Afbeelding
Foto:

Canadese kleinzoon van eerw. heer Vetter vertelt… (7)
Sparen voor een reisje naar Flakkee

Ontmoetingen met oud-flakkeeënaren leidden tot vriendschappen. Er werd nog al eens van baan verwisseld met als gevolg verhuizingen. Hoogtepunten waren de familie-ontmoetingen rond huwelijk en jubilea. Er werd gespaard voor familiebezoek in het oude vaderland. Door brand ging veel verloren wat niet vervangbaar was. Er moest zo hard gewerkt worden dat er bijna geen tijd was voor ontmoetingen met familiebezoek uit Holland.

Tekst: Adri Nelis/Jan Lokker

In Georgetown was Pa tuinman bij een constructiebedrijf en Ma werkte voor een meisjesschool van de United Church. Het gebouw was voorheen een boerderij, waarvan de schuur was verbouwd tot school, met woongelegenheid voor het personeel. Na een paar maanden maakte ze promotie tot conciërge en daarna betrokken zij en Pa de boerenwoning. Toen ontmoetten ze Cor van Heemst en Jaap van Nieuwaal, die naar ik dacht afkomstig waren uit Nieuwe Tonge, met wie ze bevriend raakten, evenals met Jaap van de Voort, die in de ramp van 1953 zijn vrouw met een baby verloren had, toen die in Holland op bezoek waren. Met de familie Bijdevaate maakten ze een reisje naar Zuid Ontario, om mensen te bezoeken uit Oude Tonge. Ze heetten van Peperstraten en hij was in Oude Tonge vuilnisman geweest.

Kruidenierswaren

Na mijn komst in Georgetown, vond ik al gauw een baantje bij een supermarkt, waar helaas geen plaats was in de slagerij, zodat ik eerst bij de kruidenierswaren kwam en later op de groenteafdeling. Dat vond ik wel leuk en dat ben ook blijven doen. Het was maar goed dat ik die baan kreeg, want niet lang daarna kwam er een periode van werkloosheid en misschien was het loon dan wel niet hoog, maar het was wel vast werk. In die tijd ging de vliegtuigfabriek Avro failliet, waardoor duizenden mensen werkloos werden en veel technisch personeel verhuisde naar de V.S. Toen kwam er een eind aan de kabeljauwvisserij in New Foundland en massa's Newfoundlanders verhuisden naar Ontario. Ook kwamen de kolenmijnen in de problemen, waardoor de afgelegen winplaatsen gesloten werden en er vandaar wel huizen per vlot naar grotere nederzettingen getransporteerd werden. De overheid speelde hierin een leidende rol.

Pa had rugklachten en moest het tuinwerk opgeven, maar kon voor een sokkenfabriekje gaan werken met een Schotse eigenaar. Theo werkte toen voor een General Motors dealer in het magazijn en werd op den duur afdelingschef. Hij trouwde met een meisje uit Malta en het paar kreeg een dochter, die momenteel directrice is van een highschool in Toronto. Het huwelijk eindigde na enkele jaren en zijn tweede huwelijk, wat jaren later, duurde meer dan vijfentwintig jaar. Toen Daan van de high school af kwam ging hij als reporter voor de Toronto Star werken. Hij trouwde met een meisje uit de Oekraïne en ze hebben een zoon die als computer techneut werkzaam is in Toronto en een dochter die op de personeelsafdeling van een bedrijf in Florida werkt.

Huwelijk

Elsie en ik trouwden op 25 juni 1960 in de Anglicaanse kerk van Beachburg. Het werd een typisch Canadese trouwerij. De kerkdienst was - zoals in die tijd gebruikelijk – op zaterdag, gevolgd door een diner met familie en vrienden. Verder was er 's avonds een receptie in de Oranjehal, waar nog hapjes werden geserveerd. Daarna werd het paar met veel ophef en gedoe op huwelijksreis gestuurd, maar dat kon er bij ons niet af. We logeerden op een boerderij van vrienden en op zondag gingen we met z'n allen picknicken aan de rivier. 's Maandags vertrokken we weer naar huis.

We hebben twee zonen. Bill is eigenaar van een zaak in motoren en Rick zit al 31 jaar in onderzoekswerk bij de firma Lakefield. Ons eerste huis was een appartement in het souterrain van het huis van Chris Bijdevaate. In augustus 1961 waren Pa en Ma vijfentwintig jaar getrouwd, wat ze gevierd hebben in het schoolgebouw, te midden van de kleine familiekring – want we zijn met weinigen - en van een massa vrienden en bekenden. Op zulke momenten, wanneer families voor speciale gelegenheden bij elkaar komen, is er altijd een gemis. Dat geldt voor ons, maar ook voor de achterblijvers in het oude land.

