Afbeelding
Foto:

Canadese kleinzoon van eerw. heer Vetter vertelt… (8, slot)
Het is geweldig om Nederland te bezoeken, maar ik woon nu toch liever in Canada

In dit slotartikel verhaalt onze Nederlandse Amerikaan, Dim Wittekoek hoe hij verschillende keren het oude vaderland bezocht heeft. Daarbij gaat het ook over de verschillen tussen Nederland en Canada. Hij werd steevast heel gastvrij door de familie ontvangen. Zij deden hun best om hem zoveel mogelijk van Nederland te laten zien. Naast de voortgaande verbetering van de levens-omstandigheden maakt Dim ook gewag van gevoelige verliezen van geliefden. Uit dit slotartikel en de voorgaande delen blijkt dat Dim een fenomenaal geheugen heeft. Omdat hij het heel fijn zou vinden als oude bekenden nog eens contact met hem opnemen, vermelden we zijn adresgegevens aan het slot van dit artikel. Zoals al eerder vermeld: Dim kan het Nederlands heel goed lezen, maar helaas niet meer schrijven.

Tekst: Adri Nelis/Jan Lokker

Bezoek aan Nederland

In 1975 heb ik mijn eerste terugreis naar Nederland gemaakt. Gemakkelijk was dat niet, omdat we met de winkel zaten. Maar omdat de zaak toch niet zo druk liep, deden we die drie weken dicht. Elsie's moeder wilde wel op de jongens en het huis passen. Oom Siebe Bokma kwam ons op Schiphol ophalen en bij hem bleven we een tijdje logeren. Daar vond Elsie het het fijnst, omdat hun kinderen, Willy en Douwe, Engels spraken. Trouwens, de meeste jongelui konden dat en ook veel personeel in restaurants en winkels. Vanuit Workum bezochten we een heleboel bezienswaardigheden, waarna we naar oom Johan en tante Gerdie Vetter in Woerden gingen, die ons ook weer van alles in de wijde omgeving lieten zien. Daarna gingen we per trein voor een weekje naar Valkenburg en toen naar Rotterdam waar oom Jan Witteman ons ophaalde en waar we de rest van ons verblijf logeerden.

Toen we terug kwamen, besloten we de winkel te verkopen, wat nog niet zo makkelijk was. Dus hielden we uitverkoop en verkochten we het gebouw apart. Na acht jaar gingen we weer in Georgetown wonen. In 1976 gingen Pa en Ma met pensioen en die kwamen ook weer terug naar Georgetown. Eerst in een gewoon huis en later in een seniorenflat, hun laatste huis. In Canada waren ze dertien keer verhuisd, maakten ze een overstroming mee en hadden ze twee branden overleefd. Een paar keer overwinterden ze in Florida en op een camping niet ver bij hen vandaan hadden ze een caravan.

Alweer verhuisd

In 1978 verhuisden we naar Cavan, een plaatsje bij Peterborough, waar we een kruidenierswinkel annex slagerij overgenomen hadden. Maar in dat jaar kreeg ik ook problemen met mijn gezondheid, dus verkochten we de zaak en trokken naar Peterborough. Al gauw vond ik een baan als groentechef in een onafhankelijke supermarkt bij een baas, die goed voor zijn personeel was. Een paar maanden daarna was ik acht maanden uit de vaart wegens een operatie aan de galblaas. Dat was voor de baas geen probleem. In 1980 kochten we een huis met een kleine schuur op ongeveer tweeënhalve hectare grond in Springville, een gehucht bij Peterborough, waar het nodige aan gedaan moest worden. In de loop van de tijd vervingen we de ramen, brachten we isolatie aan en vervingen we de dakbedekking. De meeste daken worden hier gedekt met asfalt shingles en niet met pannen, maar die moeten om de 20 tot 25 jaar vernieuwd worden. Links op de foto is het originele vierkante houten huis uit 1897. Het achterstuk werd in 1937 aangebouwd, alles uitgevoerd met een houten buitenwand. In 1950 werd daar 'insul brick' tegen aangeplakt. Dat is gemaakt van asfalt in combinatie met een isolerende laag en in een goedgelijkend baksteenpatroon.

In 1983 werd onze overdekte achter buitenentree beschadigd doordat er in een hevige storm een boom op viel. We hebben die entree toen uitgebouwd tot een veranda/serre met ramen ervoor. Ook aan de voorkant is er een veranda, maar daar ligt een drukke autoweg. Het jaar na de aankoop van het huis bouwden we een groente kas op het land met het idee om daar als bijverdienste tomaten te kweken op steenwol i.p.v. op aarde. Omdat ik in de groenteverkoop zat zagen we geen afzet probleem. Ze zeiden dat het gemakkelijk te doen was en wel het hele jaar door, maar het bleek dat we nog een parttimer ervoor moesten inhuren en voor teelt in de winter was het te koud, dus bleef het bij één oogst per jaar. Het dak sneeuwvrij houden was ook nog een hele klus en de teelt begon in februari en was voorbij in augustus.

Gevoelige verliezen

Kort na 1980 kwamen oom Jan Vetter en zijn broer Johan een paar dagen langs. Theo had een camper en ging met hen en met Pa en Ma langs de plaatsen waar ze gewoond hadden en naar andere plekken in Ontario. Pa en Ma kwamen vaak op bezoek in ons nieuwe huis, ook toen Ma in 1982 te horen kreeg dat ze kanker had. Op 29 maart 1984 overleed ze in Georgetown. Pa voelde zich erg eenzaam en hij logeerde toen vaak bij ons.

In 1986 besloten Elsie's broer en zijn vrouw Holland te bezoeken. Wij hadden er ook wel oren naar en we haalden Pa over om mee te gaan. Pa had er nog steeds familie, maar buiten zijn zus Jannetje onderhield hij niet veel contact met hen. Hij werd op Schiphol afgehaald en wij hadden een auto gehuurd, waarmee we hele afstanden afgelegd hebben. Eerst naar Workum, toen naar Valkenburg en vandaar met een busreis naar Parijs. We gingen nog langs een neef, die in Epen woonde en toen verder naar Woerden, waar we met de familie allerlei uitstapjes maakten, zelfs naar de Efteling. De laatste plaats was Ooltgensplaat, waar we een paar dagen in hotel Hobbel logeerden. We hadden maar twee weken dus de tijd vloog. Na onze terugkomst ging Pa's gezondheid gestadig achteruit en hij overleed in de winter van 1988 aan een hartaanval. Ze liggen beiden in Georgetown begraven.

Achter in december 1992 hadden we veel natte sneeuw, waardoor een deel van de kas inzakte en door het vele sneeuwschuiven belandde ik op 2e Kerstdag met een hartaanval in het ziekenhuis.

Lees verder op pagina 10-11.

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding