Afbeelding
Foto:

Schippersknecht Arie Holleman vervoerde voedsel, onderduikers, oorlogsvliegers en illegale lectuur

Heb je het over oorlog, bezetting, Jodenvervolging, inundatie, Arbeitseinsatz, krijgsgevangenen, bombardementen en Hongerwinter – al die zaken die rond 4 en 5 mei weer volop in de belangstelling staan –, dan mag je het verzet niet vergeten. In het verzet op Goeree-Overflakkee speelde Arie Holleman een belangrijke rol. Een rol die we nog eens opdiepen aan de hand van een aantal documenten die zijn dochter, mevrouw Nauta-Holleman in Dirksland, nog altijd koestert. Publicatie is welkom, om niet te vergeten wat Arie Holleman deed tijdens de oorlogsjaren.

Door Kees van Rixoort; foto's: collectie van familie Nauta te Dirksland

De documenten zijn een artikel uit Eilanden-Nieuws van 15 april 1995 ('De schepen van Dirksland', geschreven door David Hoogzand), nieuwsbrief De Band voor het voormalig verzet in Zuid-Holland (editie januari/februari 1988), herinneringen van verzetsstrijder Jan Willem de Geus en twee krantenartikelen uit 1984.

Neeltje

In het artikel van David Hoogzand over de Dirkslandse schepen is een gedeelte gewijd aan de Neeltje, een schip met een dieselmotor van 40 pk en een snelheid van maximaal 14 kilometer per uur. Het schip is van Adriaan de Graaff. Arie Holleman is matroos of schippersknecht aan boord van de Neeltje.

Dit schrijft Hoogzand over Holleman, "die meer dan veertig jaar op de Neeltje zijn beste krachten heeft gegeven": "Vooral tijdens de oorlogsjaren wisten (…) Adriaan de Graaff en matroos Arie Holleman zich zeer verdienstelijk te maken. Zij vervoerden landbouwproducten zoals aardappels, peen, peulvruchten, tarwe en uien naar Rotterdam waar hoe langer hoe meer gebrek was en zelfs honger werd geleden. Een deel was bestemd voor de verzetsbeweging, soms zelfs de ganse lading! Ook zijn verscheidene onderduikers onder wie enkele geallieerde oorlogsvliegers met de Neeltje ergens anders in veiligheid gebracht. Adriaan de Graaff en Arie Holleman zijn indertijd beiden postuum onderscheiden met het Verzetsherdenkingskruis."

Postuum is niet juist, want Arie Holleman kreeg het Verzetsherdenkingskruis in 1984, zo melden twee krantenartikelen. Hij was toen 78 jaar. De onderscheiding ontving hij, uit handen van burgemeester Oversier van de gemeente Dirksland, omdat hij actief aan het verzet heeft deelgenomen.

Te slim af

In de berichtgeving rond de uitreiking komt Holleman naar voren als iemand die de Duitsers meermaals te slim is af geweest, "door onder hun spiedende ogen met de Neeltje op de route Dirksland-Rotterdam illegale bladen, wapens, voedsel en zelfs gezochte personen mee te nemen en veilig af te leveren, wetend dat ontdekking de gang naar een concentratiekamp of zelfs de doodstraf had kunnen betekenen… 't Was steeds goed afgelopen."

"Mevrouw Van Seters verborg gezochte personen – Joden, geallieerde vliegers – in de kelder onder de boerderij en Holleman verscheepte ze. Het Flakkees verzet was in 1944 bijna gebroken en de meeste gezochte personen moeten een goed heenkomen vinden, waarbij een beroep op de beurtschipper werd gedaan."

Velen zouden zijn teruggeschrokken voor deze taak, maar Arie Holleman, "een ruwe klant met een gouden hart", deed mee en werd een vaste koerier die, wanneer de Duitsers hem te na kwamen hen met een kwinkslag om de tuin wist te leiden. In de boerderij van Van Seters in Melissant werd volgens de krantenberichten ook illegaal geslacht en distributiebonnen verhandeld.

Trouw

Burgemeester Oversier was vol bewondering voor de voormalige schippersknecht. Hij zei: "U moet in die tijd wel enorm veel angsten hebben doorstaan. Zonder materiële vergoeding. Bittere kou is uw deel geweest. Uw vrouw liep dagelijks de kans met toen nog acht kleine kinderen achter te blijven. U was een getrouw lid van de samenleving juist toen de trouw van de Nederlanders zo zwaar op de proef gesteld werd. Het past Nederland om u daarvoor dankbaar te zijn."

Vier jaar later, in 1988, stierf Arie Holleman op 82-jarige leeftijd. Nieuwsbrief De Band voor het voormalig verzet in Zuid-Holland staat erbij stil in het januari/februari-nummer. "Op onopvallende wijze heeft hij zich in de oorlogsjaren 1940-1945 ingezet voor de bevoorrading van voedsel aan ondergrondse adressen in Rotterdam. Hij was een wekelijkse koerier voor het vervoer van illegale lectuur, onderduikers, verzetsmensen en ook een enkele maal een geallieerde piloot", meldt het in memoriam.

"Vaak wist hij als de Kriegsmarine aan boord kwam deze met behulp van een loyaal gebaar en het zwaaien met een fles geestrijk vocht van een intens onderzoek af te houden, zodat hij ondanks de nodige zweetdruppels tot aan het einde van de oorlog een belangrijke schakel bleef tussen Goeree-Overflakkee en het verzet in Rotterdam… Heel wat Rotterdammers hebben nogal wat te danken aan deze schipper. Gelukkig waren met hem nog enkele schippers op dat eiland die hand en spandiensten verleenden aan het verzet en grote risico's durfden te nemen ten bate van de voedselvoorziening van de hongerende steden."

Voedselvoorziening

En zo herinnert ook Jan Willem de Geus deze onverschrokken schippersknecht. De Geus was verzetsstrijder, eerst op Flakkee en later in Rotterdam, als lid van een knokploeg. Het belangrijkste verzetselement voor Flakkee was volgens De Geus de voedselvoorziening als hulp aan onderduikers. De Geus legde als "hoofdopzichter van de voedselvoorziening" contact met dorsmachinebedrijven, opzichters, distributiebureaus, politiemensen en… beurtvaarders.

"Er werden op Flakkee door het verzet bij anti-Duitse boeren vrij gemakkelijk grote hoeveelheden graan ingezameld. Het autootje van Theo Zoeteman uit Dirksland kraakte soms onder het gewicht van het illegaal verkregen voedsel. Het gelukte op deze manier ook een schip vol aardappelen en een schip met graan naar Rotterdam te krijgen", aldus De Geus.

"In korte tijd waren alle opzichters die niet verdacht waren bij het verzet ingeschakeld. Ook, en dat was zeer belangrijk, de directeuren van de distributiebureaus, of een van hun personeelsleden in Middelharnis, Ouddorp en Ooltgensplaat. Via deze bureaus verkreeg ik voor valse bonnen grote hoeveelheden bonkaarten die … naar de landelijke organisatie van het verzet gingen."

Hofleverancier

Dan noemt de oud-verzetsstrijder een aantal activiteiten die het Flakkeese verzet op touw zette. Zoals het verspreiden van illegale lectuur, het innemen van bonkaarten, het onderbrengen van onderduikers, het verbergen van Engelse vliegeniers en Joodse kinderen. En: "Betrouwbare hulp verlenen bij het vervoer van illegale goederen via de beurtvaart van en naar Flakkee. Belangrijk was daarbij A. Holleman, schippersknecht te Dirksland, voor wie geen Engelse vliegenier, Jodenkind, onderduiker, wapens of stapels illegale lectuur te veel was. Ook al moest hij soms de Duitse controle met drank en andere manieren een rad voor ogen draaien. Holleman was hofleverancier van de knokploeg van de eilanden in Rotterdam."

Stuk voor stuk heldendaden, vindt De Geus. Hij besluit met een gedicht:

"Ik zou ze willen eren, die naamloos zijn gebleven.
Maar na een halve eeuw zijn wein'gen nog in leven.
Zij waren bang, maar voor hun hart moesten zij het doen.
Vergeet de daden niet van 't 40-45 legioen."

Arie Holleman tweede van links.
Afbeelding
Afbeelding