Afbeelding
Foto:

'Een verzetsdaad kon fataal uitpakken'

DIRKSLAND – 'Selamat tinggal Dirksland', ofwel 'Vaarwel Dirksland'. Dat was dit jaar het thema van de Dodenherdenking in Dirksland. Na de Joodse slachtoffers uit Dirksland (2016) en de Canadese militair Walter Veness (2017) stonden nu de in Dirksland geboren slachtoffers in Nederlands-Indië centraal.

Tekst en foto: Kees van Rixoort

Het zijn er vijf: Eeuwit Bal, brigadier-marechaussee, en Douwe van Dijk, stoker op een onderzeeboot, stierven als krijgsgevangene tijdens hun werk aan de beruchte Birma-spoorweg. Pieter de Bruin en Willem Walraven, die na hun betrekking bij het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) een bestaan hadden opgebouwd in de Nederlandse kolonie, kwamen om in een Jappenkamp. Jan Willem Witvliet, het vijfde slachtoffer uit Dirksland, overleefde de Slag in de Javazee niet: een Japanse voltreffer zorgde ervoor dat een kleine vijfhonderd opvarenden van de Hr. Ms. Java omkwamen.
Van Eeuwit Bal waren er familieleden aanwezig tijdens de herdenking in Dirksland. Op de plechtigheid, die traditiegetrouw begon in de dorpskerk en eindigde met onder andere twee minuten stilte en het leggen van kransen en bloemen bij het monument aan het Gelderspad, kwamen veel belangstellenden af, waaronder de nodige kinderen en jongeren.
Dat laatste was ook Tea Both opgevallen. Het CDA-raadslid zei, voordat ze namens de gemeente Goeree-Overflakkee een krans legde: "Jongens en meisjes, wat goed dat jullie vanavond hier zijn en daarmee laten zien dat jullie betrokken zijn. Dat is best belangrijk!"

Ongewisse toekomst

Both stond in haar toespraak stil bij verschillende episoden uit de Dirkslandse oorlogsgeschiedenis en ging ook in op het 'het verzet', het door het Comité 4 en 5 mei gekozen landelijke thema. "Wie besloot een onderduiker te huisvesten, een illegale krant te beginnen of in het gewapend verzet te gaan, vergrootte zijn of haar eigen ongewisse toekomst. De gevolgen van zo'n besluit konden fataal uitpakken… Soms was een daad van verzet het laatste wat overbleef om familieleden of kameraden te helpen, voor anderen vormde de illegaliteit de enige uitweg om te kunnen overleven, om te ontkomen aan honger en kou, aan razzia's en wegvoeringen."
In de kerk had dominee Timmerman ook al het thema 'verzet' aangeroerd. "Wat zijn de risico's van verzet voor je werk, voor je gezin, voor je leven? Is het niet menselijk om voor jezelf te kiezen? Toch kozen verschillende mensen voor het verzet. Daarbij speelden twee motieven: liefde tot God en liefde tot de ander. Dat is de samenvatting van de wet die God ons gegeven heeft. En daar gaat het ten diepste om in het leven. Een keuze voor jezelf is niet menselijk, maar onmenselijk. Je bent pas echt mens als je God liefhebt en je medemensen in je omgeving."

Aan de herdenkingsbijeenkomst in Dirksland werd verder medewerking verleend door Mart-Jan Koedam (bugel), Anton Weenink (piano en orgel), het koor Sursum Corda, muziekvereniging Amicitia en Dennis Notenboom (WO2GO). De laatste ging in op de levens van de vijf in Nederlands-Indië omgekomen Dirkslanders en eindigde zijn verhaal met een bekende tekst van Willem Walraven, die ook te zien is op de plaats waar zijn geboortehuis stond: "En er gaat geen dag voorbij dat ik niet aan Dirksland denk…"
Fay Leffers (De Inktvis) en Machteld van der Wielen (Prins Maurits) hadden de gedichtenwedstrijd op hun school gewonnen. Zij droegen hun gedicht voor en lazen de namen voor van de oorlogsslachtoffers uit Dirksland.

Afbeelding