Jacob Spee (1778-1860) en Cornelia van der Klok (1778-1857) in de voorkamer van hun huis, door Adrianus Spee (1817-1895), pastel en crayon tekening, Collectie Schelhaas.
Jacob Spee (1778-1860) en Cornelia van der Klok (1778-1857) in de voorkamer van hun huis, door Adrianus Spee (1817-1895), pastel en crayon tekening, Collectie Schelhaas. Foto:

Geschiedenis van de familie Spee

GOEREE-OVERFLAKKEE - De Baarlose historicus Piet Schink heeft onlangs de boeken 'Familie Spee van Baarlo' in ontvangst genomen. In deze boeken wordt de geschiedenis van de familie Spee beschreven.

In drie boeken over de 'Familie Spee van Baarlo' worden de gebeurtenissen van deze familie beschreven vanaf 1441. Dan hebben Henrick Spee en Lysbeth Heer Arnt dochter, een huis met hof op een stukje land van één morgen (ca 1/3 hectare) in Baarlo bij de Kwistbeek aan de weg naar Helden. Later wordt daar een deftige hofstede, de Speenollenhof gebouwd, waar de familie Spee tot 1750 woont.
Rond 1700 waaiert de familie Spee uit van Baarlo naar Roermond en Grevenbicht (deel 1), naar Ouddorp en Sommelsdijk (deel 2) en naar Gouda (deel 3). Daar wonen de nazaten van Henrick Spee tot op de huidige dag.
Enkele opmerkelijke feiten uit de boeken betreffende het deel van de tak van de familie uit Baarlo dat naar Goeree-Overflakkee is gekomen vermelden we in dit artikel.

Door de verwoestingen aangericht in de Spaanse Successieoorlog (1702-1713) trekt de familie Spee weg uit Baarlo. In Roermond worden zij herbergier, werken in de textielindustrie, als schoenmaker en schoenhandelaar. In Grevenbicht werken zij in de land- en tuinbouw en runnen de busonderneming Spee. In Ouddorp en Sommelsdijk zijn zij landarbeiders, timmerlieden en kleine middenstanders (Hotel Spee). In Gouda zijn zij werkzaam in de pijpindustrie en scheepvaart en in ambachten als blikslager, timmerman, kleermaker of loodgieter.
Ze maken oorlogen mee, economische voorspoed en tegenspoed, hongersnoden, natuurrampen, maar ook ruzies, diefstal, beroving, ongewenste zwangerschap en boetes voor overtredingen. Deze gebeurtenissen worden geplaatst in het licht van de geschiedenis die zich in hun woonplaats afspeelt.
De boeken zijn rijk geïllustreerd met kopieën van oude documenten, afbeeldingen van schilderijen, tekeningen en oude foto's. Zo zijn er bijvoorbeeld in deel 2 afbeeldingen opgenomen van familieportretten die gemaakt zijn door Adriaan Spee (1817-1895).

Hotel Spee

Cornelis Spee (1825-1890) wordt timmerman in Sommelsdijk. In 1880 opent hij 'zijne nieuwe zaak, zijnde het gans nieuw, volgens de eisen des tijds ingerichte koffiehuis, genaamd Hotel Spee.' Het hotel ligt op de hoek van het Marktveld en de St. Joris Doelstraat. Zijn zoon George (1861-1943) zet het Hotel Spee voort. In Hotel Spee logeren veelal handelsreizigers, die dan door 'vrachtrijders', met paard en rijtuig, naar de dorpen op het eiland worden gereden. Er worden in Hotel Spee verkopingen (huizen, land), veilingen, aanbestedingen en keuringen gehouden. Er zijn regelmatig vergaderingen van verenigingen en ook muziekuitvoeringen (zangvereniging Excelsior, de zangvereniging Harmonie, muziekvereniging Sempre Crescendo), feestavonden, kleine tentoonstellingen, danslessen en zelfs soms een tandarts of portretfotograaf.
Na het overlijden van George Spee gaat het Hotel over in andere handen. In de jaren '70 gaat Hotel Spee erg achteruit. In 1973 is er sprake van straatterreur: 'Café Spee is een kroeg van het allerlaagste allure, berucht en bekend door heel Flakkee en ver daarbuiten, een trekpleister voor avonturiers en edellieden.' In 1977 wordt het hotel gesloten en in 1984 afgebroken.