Cor Bijdevaate speelde accordeon en op oudejaarsavond zongen we altijd met veel plezier de versjes die we ons nog van Holland herinnerden. Toen ik nog thuis woonde had ik een bijbaantje: ik haalde om elf uur 's avonds de postzakken op van de trein en bracht die naar het postkantoor. In 1959 kregen we het Canadese staatsburgerschap. Kort nadien stopte Pa met zijn werk in de sokkenfabriek. Hij vond het werk best aardig, maar er was veel nachtwerk bij en hij kon werk bij mij op de zaak krijgen.                                                                                                                                                                

Bezoek aan het vaderland

In 1962 hadden we met z'n allen gespaard om Ma voor Kerst een reis naar de familie in Holland cadeau te geven. Dat deed ze volgens mij in februari daaropvolgend. Elsie en ik trokken tijdelijk bij Pa en de jongens in om het huishouden draaiend te houden. Nadat Rick geboren was, was ons appartementje te klein en in plaats van een andere huurwoning te zoeken, kochten Pa en ik een oud gebouw, eertijds een bakkerij, aan een riviertje in het dorpje Glen Williams bij Georgetown. Het werd een hele verbouwingsklus, met als resultaat een boven- en een benedenwoning, die we in de zomer van 1964 konden betrekken, ook met Daan en Theo, die nog vrijgezel waren. In de zomer was het een prachtig plekje, beschaduwd met bomen bij het ondiepe riviertje. Maar het huis was slecht geïsoleerd, zonder c.v. en slechts verwarmd door luchtverwarmers op propaangas, waardoor het bij tijd en wijle fris was. Tussendoor won ik ook nog een prijs van de zaak: een reisje naar de Bahama's.                                                                                

In onze tweede winter daar, bevroor de rivier tot op de bedding en na hevige regenval eind februari brak het ijs en vormde een ijsdam een eind voor ons huis. En toen die brak kregen we beneden met 1.20 meter water te maken. Er vielen geen gewonden, maar de schade aan b.v. de meubels, de koelkast en het fornuis was groot. We trokken met z'n allen weer even bij Chris Bijdevaate in waarna Elsie en ik teruggingen naar de bovenwoning. De anderen bleven bij de Bijdevaates tot we de benedenwoning weer op orde hadden. De overstroming was juridisch gezien 'overmacht' en dus volgde er geen uitbetaling door de verzekering. De week erna ging Theo trouwen met een meisje uit Toronto en verhuisde hij naar Acton op drie kwartier rijden van ons vandaan.

Helemaal zelfstandig

Pa en Ma kregen een aanbod om een tehuis voor verlaten en hulpbehoevende kinderen te gaan leiden in een dorp bij de plaats Kitchener. De eigenaar had meer van die tehuizen, was van Nederlandse afkomst en heette Vos. Wij bleven na hun vertrek nog een wintertje in Glen Williams, verkochten toen het huis en kochten een bungalow net buiten Georgetown. Daan vertrok naar Toronto om dichter bij zijn werk te zijn. Dus vanaf die tijd waren we allemaal op ons zelf. Na een jaar of twee verkochten we de bungalow en kochten we een woon- en winkelpand op de hoek van een straat in Norval aan de andere kant van Georgetown. Het lag op vijf minuten van mijn werk en Elsie hield de winkel bij met behulp van een parttimer. Met de eigenaren van de zaak waar ik werkte waren - en zijn we - goed bevriend en ik heb daar twaalf jaar gewerkt. Maar ik zag dat de klandizie minder werd toen er zich een veel grotere supermarkt vestigde en ik begreep dat ik moest opstappen. Ik ging in dienst bij de supermarktketen Safeway in Brampton, 20 minuten verderop, waar ik zeven jaar bleef.

Alles kwijt!

In 1967 maakten Ma en Pa een reis naar Holland als verassing voor de familie Bokma, die een huwelijksjubileum vierden. Toen ze het tehuis bestuurden, kochten ze een grote camper in Beams Village bij Niagara om op vakantie mee te gaan. Na zes jaar in het tehuis gewerkt te hebben, wilde de eigenaar daar zelf wonen en dus moesten ze naar een ander tehuis. Daar beviel het hen niet, waarop ze ontslag namen en in dienst traden van Sunshine Homes, een tehuis voor volwassenen met geestelijke problemen. Vanaf die tijd woonden ze in hun camper. Maar op een ochtend in de winter werd ik al vroeg door Pa gebeld, die helemaal van streek was en zei dat ze alles kwijt waren. 's Nachts had de camper vlam gevat en ze konden maar net het vege lijf redden met de kleren die ze aanhadden. Deze keer keerde de verzekering wel uit en ze kregen hulp van de gemeente, het Rode Kruis dat voor tijdelijke huisvesting zorgde en van mensen die voor eten en kleren zorgden. Maar veel, zoals spulletjes uit de familie en fotoalbums, is onvervangbaar. De foto's in mijn bezit zijn afkomstig van tante Rie Bokma, die ze eerder van ons opgestuurd had gekregen.

Hierna verhuisden mijn ouders naar Jordan, niet ver van ons vandaan. De zomer erop kwam de familie Bokma ons bezoeken. Helaas konden we elkaar vanwege ons werk niet zo vaak zien. We organiseerden bij Daan in Toronto een reünie en later kwamen we hen uitzwaaien op het vliegveld.

(Volgende week het slot van de serie)

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding