Afbeelding
Foto: Mirjam Nelis

Koster J.P.C. Oldenhage van de Gereformeerde Gemeente te Dirksland:

"Mijn vrouw staat naast me!"

DIRKSLAND - Rijdend over de doorgaande weg vanaf Melissant is Dirksland goed zichtbaar. De skyline van dit dorp is sinds de bouw van het kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente aan de Mozartsingel in 2002 drastisch veranderd. Van de kerk springt de torennaald het meest in het oog. Symbolische heenwijzing om te zoeken de dingen die Boven zijn. Dat sommigen daarvan totaal geen weet (meer) hebben, blijkt later uit het gesprek dat we die middag met koster J.P.C. (Jan-Pieter) Oldenhage hebben. Een gesprek met de koster van de oudste (geïnstitueerd: 13 januari 1869), 969 leden tellende Gereformeerde Gemeente van ons eiland.

Tekst A.J. Nelis/Foto's Mirjam Nelis

Nieuwe kerk, nieuwe koster

De kerk van de Gereformeerde Gemeente aan de Geldersedijk werd te klein en voldeed ook niet meer aan de eisen van de tijd. Nieuwbouw of verbouwing op die plaats leek niet aanlokkelijk. Aan de Mozartsingel is een nieuwe kerk gebouwd. Zondag 23 juni 2002 werd in de oude kerk de laatste dienst gehouden. Woensdag 26 juni 2002 vond de openingsdienst plaats in de nieuwe kerk. Er is ruimte voor 1000 kerkgangers. Dan zijn er nog vier verenigingsruimten, een kindercrèche, een kerkenraadskamer, een keuken, een bibliotheek en een opbaarruimte. Vanwege gevorderde leeftijd en de vele werkzaamheden bij de verhuizing en in en om de nieuwe kerk, had de vorige koster te kennen gegeven het kosterschap te willen beëindigen. Er werd nu door de kerkenraad een sollicitatieprocedure opgestart met advertenties in 'De Saambinder' en het Reformatorisch Dagblad voor een fulltime baan van 40 uur per week. Die advertenties werden onder andere ook gelezen door Jan-Pieter Oldenhage en zijn vrouw, wonend in Lisse. Hij was daar al enige tijd hulpkoster in de Ger. Gemeente, een grotere gemeente dan die van Dirksland. Oldenhage werd na verschillende sollicitatiegesprekken aangenomen en verhuisde met vrouw en kinderen naar Dirksland. Op onze vraag of zijn vrouw achter hem stond in zijn kosterschap, was het korte, maar besliste antwoord: "Nee, zij staat naast me!"

Als een Leviet

Hoewel kosterschap geen ambt is, is het voor Oldenhage toch ook weer niet zo maar een beroep. Hij werd en wordt naar eigen zeggen gedreven door het verlangen om een radertje te zijn in Gods Koninkrijk. Hij vergeleek het met de dienst van de Levieten in de tempel, die ondersteunend dienstwerk verrichten voor de priesters. Oldenhage: "Het kosterschap is mooi, maar soms ook zwaar: je hebt geen collega's, geen promotiemogelijkheid en geen verkoopcijfers. Je bent een eenling, hoewel je wel midden in de gemeente staat. En nog wel op het mooiste werkterrein wat er bestaat: Gods Koninkrijk."

Werkgever en takenpakket

Oldenhages werkgever is de kerkenraad. In deze onderlinge verhouding ervaart hij wederzijds vertrouwen. Hierdoor geniet de fulltime koster een grote mate van vrijheid. Wel is het zo dat anderen zijn agenda vullen. Ook wordt dit nog al eens doorkruist met onverwachte zaken zoals condoleances en rouwdiensten. Dan blijven bepaalde werkzaamheden wel eens liggen. Oldenhage: "Het werk van een koster wordt pas zichtbaar als hij het niet uitvoert." Door de jaren heen heeft hij moeten leren hiermee om te gaan. Zijn takenpakket is heel breed, alle werkzaamheden in- en buiten de kerk. Tuin: basisonderhoud; buiten schilderwerk. Hoewel de kerk redelijk onderhoudsvrij is, is het toch een robuust gebouw met veel ruimtes. Anderzijds is het mooi en praktisch dat alles zich onder één dak bevindt. Vooral 's winters is het beduidend drukker voor de koster. Alle zalen zijn dan doordeweeks bezet door verenigingen, clubs en catechisatie. De koster is voor 50 à 60 procent bezig met andermans rommel op te ruimen. Je vraagt je soms wel eens af: 'doe je dat thuis ook?' als je ziet hoe mensen bijvoorbeeld de toiletten achterlaten. Een 12-jarige zei eens tegen hem: "U wordt er toch voor betaald!" Over mentaliteit gesproken. Gelukkig is lang niet iedereen zo.

