Als vrijwilliger op het voetbalveld.
Als vrijwilliger op het voetbalveld. Foto:

Vluchtelingen op Goeree-Overflakkee. 1: Hussam Karkas uit Syrië

'Wij integreren hier. Dit is ons huis'

MIDDELHARNIS – Halve abrikozen, kersen, stukken meloen, een bolletje vanille-ijs en een bolletje chocolade-ijs. Hussam Karkas heeft er een kunstig geheel van gemaakt. Met twee borden komt hij uit de keuken: een voor het bezoek en een voor hemzelf. Prachtige creaties, bijna te mooi om op te eten. Dit zou hij het liefste doen na de inburgering: mooie gerechten maken in een eigen restaurant.

Tekst en foto: Kees van Rixoort

Hussam (40) woont met zijn vrouw en drie kinderen in Middelharnis. Het gezin is gevlucht uit Syrië, een land waar al jaren een verschrikkelijke burgeroorlog aan de gang is. "Het was een goed land. Alles was rustig en iedereen was tevreden. Maar door de oorlog is alles kapot gemaakt. Er is altijd ruzie en het is gevaarlijk. Het is niet goed om in Syrië te wonen", zegt Hussam.

Hij vluchtte vanuit een stad in de noordelijke provincie Idlib naar Libanon. Vanuit dat land, dat heel veel vluchtelingen opvangt, reisde hij door naar Europa. Hussam had zijn oog laten vallen op Nederland. Dat bleek een goede keuze. "Het is een klein land met goede, aardige mensen. Het is hier rustig, ook voor de familie. We zijn tevreden."

Lief en gezellig

De familie kwam later. Hussam kwam alleen in het azc in Arnhem. Na een jaar konden zijn vrouw en drie jongens overkomen vanuit Syrië. Na deze gezinshereniging verhuisden ze naar het AZC in Goes. Daar woonden ze drie maanden, voordat ze in december 2016 een woning in Middelharnis toegewezen kregen. "Goeree-Overflakkee is mooi en heel rustig. De mensen zijn lief en gezellig. In een grote stad is het altijd druk en heb je veel lawaai. Wij wonen liever hier."

"We hebben hulp gekregen van het Vluchtelingenwerk. Wat voor hulp? Evides, de verzekeringen, hoe je met de gemeente in contact komt, hoe je moet inburgeren in de maatschappij. De buurman helpt ook heel goed. Dat maakt het makkelijker", zegt Hussam.

Drie dagen per week gaat hij naar school om de Nederlandse taal te leren. "Heel belangrijk", vindt hij. Toch steekt Hussam misschien nog wel het meeste op van de gesprekken die hij bij de voetbalclub heeft. Hij is vrijwilliger bij MSV en AV Flakkee. "Gras maaien met de tractor, soms schoonmaken", omschrijft hij zijn werkzaamheden. "Ik ga elke week een dag. Er zijn nog meer vrijwilligers, mannen van 70 of 80 jaar. We drinken een bakje koffie en praten een beetje. Heel gezellig. Het dialect is moeilijk, maar ik kan het verstaan, als het niet te snel gaat."

Hij vertelt dat zijn drie jongens, 4, 9 en 10 jaar oud, goed Nederlands praten. Ze zitten op de Bosseschool en op de voetbal. "Contact met mensen is goed. Daar leer je de taal van. Altijd herhalen, oefenen. Ik blijf niet thuis, maar ga naar de Albert Heijn en de Lidl. Ik praat met iedereen. Hallo, hoe gaat het…"

Diploma

Naast zijn vrijwilligerswerk bij de voetbalclub is Hussam één dag in de week actief in restaurant Roos Sali, aan de haven in Middelharnis. "Ik houd van koken. Het is mijn hobby", zegt hij, terwijl hij een kopje koffie serveert. "Ik wil graag kok worden. Ik probeer een opleiding te vinden. Maar dat is lastig, het kost veel geld." Voor een koksopleiding in Leiden moet Hussam 2.500 euro neertellen. Dat is niet te doen. Nu zoekt hij naar een alternatief. "Zes maanden is genoeg. Ik wil de regels in Nederland leren. Met een diploma vind je sneller werk."

Zijn ideaal is om uiteindelijk een eigen restaurant te runnen. Samen met zijn vrouw. In het restaurant en thuis is Hussam in ieder geval regelmatig druk bezig met culinaire activiteiten. "Ik heb ook catering gedaan voor Stichting ZIJN – daar waren 55 personen – en bij Vluchtelingenwerk. En een keer, het was toen NL Doet, bij een manege in Sommelsdijk." Ook verzorgden Hussam en zijn vrouw de hapjes tijdens de opening van Bijstand Werk Samen.

Hussam maakt heerlijke desserts, maar hij is ook goed met bijvoorbeeld rijst, drumsticks van de grill, dolmades, tzatziki, gegrild rundergehakt, aubergines met gehaktballetjes, salades en linzensoep. Het zou mooi zijn als hij al die gerechten ooit kan serveren aan zijn gasten. In zijn eigen restaurant. Hussam is optimistisch. "Wie goed doet, goed ontmoet", zegt hij met een brede glimlach.

Bij het oplepelen van het ijs en de vruchten, aan het eind van het gesprek, komt de vraag op tafel of hij Syrië mist. Ja, de familie, de gezelligheid in de buurt en de bergen. "Die heb je hier niet." Maar aan teruggaan naar het verscheurde land, moet hij voorlopig niet denken. "Wij willen rustig wonen. Wij integreren hier. Dit is ons huis."

Hussam Karkas wil ooit zelf een restaurant beginnen.