polders, die makkelijk in te richten zijn voor optimaal landbouwgebruik. Nederland werd het meest intensief beboerde land ter wereld. Dat vergde een grote mate van specialisering van individuele boeren. Wilde je je brood verdienen, dan moest je groot zijn in één ding.

"Het beleid van de regering is eigenlijk niet op circulaire landbouw gericht," legt boer Koos uit. "Wij zouden het liefst alle mest van onze koeien uitrijden over ons eigen land. Maar dat mag niet. Dat heeft te maken met de hoeveelheid stikstof die een bedrijf produceert. Maar hier is dat helemaal geen probleem. De reden van die wetgeving is dat er in bepaalde regio's enorme vervuiling is van grote boerderijen met te weinig grond. Hier speelt dat niet en het is mooier en uiteindelijk ook beter voor het milieu als je circulair bent als bedrijf. Maar helaas, de wetgeving is niet zo ingericht."

Investeren voor niks

"We leven in een klein land met veel regels, dat zie je bijvoorbeeld ook bij de wetgeving rond koeien," vertelt Maarten. "Op een gegeven moment zouden de quota worden afgeschaft en iedereen ging grotere stallen bouwen, wij ook." In 2013 bouwden ze een nieuwe koeienstal, waardoor ruimte ontstond voor 200 koeien. "De bedoeling was dat we organisch en liefst zo circulair mogelijk, door zouden groeien richting het plafond van 200 koeien. Maar er hing verandering in de lucht. We zagen al aankomen dat er vroeg of laat weer beperkingen zouden komen op het aantal koeien. Daarom hebben we in 2015 gas gegeven en in één klap veertig koeien er bij gekocht." Eigenlijk was de bedoeling dat we 1 januari 2017 dat volume zouden bereiken, maar toen moesten we alles in één keer aanpassen." Voor deze boerenfamilie pakte het allemaal goed uit. Maar het kan veel gekker, bedoelt Maarten te zeggen: "Er zijn ook boeren die hebben geïnvesteerd in groei en nu met lege stallen zitten."

De overheid heeft gigantisch invloed en maakt enorm veel regels, zoveel is duidelijk. Hoe moet het bijvoorbeeld in de toekomst met het gebruiken van gewasbeschermingsmiddelen? "Het gaat er naartoe dat het gebruik van deze middelen wordt ingeperkt. Dat kan wel problemen opleveren, zeker in combinatie met klimaatverandering," vertelt Peter. "Het kan zomaar leiden tot misoogsten en dan hebben we het nog niet gehad over de rendabiliteit van boerenbedrijven." Erg gerust zijn ze er dus niet op.

Wat vinden ze eigenlijk van de nieuwe landbouwvisie die door minister Schouten is gepresenteerd? "Een mooi verhaal natuurlijk," zegt vader Koos. "We doen het hier al twintig jaar zo. Dus blij dat we eindelijk gelijk krijgen. Maar er staat weinig concreets in. Het wordt gebruikt als leidraad bij het maken van beleid, maar deze visie zelf biedt geen concrete maatregelen. Het is dus afwachten wat men ermee gaat doen. Maar we hebben de overheid nu meer aan onze kant. Dat is een fijne gedachte."

Academische boeren

De broers zijn niet zomaar eventjes boer geworden. Ze hebben allebei een gedegen studie achter de rug en hebben hun participatie in het bedrijf geleidelijk aan opgebouwd. Maarten studeerde Werktuigbouwkunde in Delft en Peter Dierwetenschappen in Wageningen. In 2013 kwam Maarten erbij in het bedrijf. In 2016 deed de mogelijkheid zich voor om een bedrijf van 40 hectare en de bijbehorende gebouwen over te nemen van de 'buren'. Ook de bijbehorende gebouwen namen ze over. Maarten woonde antikraak in het huis: "Toen we het kochten keken ze wel eventjes gek op. Ze hadden nog nooit meegemaakt dat een antikraak bewoner een pand opkocht. Ik was echt de eerste die zoiets deed, dus dat was wel grappig," legt Maarten uit.

De broers zijn door hun studie behoorlijk theoretisch onderlegd in hun vakgebied. Het verklaart waarom ze over hun bedrijf vertellen alsof ze een college aan het geven zijn: met passie, doorspekt met heel veel technische feitjes en cijfers. Over zichzelf praten ze niet zoveel; het gaat vooral over hun bedrijf en de externe factoren waarmee ze te maken hebben. Pas op het einde sluiten ze het theoretische gedeelte af en laten ze hun bedrijf ook echt zien. En zelfs daar is een aanleiding voor nodig: het maken van een foto. In feite benaderen ze het boerenbedrijf op een academische manier, maar tegelijkertijd zitten ze ook gewoon op de trekker, bewerken het land en melken de koeien.

Toekomst

Zoals het echte boeren betaamt, zijn de heren nogal nuchter ingesteld. Gevraagd naar een toekomstvisie, zeggen ze dat er veel factoren een rol spelen waar ze geen invloed op hebben. "Er zijn zo ontzaglijk veel externe factoren waar je als boer mee te maken hebt. We werken met de natuur," zegt Maarten. "Er is veranderende wetgeving, een veranderend klimaat en ook nog veranderende techniek. Uiteindelijk valt niet te zeggen hoe die cocktail van ontwikkelingen uitpakt."

Wat ze wel weten is dat hun bedrijf op termijn kan worden opgesplitst, zodat de broers allebei ondernemen op een eigen boerderij. "Maar of we dat echt gaan doen is een tweede," geeft Maarten aan. Wat vaststaat is dat zij de volgende generatie zijn die, nu op Goeree-Overflakkee, het boerenvak uitoefenen.


Jonge boeren over de toekomst

Schaalvergroting, nieuwe regels voor melkveebedrijven en boeren met apps en drones. De ontwikkelingen in de agrarische sector gaan razendsnel. De komende periode vertellen jonge boeren over hun vak en de toekomst. Vandaag de eerste aflevering.