Afbeelding
Foto:

Hoe het een Flakkees emigrantengezin in de tweede helft van de vorige eeuw verging.

Vandaar werd ik met een vliegtuigje naar Kingston gevlogen, waar ik een open hartoperatie onderging. Daarna moest ik thuis nog twee maanden herstellen, dus dat jaar hadden we geen tomatenoogst. Een paar jaar later ben ik alleen nog eens twee weken in Nederland geweest en samen met oom Johan heb ik o.a. de sluizen van IJmuiden en een kaasboerderij bezocht. Ook Theo is twee keer terug geweest. Zijn eerste huwelijk hield geen stand en daarna trouwde hij een vrouw met drie kinderen. Dat ging een stuk beter, want ze zijn meer dan 25 jaar getrouwd geweest. We hielden overwegend per telefoon contact en af en toe gingen we bij hen op bezoek in Erin, wat op meer dan twee uur rijden ligt. In 1999 hebben we een familie reünie gehouden in Springville (zie foto's). Hadden onze ouders dat nog maar hebben mogen meemaken! Daan woonde in Totonto en we zagen hem maar zelden, want zijn vrouw kan moeilijk van huis af. In 2002 kreeg Daan de diagnose maagkanker en na ons laatste bezoek aan hem in het ziekenhuis gingen we met zijn vrouw mee naar hun huis. Daar zakte ik in elkaar en werd naar een ander ziekenhuis gebracht, waar men een tia constateerde. Twee dagen later overleed Daan en omdat ik een paar weken in het ziekenhuis lag, ben ik niet bij zijn begrafenis geweest. Zodoende weet ik eigenlijk niet waar hij begraven ligt.

Dichte gordijnen

In 2005 wilden onze zoon Rick en zijn vrouw dat we met hen mee naar Holland gingen, om het land te bekijken en te zien waar ik geboren was. We huurden een auto en reden om de beurt. Rick kon er niet over uit, hoe dicht de Hollandse plaatsen bij elkaar liggen. We bleven een paar dagen in Amsterdam en gingen toen naar Workum. Daarna naar tante Gerdie Vetter in Woerden en naar Valkenburg. In Ooltgensplaat brachten we een bezoek aan tante Dirkje Vetter, die graag praat, maar die tot haar frustratie niet door de taalbarrière kon komen. Daarna bleven we een paar dagen bij Kees en Marco Bolkenbaas, wat voor mijn reisgezellen het leukste verblijf was, omdat ze met hen Engels konden praten.

Ze zagen allerlei verschillen tussen Canada en Nederland, zoals in de maaltijden. Bij ons krijg je bij het ontbijt altijd ham en eieren op toast en vaak cornflakes of andere graanproducten met fruit. Tijdens ons verblijf in Holland kregen we overal wat anders, maar we hebben er niets te klagen over: verschillende soorten brood en broodjes en vleeswaren, kaas en gekookte eieren, maar geen toast. Het Hollandse ontbijt lijkt eigenlijk op onze Canadese lunch. Maaltijden in restaurants worden ook anders geserveerd: alle gerechten op een bord in plaats van op verschillende schalen. Wel werd er gedekt met een tafellaken, behalve in de cafetaria's en hamburger restaurants. Bij ons gebeurt dat alleen in heel chique restaurants. Ook viel ons op dat een biertje goedkoper was dan een kop koffie en dat de benzine zo duur was. Als we 's avond door een plaats liepen viel het ons ook op dat de mensen de gordijnen open lieten en je zo naar binnen kon kijken. Bij ons zou men dat nooit doen. Ik zou het maar niets vinden als de mensen me met het hele gezin aan het avondeten zouden kunnen zien zitten.

Wel en wee

Op 26 april 2006 stierf Theo aan een hartaanval in zijn woonplaats Palmerston. 's Morgens kreeg ik het telefoontje, pakte m'n spullen en was voor twaalven op pad. Zijn dood greep me meer aan dan me realiseerde en 's avond werd ik in het plaatselijke ziekenhuis opgenomen met pijn in de borst De volgende morgen werd ik ontslagen en ging ik terug naar huis in afwachting van de begrafenis, die in Georgetown zou plaatsvinden. Dat waren lange ritten en voor ik de volgende morgen op pad kon gaan, kreeg ik nog een hartaanval. Zo liep ik Theo's begrafenis mis: hij ligt bij mijn ouders.

In 2010 hebben we ons 50-jarige huwelijksfeest gevierd, zoals op de foto's is te zien. In 2014 zijn we met pensioen gegaan en zijn we naar een appartement in Peterborough verhuisd, waar we nog wonen. Dat was tot nu toe de veertiende verhuizing. Daarvoor hadden we 34 jaar in Springville gewoond en had ik 36 jaar bij de zelfde baas gewerkt. Die stelde ons in staat meermaals vakantiereizen te maken. Omdat het in de zomer te druk was om vakantie op te nemen, bood het bedrijf ons als bonus in de winter vakanties naar warme streken aan, zoals Mexico, Jamaica en de Caribische eilanden. Na mijn pensioen gingen we naar Egypte, Portugal, Panama, Florida en Alaska. In Canada bezochten we Nova Scotia, een rit van drie dagen, en toen staken we met de ferry over naar New Found Land, een vaart van acht uur. De verst westelijke bestemming was Thunderbay aan het Bovenmeer, een rit van 1400 km en nog steeds in de staat Ontario!

