Afbeelding
Foto:

'Honderd, dat word je maar eens, hè'

STELLENDAM – "We benne een mooi stel", zegt de vandaag honderd jaar geworden Johanna (Antje) Koese-van Splunder. Ze heeft het tegen wethouder Peter Feller, die haar namens de gemeente Goeree-Overflakkee komt feliciteren en in de verte nog aangetrouwde familie blijkt te zijn. Hij is getrouwd met een achternichtje van de jarige.

Tekst en foto: Kees van Rixoort

Mevrouw Koese-van Splunder kwam op 28 mei 1918 ter wereld in Goedereede. Tussen die dag en haar honderdste verjaardag is er onnoemlijk veel gebeurd. De jarige pikte zelfs nog een paar maanden van de Eerste Wereldoorlog mee, zij het niet bewust. Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte ze een oom kwijt, die voor de Arbeidseinsatz naar Duitsland moest en daar het leven liet.

De Watersnoodramp van 1953 hakte er ook in. De familie Koese woonde aan het Spuipad in Stellendam, dat als eerste vol water liep. Een reddingssloep zorgde voor redding: de hulpverleners waren op tijd om het gezin van zolder te halen.

De 100-jarige woonde tot 1942 in Goedereede, waar ze tien jaar als dienstmeisje werkte. "Als je van school kwam, moest je werken", vertelt ze te midden van het feestgedruis in haar mooie appartement. "Weet je wat ik verdiende: 35 gulden – je had toen nog guldens – in drie maanden, voor zeven dagen werken per week. En thuis moest ik dat geld op tafel leggen, want je moest helpen de kost te verdienen." Ze vertelt dat ze ooit – het moet in de jaren twintig zijn geweest – in de eerste auto in Goedereede mocht meerijden.

In 1942, midden in de oorlog, trouwde ze met een visser in Stellendam. Toen ging ze daar ook wonen. Ze is er nooit meer weggegaan. "Ik mag wonen op Stellendam, maar ik ben geen Stellendammer", zegt de 100-jarige stellig.

In 1968 overleed haar man, de garnalenvisser, dus mevrouw Koese is al bijna vijftig jaar weduwe. Ze heeft zeven kinderen, achttien kleinkinderen, zesentwintig achterkleinkinderen (de zevenentwintigste is in aantocht) en twee achterachterkleinkinderen. "Ik heb er een stuk of vier die al niet meer werken", zegt ze over haar kinderen, die overigens allemaal in de buurt wonen. Het huis van haar oudste zoon staat nog het verst van het verzorgingshuis aan het Amaliapad: in Dirksland.

De jarige is gebonden aan een rolstoel, lopen kan ze niet meer. Maar verder is ze er goed aan toe, al heeft ze weleens moeite om al haar nageslacht uit elkaar te houden. "Van wie bin joe d'r een", vraagt ze als ze het niet weet. Ze leest nog – grote letters – en geniet volop van het bezoek dat ze regelmatig krijgt.

Zoals vandaag: kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen komen oma feliciteren. 'Honderd, dat word je maar eens, hè', glundert ze. En er is dus zelfs een ver aangetrouwd familielid, die wethouder is van de gemeente Goeree-Overflakkee. Samen poseren? Prima, maar dan eerst een corsage opspelden. Mooi stel inderdaad.