Afbeelding
Foto:

We zijn gewoon een zeurvolkje

Bij de invoering van de OV-chipkaart een paar jaar geleden was er een hoop gedoe. Zelf had ik daar niet zoveel mee te maken: Middelharnis was prima aan te fietsen. Sinds een aantal jaar maak ik wel actief gebruik van het openbaar vervoer, en de daarbij behorende OV-chipkaart. Om met de treindeur in huis te vallen: ik vind het een prima ding. Het functioneert, is praktisch en je kunt er - binnen Nederland - mee in iedere vorm van openbaar vervoer. De enige mogelijke nadelen die ik zie zijn de prijs en de houdbaarheidsduur. Het OV in Nederland schijnt namelijk vrij duur te zijn in relatie tot andere Europese landen. Daarnaast moet je verplicht iedere 10 jaar een nieuwe kopen. Maar verder vind ik het allemaal wel prima. Met je telefoon of bankpas betalen hoeft van mij dus allemaal niet.

Als ik problemen heb met reizen heb ik die niet met het vervoersbewijs, maar met de aanrijtijden van treinen. Ze verzinnen van alles: wissel-, trein-, sein- en lijnstoringen. Er is altijd wel een geldige reden om de reiziger te vertragen. Al gaat het natuurlijk ook wel eens goed en kom je wél op tijd aan. Maar terug naar de OV-chipkaart. Zelfs mijn neefje van acht zou nog stappen hoe zo'n ding werkt als hij de (ietwat kinderlijke) instructiefilmpjes ziet. Hoe moeilijk kan het zijn? Het geklaag daarover zit hem misschien een beetje in de aard van de Nederlanders. Tenslotte zijn we misschien ook wel gewoon een beetje een zeurvolkje, hoewel we toch in de top 10 van de meest gelukkige landen ter wereld staan. Maar misschien zijn we daar 'perrongeluk' in terechtgekomen.