Laatste bezoek aan Nederland

In 2014 ging ik in mijn eentje nog eens twee weken naar Nederland, maar nu huurde ik geen auto, want ik had gehoord van files en verkeersdrukte en daarbij sprak de leeftijd ook een woordje mee en ik had geen zin meer in gedoe. Op Schiphol nam ik de trein naar Workum en toen kwam ik er achter dat ik beter wat minder bagage mee had kunnen nemen. In de week die volgde liet oom Siebe me de streek zien waar hij was opgegroeid. Ik genoot van de vlakke weiden met de smalle vaarten en de windmolens, de smalle weggetjes door de oude dorpjes met hun oude huizen en kerken van honderden jaren her. Tante Rie voelde zich in die tijd niet zo lekker en moest veel rust nemen dus bekeek ik de omgeving van Workum op haar fiets. We gingen ook naar haar dochter Ria, die ik niet meer gezien had sinds ze een klein meisje was. Daarna nam ik de trein naar Den Bosch, waar ik werd opgewacht door Marco en Kees Bolkenbaas, die me echt onthaalden. We gingen naar de Biesbos, het openluchtmuseum in Arnhem, het Neeltje Jans museum en nog veel meer, waaronder een kort bezoek aan Jaap en Leuntje Barnat in Oude-Tonge. Ik genoot van de Hollandse schotels en hapjes die Marco klaarmaakte en Kees schilderde mijn portret, wat nu nog bij me in huis hangt. Toen de tijd om was, zetten ze me in Den Bosch op de trein naar Schiphol en zo terug naar huis.

Toch liever in Canada

Toen we emigreerden was alles zo anders dan thuis. We moesten een nieuwe taal leren en wennen aan andere gewoonten. Pa en Ma pikten de Canadese manier van doen grotendeels wel op, maar thuis spraken ze zelf Flakkees en met ons een mengelmoes. Pa sprak goed Engels, maar dat duurde bij Ma heel wat langer. Ze schreven regelmatig met familie en vrienden. Ma was altijd bezig met een brief aan iemand te schrijven en post uit Holland was altijd een groots gebeuren. Het Eilanden-Nieuws werd van voor tot achter gelezen, vooral de familierubriek. In Bromley line, onze plaats van aankomst hadden we een gedeelde telefoonlijn, dat wil zeggen dat je met z'n vijven of zessen daaraan verbonden bent, maar met een eigen toestel met signaal. Nieuwsgierige buren konden dan hun hoorn opnemen en meeluisteren als ze wilden. In Beachburg hadden we geen telefoon, pas weer in Georgetown, want telefoneren was duur in die tijd en zeker intercontinentaal. Tegenwoordig is er internet en met Holland bellen gaat voor minder dan een dollar. Tot mijn eerste bezoek aan Marco en Kees Bolkenbaas schreef of belde ik met niemand in Nederland. De eerste keer dat ik terug kwam stond ik versteld van de veranderingen in ons land en hoe gemakkelijk je Goeree-Overflakkee kon bereiken. De Deltawerken boden een indrukwekkende aanblik!                                                                                                                                                        

Onlangs sprak ik Cor Bijdevaate en vroeg hem of hij ooit terug was geweest, maar hij zei dat hij totaal niet geïnteresseerd was. Maar ik vind het altijd prachtig om terug te komen en geniet van de kanalen, de terrassen, de vele musea en het leven van alledag in Amsterdam. Van de vele molens, de kastelen, de duizenden fietsen bij de stations, de warme bakker en de smalle dijkjes met de knotwilgen. Alles is zo compact en ademt knusheid uit. Ik hou van water en boten en was verbaasd over al die jachthavens in allerlei hoeken en gaten. Zelf heb ik vier jaar een vijfentwintig voets zeilboot gehad op het Ontario meer, maar heb die weer verkocht omdat hij te weinig werd gebruikt. Het meer is 19000 km2 groot, bijna een binnenzee en er is vaak te veel deining. Ik interesseer me voor geschiedenis en op YouTube kijk ik vaak filmpjes over, aan mij meest onbekende, vaderlandse geschiedenis. Een paar keer per week kijk ik het Zeeland Nu vijf uur nieuws en ik ben geabonneerd op de Nederlandse Courant, die eens per maand in het Nederlands uitkomt. Dit najaar gaan we in Ottawa naar een voorstelling van André Rieu. Het is geweldig om Nederland te bezoeken, maar nu woon ik toch liever in Canada. Hoe zou het ons vergaan zijn als we niet waren vertrokken? Het is maar goed dat we niet in de toekomst kunnen kijken, of in een toekomst die het niet geworden is.


Wilt u reageren? Dit zijn de contactgegevens:

Mr. Dim Wittekoek
302-1189 Talwood Crt
Peterborough ON K9J7X4
E-mail: wittekoekd@gmail.com

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding