Ramadan

Op woensdag 16 mei 2018 is de ramadan, de vastenmaand voor de moslims, begonnen. Deze vastenmaand duurt tot 14 juni. Inmiddels zijn er in Nederland ongeveer 1 miljoen mensen met een moslimachtergrond. Een deel daarvan houdt zich ook aan de regels van de islam. Hoe moeten we een dergelijke vastenmaand beoordelen?

In de eerste plaats is de islam een niet-christelijke religie. Daarom geloven wij dat het ware heil niet via de koran, Mohammed en de onderhouding van de sharia kan worden verkregen. De islam is, net als trouwens het orthodoxe jodendom, een religie die de nadruk legt op het volbrengen van godsdienstige plichten. Afhankelijk van de mate waarin mensen hun plicht hebben gedaan, zullen ze eenmaal op de oordeelsdag geoordeeld worden. Het hoeft denk ik geen betoog dat we vanuit het christelijke geloof, de islam afwijzen als ware religie. Overigens betekent dat niet dat we moslims willen doden en het land uitwijzen. Het liefst zouden we zien dat moslims zich bekeren en tot het geloof in de Heere Jezus komen. Dat is het ware heil waarvan de Bijbel getuigt en waarin een oprecht christen gelooft. De essentie van het christelijke geloof is het behoud door het offer van Christus. Juist op dit punt staat de islam geheel tegenover het christendom. Laten we dergelijke verschillen duidelijk benoemen en overwegen. Er is maar één weg tot de zaligheid, Jezus Christus en Dien gekruisigd. Het is aan de kerk en aan de christenen om die waarheid aan medemensen bekend te maken.

In de tweede plaats is vasten een godsdienstig ritueel. Er zijn in de religie verschillende rituelen. Naast vasten kennen we bidden, dopen, mediteren, en zo meer. Vasten is ook in de Bijbel een bekende zaak. In het Oude Testament lezen we over vastendagen. Ook in het Nieuwe Testament komen we het vasten tegen. De gemeente van Antiochië heeft gevast en daarna Barnabas en Paulus uitgezonden, in opdracht van de Heilige Geest, naar het heidendom. Zo is de eerste zendingsreis van de apostel Paulus begonnen. Met bidden en vasten van de gemeente. Ook op andere plaatsen in het Nieuwe Testament komen we het vasten tegen. De duivel bijvoorbeeld kan alleen worden uitgedreven met bidden en vasten. Helaas moeten we erkennen dat het vasten (en misschien ook wel het bidden) langzamerhand vrijwel geheel is verdwenen. Ik weet wel dat daar deels verzet in zit tegen de Roomse verdienstencultuur, maar of we daarmee helemaal terecht het vasten de deur hebben gewezen is de vraag. In het Nieuwe Testament komen we het tegen en ook bij verschillende oudvaders wordt uitvoerig over de praktijk van het vasten gesproken. Zelfs Calvijn vindt het een nuttige inzetting voor de kerk des Heeren. Als ik daarom mijn Turkse groenteboer de komende maand zie vasten, dan is dat wel een herinnering aan een goede Bijbelse gedachte. Zouden moslims het verwereldlijkte Nederlandse christendom op deze manier toch niet een beetje een spiegel voorhouden? Nogmaals: de islam is geen ware religie, maar vasten is wel een zaak die we in de Bijbel vinden.

In de derde plaats is vasten zichzelf dingen onthouden. Om daarmee te meer aan God en Zijn Woord te denken. We hebben bekering nodig. De Heere gebruikt daarvoor Zijn Woord en Zijn Geest. We weten dat de Heere werkt in de weg van de middelen. Zou veel geesteloosheid ook niet komen door slordig gebruik van de middelen? Wat is er eigenlijk op tegen om af en toe eens stil te staan bij de eeuwige dingen? Die behoren toch het zwaarste te wegen in ons leven. De ware hemelburger is op aarde niet thuis. Daarom is matiging en beperking iets wat ons in de Bijbel wordt aangewezen. Misschien toch een puntje om eens wat bij stil te staan. Ook in de praktijk van het leven.

Ds. W. Visscher