Wilhelminabrug

Jan Spee (1858-1949) wordt meester-timmerman in Sommelsdijk. Hij bouwt huizen, schuren, pakhuizen, een broodbakkerij, een geheelonthouders koffiehuis, hij plaatst meerpalen in de haven, etc. Behalve huizen bouwen, koopt Jan Spee ook huizen (soms knapt hij die op), en fungeert daarbij als makelaar. In 1898 vernieuwt Jan Spee de Wilhelminabrug, die over de Sommelsdijkse haven ligt. In 1903 is Jan Spee de aannemer van de Flakkeese Ambachtschool in Middelharnis, ontworpen door architect P. Doorn uit Amersfoort.
In 1912 is Jan Spee één van de oprichters van de School met den Bijbel in Sommelsdijk. In 1913 wordt hij bestuurslid van de dan net opgerichte patroonsvereniging voor timmerlieden. Jan Spee is voorzitter van de Vereniging van In- en Uitwendige Zending. In 1927 opent de Vereniging een nieuwe zondagsschool. Bij het 75-jarig bestaan van de Vereniging in 1945 houdt Jan Spee een toespraak. 'Het is een indrukwekkend ogenblik als deze 88-jarige grijsaard voor ons staat en met heldere stem ons begint te vertellen wat de redenen waren waarom de zondagsschool werd opgericht. Met grote aandacht werd naar hem geluisterd, terwijl hij bijna een half uur sprak, zonder een letter te hebben opgeschreven'.
Onder zijn nazaten zijn Cornelis Spee (1962) met het bedrijf Speebouw in Rotterdam en Cornelis Peter Spee (1961) met PC Spee Beheer in Ouddorp.

Jan Spee (1887-1967) is landarbeider in Sommelsdijk. Zijn zoon Kor schrijft: 'Mijn vader nam in de zomer een week of vier ontslag bij de boer, want dan kon hij bij de dorsmachine gaan werken. De eerste weken stond de dorsmachine buiten het dorp op de 'klampenmeet'. De te dorsen producten werden per paard en wagen aangevoerd. Het dorsen gaf erg veel stof en het was bloedheet. Wij moesten dan om vijf uur 's middags brood en koffie gaan brengen, want er werd gewerkt zolang het licht was. Als het graan uit de omtrek van het dorp gedorst was, ging de dorsmachine naar andere dorpen op het eiland om daar bij de boeren te dorsen. Dan werd er ook tot het donker gewerkt en moest het personeel nog op de fiets naar huis. Mijn vader kwam dan vaak om elf uur thuis en moest dan ook nog warm eten. Soms was hij zo moe dat hij niet kon eten. Veel werk moest met de handen gedaan worden. In die tijd waren de handen van mijn vader bikkelhard met veel kloven, met als gevolg veel pijn.'

Voluntair

Jans zoon Abram Spee (1917-2003) bezoekt de kweekschool in Hellevoetsluis. Hij fietst elke dag naar het veer en gaat met de veerboot naar de overkant. Als deze school wordt opgeheven, krijgt hij een financiële bijdrage uit een fonds om de opleiding af te maken in Schoonhoven. Maar als hij zijn onderwijzersacte heeft gehaald is er geen werk. Abram gaat voluntair werken op een school in Sommelsdijk, maar krijgt hiervoor geen salaris. Omdat de andere leerkrachten het hierdoor gemakkelijker hebben, lappen zij onder elkaar iedere maand een paar gulden, waardoor Abram maandelijks 12 gulden beurt.
In 1945 wordt Abram onderwijzer aan de Openbare Lagere School in Groede, in 1951 wordt hij benoemd tot hoofd van de Lagere School in Heinkenszand en in 1955 wordt hij hoofd van de Lagere School in Kloetinge. Bij zijn 25-jarig jubileum wordt hij met een landauer van huis gehaald. Hij is een 'apart figuur, die wordt bewonderd om zijn deskundigheid, zijn betrouwbaarheid en zijn inzet. Hij slaagt er in om als onderwijzer de belangstelling van de kinderen te wekken.'
Zijn zoon Jan Jacobus Spee (1946) wordt directeur van de Rabo Bank in Kruiningen.

Uit Ouddorp emigreert een derde van de bevolking naar de Verenigde Staten. Onder hen Adriaan Spee (1895-1967) die daar trouwt met Fanny Worst, waarvan de familie afkomstig is uit Meppel. Adriaan Spee wordt belastingadviseur.
Hun zoon Karl Jacob (1925-2000) leert vliegen en vecht in de Tweede Wereldoorlog. Later richt hij het bedrijf Alpine Helicopters Inc. op. Hun zoon George (1929-2011) wordt zendeling in Nigeria en op de Bahamas.
Kleinzoon Jim Spee (1957) is professor aan de Redlands University School of Business. Kleindochter Connie (1959) is Family Medicine Doctor. Kleinzoon David (1960) is advocaat in Hawai.

Huisschilder

Baaltje Spee (1901-1991) is een dochter van Krijn Jacob Spee (1864-1934), die huisschilder en brandmeester in Ouddorp is. Ze wint in 1917 de eerste prijs (een zilveren horloge) met het ringrijden op de schaats. Ze wint ook de 7e prijs bij een prijsraadsel: een fijn lederen damestas.
Baaltje mag als eerste van het gezin Spee een beroep leren. Ze haalde haar diploma verpleegster en ook het ooievaartje en tenslotte het diploma van psychiatrisch verpleegkundige.
In 1933 wordt ze hoofdverpleegster van het psychiatrisch ziekenhuis Zon en Schild te Amersfoort, hoofd van het paviljoen Hebron, docente aan de landelijke opleiding voor verpleegsters. Voor al haar verdiensten krijgt ze de eremedaille in goud verbonden aan de Orde van Oranje Nassau.

Predikante

Dineke Spee (1951) studeert theologie in Utrecht. Na haar afstuderen wordt zij godsdienst- en maatschappijlerares op een middelbare school. Na twee jaar gaat zij christelijke ethiek doceren en stages begeleiden aan de Theologische Hogeschool van de Bond van Vrije Evangelische Gemeenten. Op haar 33ste en moeder van twee kinderen wordt zij part-time predikante van de Dordtse vrije evangelische gemeente. Dineke is 'een vlotte vrouw, niet ontbloot van humor en met een gulle lach'. Zij treedt op voor de IKON-radio en geniet daardoor landelijke bekendheid.

Bij Joy Spee (2001) wordt in juni 2012 een ernstige vorm van leukemie vastgesteld. In oktober is ze klaar met haar zware ALM (acute myeloïde leukemie) behandeling. Joy en haar ouders voeren in hun directe omgeving diverse acties en halen ruim € 11.000 voor onderzoek op.
Joy gaat in 2014 naar de brugklas van het Groene Hartlyceum, waar ze zich op haar plek voelt. In het najaar wordt ze weer ernstig ziek, maar tegen de zomer lijken de vooruitzichten goed. Hoopvol start ze in de tweede klas, maar al snel is er geen hoop meer. In oktober 2015 laat Joy daar een lege plek achter.

Meer informatie over de boeken en de geschiedenis van de familie is te verkrijgen via: aspee@telfort.nl.

Gezin van Krijn Jacob Spee (1864-1934) en Josijntje Voogd (1868-1961) ca 1920, Collectie Schelhaas
Gezin van Corstiaan Spee (1883-1962) en Johanna Looij (1884-1960) ca 1935.
De aanbieding van het boek aan de Baarlose historicus Piet Schink.