Het interieur van de kerk in Oude-Tonge.
Het interieur van de kerk in Oude-Tonge. Foto:

Roestvorming maakt restauratie RK kerk Oude-Tonge noodzakelijk

OUDE-TONGE – "Gelukkig ziet de overheid in dat er subsidie nodig is om monumentale gebouwen als de rooms-katholieke kerk in Oude-Tonge in stand te houden." De heren Veltman en Pollemans, betrokken vrijwilligers van de parochie, zijn blij met de toekenning van de Rijkssubsidie voor de restauratie van het kerkgebouw. Zo is er na de restauraties van de kapel op de rooms-katholieke begraafplaats en de kerk in Achthuizen opnieuw werk aan de winkel.

Tekst en foto: Kees van Rixoort

De rooms-katholieke kerk in Oude-Tonge is in 1898 gebouwd als pseudo-basiliek. Het is een ruim kerkgebouw in Middeleeuwse stijl met meer dan vijfhonderd zitplaatsen. Twee, drie jaar geleden is al een rij ramen aan de zuidkant van dit Rijksmonument vernieuwd. Iets eerder was geconstateerd dat er tussen de grote ramen in de kerkzaal horizontale scheuren waren ontstaan.

Kettinganker

"Een serieus probleem in kerkgebouwen uit de negentiende eeuw", zegt restauratiearchitect Pieter van Traa van bureau De Steunbeer in Zierikzee. "Er is een kettinganker ingemetseld in de muur. Rondom zijn ijzeren staven, die als een ketting met elkaar zijn verbonden, aangebracht om de constructie sterker te maken. Dat ijzer gaat roesten en 'duwen'. Zo krijg je scheuren."

Oorspronkelijk liep het kettinganker door langs de ramen, zodat het een gesloten ketting was. Bij een vernieuwing van de ramen zijn de stukken ijzer daar echter verwijderd. De ketting is nu niet meer gesloten en heeft dus geen functie meer.

Bij de restauratie die nu aanstaande is, is verwijdering van het kettinganker de hoofdmoot van de werkzaamheden. Om dat voor elkaar te krijgen is het nodig de muur rondom aan de binnenzijde open te maken. Daarnaast staat het aanpakken van verroeste ijzeren ramen op het programma. Evenals het vernieuwen van beschadigde glas-in-loodramen – door een glazenier – en aangetast metsel- en voegwerk.

De restauratiewerkzaamheden, die hopelijk komend najaar van start gaan, brengen veel stofvorming met zich mee. Afscherming is dus nodig om de kerkdiensten te kunnen continueren.

Het subsidiebedrag dat het kerkbestuur tegemoet kan zien van het Rijk is 70 procent van de kosten. Dat betekent dat de parochie zelf 30 procent moet bijdragen. Volgens adviseur Veltman en Pollemans kan de parochie dat betalen uit het eigen vermogen.

Bij de restauratie zijn verschillende partijen betrokken: de Monumentenwacht, die de technische opname doet, restauratiearchitect Van Traa en het Bouwbureau van het Bisdom, dat het bisdom adviseert over het goedkeuren van de uitgaven aan restauraties en over het proces.

Vakkennis en tijd

Als alle paperassen – aanvraag, toekenning subsidie – in orde zijn, kan de aanbesteding beginnen. "Het is nog een kunst om bedrijven te vinden die de benodigde specifieke vakkennis hebben. En tijd", zegt Pieter van Traa. "Wat er zou gebeuren als we de kerk nu niet restaureren? Nou, het gebouw staat niet op instorten, hoor, maar als je niets doet worden de scheuren groter en gaat het verval verder. Dan heb je op termijn meer schade en ben je duurder uit."