'Beproeven'

"Beproevende wat de Heere welbehaaglijk is".
(Efeze 5:10)

"Hoe denkt u daar eigenlijk over?"
"Wat vind jij daar nou van?"
Vragen die wij nogal eens stellen en te horen krijgen.
In deze tekst gaat het er echter niet over wat ik of wat een ander wil. Hier heeft de apostel het over datgene wat de Heere wil. Niet wat mij bevalt, maar wat de Heere Jezus welgevallig is.
Dát verbindt Paulus met waarachtig geestelijk leven. Het staat op één lijn met het 'navolger Gods' zijn (vs. 1) en met het 'wandelen als kinderen des lichts' (vs. 8). 'Beproeven wat de Heere welbehaaglijk is... ' Weet u een schriftuurlijker karakterisering van het geloofsleven? Daarin gaat het immers om Hém.

Waar de Heilige Geest niet werkt, gaat het enkel om mijzelf, om mijn eigen wil of om wat anderen van mij verwachten. Dat kenmerkt ons natuurlijke leven. Daarin is geen plaats voor Christus. Daarom is dat een leven in de duisternis van de dood.

Zo was ook het oude leven van de Efeziërs. Zij kenden de Heere niet, of niet écht. Totdat de prediking van Christus de Gekruisigde hun hart verbrak. En zij in de Man van smarten hun Zaligmaker vonden.
Om Wie gaat het in een christenleven anders dan om Christus? 'Beproeven wat de Heere welbehaaglijk is', dat zegt iemand die Christus niet kent niets. Dat zegt iemand die de Heere heeft lief gekregen alles. Immers: 'mijn hart roept uit tot God Die leeft, en aan mijn ziel het leven geeft'. En dáárom: "Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?"
Het woordje 'beproeven' heeft iets in zich van: 'op de proef stellen, onderzoeken, beoordelen'.
Om te beoordelen wat de Heere Jezus behaagt hebben we geestelijk onderscheidingsvermogen nodig. Om te doorzien wat de Heere wel en niet wil. Dat is iets waarin de gelovigen dagelijks geoefend moeten worden. Gods kinderen blijven levenslang leerlingen van Christus. In dat leerproces maakt de Heilige Geest ze steeds fijngevoeliger in het onderscheiden van wat God behaagt en wat niet. Net zoals een klein kind bij het opgroeien steeds scherper gaat aanvoelen waar vader en moeder blij mee zijn, en wat hun verdriet doet.

Dat 'beproeven' is bepaald niet vrijblijvend. Als u de Efezebrief doorleest, proeft u iets van de radicaliteit van het leven met Christus. Ware liefde tot de Zaligmaker van zondaren betekent ook het zich metterdaad richten op datgene wat Hem behaagt. Dat betekent ook het hartgrondig haten en afstand nemen van alles wat hoort bij de duisternis van de zonde, in ons eigen hart en in de wereld om ons heen. En dat omwille van Hem Die met Zijn zondaarsliefde al onze liefde eeuwig voor was. Hem welbehaaglijk zijn...

Hoe u dat leert? Op de knieën: "Heere, leer mij naar Uw wil te handelen; 'k zal dan in Uw waarheid wandelen... "

Deze overdenking stond eerder in Eilanden-Nieuws van 9 juni 2000.