Afbeelding
Foto:

Wethouders

'Zet dat maar in de krant', zo voegde een wethouder van de toenmalige gemeente Goedereede er ten overvloede aan toe tijdens een interview. Hij deed in dat vraaggesprek de uitspraak dat hij 'zich niet door de raad laat opjagen'. Bij het nalezen van het interview voor publicatie zou hij die zin wel schrappen, zo dacht ik. Maar de wethouder had de moed om het te laten staan en natuurlijk citeerde ik de zin in de krantenkop bij het artikel. Het gevolg laat zich raden: een verbolgen raad waarin vooral de oppositiepartijen superlatieven tekort kwamen om hun onvrede richting de wethouder te ventileren.

'Zet dat maar niet in krant, Adri', zo hoor ik nu en dan een wethouder van de huidige gemeente tegen me zeggen tijdens een 'informele' bijeenkomst. Dit meestal na een wat gedurfde uitspraak over iets dat nog geen officieel beleid is, maar misschien ooit nog eens uitgevoerd zal worden. Het zal wel met de persoon van de wethouder te maken, maar bovenstaande voorbeelden tekenen de veranderingen die er ook voor het wethouderschap hebben plaatsgevonden. Het is niet gemakkelijk om wethouder te zijn en het lijkt er ook niet op dat het ooit nog eenvoudiger zal worden. Dat, zoals vroeger, wethouders decennia lang als een soort automatisme in functie konden blijven is al lang voorbij.

De afgelopen periode en ook het gisteren benoemde college is hiervan een voorbeeld. Van de moderne wethouder wordt niet alleen deskundigheid en behendigheid verlangd, maar ook passie voor het ambt is onontbeerlijk. Dat viel me pas weer op toen ik in gesprek raakte met een oud-wethouder die, hoewel afkomstig van buiten het eiland, nog steeds intensief met het wel en wee van zijn voormalig werkgebied meeleeft. Het 'nieuwe' college wens ik veel wijsheid en een flink portie passie toe. En voor de 'gaande mannen': er is ook nog leven na het wethouderschap. Geniet ervan.