Leer ons bidden
'Leer ons bidden' is een boek, waarin de auteur het Onze Vader uitlegt aan de hand van de Heidelbergse Catechismus. De schrijver is ds. A. T. Huijser (1978) is predikant van de Gereformeerde Gemeente Sliedrecht. Het is verschenen bij den Hertog, uitgeverij onder het ISBN nr. 9.789.033.128. 813, de prijs is € 14,90.
Ds. Huijser heeft in de gemeente Sliedrecht een aantal preken gehouden over het gebed. Deze preken zijn uitgewerkt tot een uitgave, zoals die nu voor me ligt. Na een woord vooraf zet de auteur in met de inleiding over de binnenkamer. Dan volgen achtereenvolgens de onderwerpen: van gebod naar gebed, de aanspraak van het volmaakte gebed, de eerste bede, de Koninkrijksbede, de derde tot en met de vijfde bede en het slot van het volmaakte gebed. Toen de discipelen de Heere Jezus hoorden bidden, en zij zelf niet meer wisten hoe ze bidden moesten, kwamen ze met deze vraag tot hun Meester: Heere, leer ons bidden! Christus heeft hen toen het Onze Vader geleerd. Dit gebed bevat een Goddelijke orde, niet alleen voor de discipelen, maar ook voor ons. Wat klinkt in dat gebed door? Een hartelijk verlangen naar de heiliging van Gods Naam, naar de komst van Zijn Koninkrijk en de volvoering van Zijn wil. We zouden dan misschien al het Amen verwachten, maar juist vanuit deze eerste drie beden is er ook zeker ruimte voor het aardse leven, voor de dingen van elke dag. De leidraad van ds. Huijser zijn de zondagen 45 tot en met 52 van de Heidelbergse Catechismus. Eerste de letterlijke, daarna de geestelijke betekenis. Onmisbaar is daar voor het gebedsleven in de binnenkamer. Om het geheel te verduidelijken zijn na elk hoofdstuk gespreksvragen opgenomen. Dus naast persoonlijke verwerking, is dit boek uitermate geschikt voor gebruik in verenigingsverband.
Bij antwoord 129 een korte uitleg:
De meest letterlijke verdient de voorkeur, maar de schrijver maakt een klein zijspoor (pag. 131):
Geloof en gevoel, ze zijn wel onderscheiden, maar niet te scheiden. Niet alle geloof is gevoel en ook niet alle gevoel is geloof. Nu kan het zijn dat een kind van God op zijn knieën veel geloof mag beoefenen, al ziet en gevoelt hij het niet en heeft hij het niet. Toch mag hij van harte 'amen' zeggen, omdat hij het zeker weet dat zijn gebed van God verhoord is. Veel meer dan hij op dat ogenblik in zijn hart gevoelt. Nu de letterlijke betekenis. Er worden hier twee dingen tegenover elkaar gezet. Enerzijds de begeerte nar de verhoring en anderzijds de zekerheid van de verhoring. Onze vaderen zeggen hier eigenlijk: Zo sterk als de begeerte kan zijn, zo veel sterker is de zekerheid. …
Gods kinderen mogen wel eens zo van harte 'amen' zeggen, dat ze opstaan van hun knieën en het weten: God zal mij mijn bede geven! Mijn gebed is niet alleen gehoord, maar ook verhoord.
Het boekje is het waard om aan te schaffen, te lezen en ook ons gebedsleven aan het Woord te toetsen.