Afbeelding
Foto:

Verhuizen

Deze column wordt vanuit een soort niemandsland geschreven, want ik zit midden in een verhuizing. En dan bedoel ik niet dat we ons vaste adres gaan verlaten, maar vorige week hebben we wel afscheid moeten nemen van onze caravan. Een gezin uit het Brabantse was 'weg' van ons ruim veertig jaar oude buitenverblijf en haalde dit zaterdag op kwam heelhuids aan op hún stekje ergens in Brabant. Wij bleven wat ontredderd achter. Bijna vier seizoen hadden we er lief en leed mee gedeeld op de camping en nu hadden we niets meer. Ondanks de gehechtheid aan dat onderkomen is de eerste liefde toch wat bekoeld. Met een wc-rol onder je arm naar de toiletten en 's avonds rond een elektrisch kacheltje op een zonnestoel, terwijl de muggen je bloed dronken, was toch minder romantisch dan eerder gedacht. Het 'iedere-dag-vakantie-gevoel' was er ook niet altijd. Zeker niet als je in het voor- en najaar alles respectievelijk moest opzetten en afbreken. Maar het camping-gevoel laat ons toch niet los al zijn we wel wat realistischer geworden. We hebben ongeveer 50 meter verder op dezelfde camping maar nog een nieuw terrein een stacaravan - met ook al wat levenservaring - gekocht. Het gevolg is wel dat er een week tussen zit voor we het nieuwe onderkomen kunnen betrekken en daarom lopen we nu wat verloren rond op de camping. "Je zit in een soort interbellum" veronderstelde mijn college deze week. En daar kon hij wel gelijk in hebben, want de voortekenen van een nieuwe strijd dienen zich al aan. Alles moet weer vanaf de grond worden opgebouwd. Spierkracht en technisch inzicht van familie en vrienden zal weer aangesproken moeten worden. Maar we werken op moed want het sanitair is uitgebreid en de toiletrol onder de arm zal waarschijnlijk tot het verleden behoren. Ook zal het krantje lezen 'op de bank' 's avonds weer mogelijk zijn.