Erediensten hoogtepunten

De dienstbaarheid van de koster komt vooral 's zondags in de eredienst tot uitdrukking. Gemiddeld zijn zo'n 850 kerkgangers per dienst aanwezig, 's avonds is dat wat minder. De kerk telt 1000 zitplaatsen en is daarmee op de groei gebouwd. Deze blijft helaas uit. Toch kan er met zo'n groot aantal mensen in één ruimte veel gebeuren, hoewel Oldenhage altijd weer verwonderd is dat er betrekkelijk zo weinig misgaat. De diensten verlopen over het algemeen ongestoord. Hij is altijd wel alert; bijv. komt iemand terug van het toilet of niet. De vrijwillige BHV'ers hebben ook een signalerende rol, maar als er iets gebeurt, dan kijkt iedereen toch eerst naar de koster. Hij heeft een strategische plek achterin de kerk, vanwaar hij een goed overzicht heeft en heel veel via zijn zelf vervaardigd instrumentenpaneel kan regelen. Hierbij kwam zijn achtergrond als elektricien goed van pas.

Een zondag is soms vermoeiender dan een dag met tafels en stoelen sjouwen, mentaal veel intensiever! Voor de dienst begint is er veel gebeurd. Te denken valt hierbij o.a. aan de kanselbijbel open leggen bij de Schriftlezing. De gastpredikant voorzien van koffie/thee. Het glaasje water in de kansel klaar zetten, in een enkel geval zelfs een glas melk. De hoogte van de katheder regelen de predikanten en ouderlingen, die een preek lezen zelf via een hendeltje. Met betrekking tot de kansel merkt Oldenhage ook nog op, dat bij de bouw van de kerk er bewust rekening mee gehouden is dat de kerk tegenover de algemene begraafplaats ligt. Dit komt op symbolische wijze uit in de plaats van de kansel. De prediker staat met zijn rug naar de doden en met het gezicht naar de levenden. Gods Woord komt tot de levenden!

Veelzijdig

Koster Oldenhage is een veelzijdig man en is bekwaam in het improviseren bij noodgevallen. Zo viel eens een uur voor een begrafenis de elektriciteit uit. Wat nu te doen? Met spoed haalde hij een aggregaat en sloot daarop de geluidsinstallatie van de kerk aan. Ook hier weer gebruik makend van zijn kennis als elektricien. Achteraf kreeg hij van de predikant te horen: "Je hebt het mede mogelijk gemaakt dat Gods Woord verkondigd kon worden." Dit was voor Oldenhage een hernieuwde bewustwording van zijn kosterschap.

Vorige winter is hij nog voorzanger geweest. Het orgel (uit de oude kerk meegekomen) stopte ermee: de blaasbalgregeling was defect. Er zat toen niets anders op dan voorzingen. De koster, die ervaring had als lid van een mannenkoor, oefende even voor zichzelf in de hal van kerk en nam daarna met toestemming het leiden van de gemeentezang voor zijn rekening. Het zingen is het verdere van de dienst goed gegaan.

Verregaande onbekendheid

Koster Oldenhage verbaast zich regelmatig over de geweldig grote onkunde van sommige buitenkerkelijke mensen. (Bijna twee op de drie Nederlanders noemt zich buitenkerkelijk). Hij vertelt onder andere: Op zekere dag werden de riool-/zinkputten in de wijk van gemeentewege weer geleegd. Op het kerkterrein doet de koster dit. Die dag echter reed de kolkenzuiger het terrein van de kerk op met de bedoeling de daar aanwezige kolken te legen. Oldenhage ging er op af, legde uit dat dit privéterrein was van de kerk en dat dit niet onder de gemeentelijke dienst viel. Hij kreeg als reactie: 'Maar meneer, dit is toch een dependance van het stadhuis, want er staat op ginds bord: geopend van 10.00-18.00 uur'. Onvoorstelbaar, maar waar!

Dienstbaarheid en verantwoordelijkheid

Afrondend zegt koster Oldenhage: "Dienstbaar zijn, moet in je zitten. Je kijkt vooral naar de zondag; maar alles er omheen, ook doordeweeks, moet er voor zijn om tot eer van Gods Koninkrijk bezig te zijn. Het is een voorrecht om daar dan bij te mogen zijn, maar het is ook een hele verantwoording: je bent bij alle preken aanwezig, maar het komt wel eens op je af: 'Wat hebt gij met Mijn Woord gedaan?' En dat geldt niet alleen voor kosters!

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding