De éne begeerte

"Eén ding heb ik van de HEERE begeerd, dat zal ik zoeken, dat ik al de dagen mijns levens mocht wonen in het huis des HEEREN om de lieflijkheid des HEEREN te aanschouwen en te onderzoeken in Zijn tempel." (Psalm 27:4)

Rijke mensen hebben vele wensen, een arme vaak maar één: dat hij het hoofd boven water kan houden, eten, onderdak – denk aan bed, bad en brood.
Gezonde mensen hebben vele wensen, een zieke vaak maar één: liefst beterschap, anders minder pijn.

Wat zou u willen noemen?
Jij? Veel wensen? Eén wens?
Stel nu ook eens dat het waar zou worden wat je wilde, hoe gelukkig was je dan? En hoe lang?

Wat zou David wensen als je naar de omstandigheden bij zijn verzoek kijkt?
Hij wist van tegenstanders. Vijanden. Die omringden hem.
Er waren er op uit om te kijken of ze hem kunnen vinden. Geweld dreigde!

Wat zou hij wensen?
Verandering: Bevrijding! Overwinning! Vrede!

Je leest dan ook dat hij vroeg:
"Geef mij niet over in de begeerte van mijn tegenstanders!"

Er zijn nog vijanden: moeilijkheden, de duivel, verleidingen in de wereld… Zonder God zullen ze het winnen.
Doe zoals David deed, ze concreet voorleggen!

En… doe het dan ook zoals David toen, alles in verband met de tekst:
"Eén ding heb ik van de HEERE begeerd!"
Te mogen wonen in het huis van de HEERE.
David wilde zijn daar waar de tabernakel stond. Dat 'zóekt' hij, was er sterk op gericht. Mogelijk was David op de vlucht niet in de gelegenheid de offerdienst bij te wonen.
Wat was zijn doel? De líeflijkheid van de HEERE te aanschouwen en te onderzoeken in Zijn tempel.

'Aanschouwen' is: zien, met aandacht, er helemaal op gericht. 'Onderzoeken' ligt in dezelfde lijn. Het is belangrijk voor je. Het wordt gebruikt voor zorg voor een kudde die je opzoekt. (Ez. 34:11 en 12)
Daarom klonk eerder het woord 'wónen'. Niet langslopen, nee, dit is dieper. Waar je woont, dat is het centrum van je leven!

Het gaat dus om iets van de hoogste waarde.
Reden om na te gaan: wat is er bekend van het huis van de HEERE? Hoe bleek daar de 'lieflijkheid' van de HEERE?
De ark sprak er van Gods tegenwoordigheid en vergeving. Denk aan het bloed op het verzoendeksel!
Van de wet van God, de geboden, was er een afschrift in de ark. Door het bloed voor de vloek van de wet veilig, tegelijk was Gods wet er om naar te leven - uit dankbaarheid.
Buiten konden offers tot vergeving en dank worden gebracht op de altaren.
Het wasvat sprak er van reiniging.
Gebeden werden opgezonden tot God, daar sprak het wierookoffer van. Dat was weer binnen, net als de lamp met de zeven armen, die sprak van de Heilige Geest.
Wat binnen was, onzichtbaar voor de 'gewone' Israëlieten, werd buiten wel merkbaar.
Want de HEERE wilde 'Zijn aangezicht laten lichten'. Dat mocht je horen als de priesterlijke zegen werd uitgesproken. Verhoring van de gebeden om Gods gunst!

Kortom: Het ging dus om meer dan alleen hulp in je problemen, het ging om de 'lieflijkheid van de HEERE' te ervaren, om contact met Hem!
Van de God Die er wilde Zijn ten goede van allen die Hem zoeken. De HEERE, de God van het verbond!

Wat is nu voor ons van belang?
Onderzoeken… dan kom je ook nu bij de lieflijkheid van de HEERE…, denk dan nu aan wat de dienst uitbeeldde: genade, gunst…

Denk aan het grootste Offer, dat van de Heere Jezus Christus: om Zijn bloed is er vrede bij God!
Te wonen in het huis van de HEERE mag je nu zien als: ervaren dat de HEERE nabij is om Jezus' offer! Straks komen waar Hij woont!

Zoeken wij Gods nabijheid? Persoonlijk en samen, nu binnenkort het winterwerk weer start?
De lieflijkheid… waarin openbaar komt dat Hij uit genade Zijn gunst geeft!
In alles wat we mogen vragen, is dit éne het hart van de zaak waar het om gaat!

Zegt u, zeg jij net als David:
"Ik zóek Uw aangezicht, o HEERE!"?
Dat mag met vertrouwen om Jezus' wil – zo is het niet tevergeefs!