Afbeelding
Foto:

Zomaar een sloot

Het is vandaag - als u dit leest - de laatste dag vóór mijn vakantie. Niet alleen voor de krant is het komkommertijd, maar mijn gedachten staan - misschien vanwege de hitte - niet open voor een sprankelend thema voor deze column. In gedachten ga ik daarom maar eens terug naar 'deze laatste dagen voor de vakantie'. Op de lagere school werd er vroeger alles aan gedaan om de overgang school- naar vakantiedagen zo soepel mogelijk te laten verlopen. Al weken van tevoren waren waarschijnlijk de jaardoelen al gehaald, want dagen vulden zich met voor 'jezelf' lezen en opruimen, dat eerste was voor mij geen straf, maar of iedere klasgenoot dit zo geweldig vond? Als de schooldeuren zich eindelijk voor het laatst achter ons sloten, dan begon de 'grote vakantie'. De zes weken die eindeloos leken te duren. Met vakantie gaan was nog geen gemeengoed, hooguit een dagtocht met de 'bus van Buijsse'. Ook buiten het schoolleven om was er, wat mij betreft, nog een traditionele 'laatste dag voor de vakantie'. Mijn vader werkte bij de 'polder' en in het voorjaar en een deel van de zomer bestond zijn werk uit 'krôôsen'. Dit hield in dat het riet en kroos met de lange zeis uit de sloot werd gehaald. Samen met zijn collega Dimmen deden ze dit werk, staand met lieslaarzen in de sloot. Volgens mij werkten ze volgens een vast schema en dat schema was zó opgesteld dat ze de laatste dag van de vakantie bij een bepaalde sloot bij de Oude Oostdijk eindigden met hun werk. Verschillende keren maakte ik daar die 'laatste dag voor de vakantie' mee, omdat ik er graag bij wilde zijn. Waarschijnlijk kwam dat omdat er dan wat te drinken werd gehaald bij Neeltje van 't winkeltje in de Oostdijk. Overigens noemden wij die sloot het 'bijenslootje' omdat we eens - tijdens zo'n 'laatste dag voor de vakantie' - moesten vluchten voor een aanval van enkele bijen…