Afbeelding
Foto:

Bakfiets vol verdriet

Helemaal opgewonden was onze oudste dochter toen ze onlangs op een woensdagmiddag haar eerste speel-afspraakje had. Om stipt één uur zat ze - samen met haar kleine zus - in de bakfiets. "Gaan we nu?" Vrolijk stapte ze een paar minuten later bij haar vriendin naar binnen. Minder enthousiast was onze jongste, die in de veronderstelling was dat ze ook uit spelen mocht en het zeer vreemd vond dat ik haar weer in de bakfiets hees. Terwijl de tranen over haar wangen stroomden, scandeerde ze - tot we thuis waren en mét gevoel voor drama - luidruchtig de woorden "Ze is míjn zus, ze is míjn zus..."
Een paar uur later konden we tot grote vreugde van onze jongste haar zus weer ophalen. Dit keer was onze oudste minder enthousiast. Tranen rolden over haar wangen, terwijl ze - tot ik de bakfiets onze garage in reed - voortdurend de naam van haar vriendinnetje mompelde, gevolgd door het hartstochtelijke: "Ik mis haar zóó".
Een week later mochten wij een vriendinnetje verwelkomen. Dit keer voorzag ik weinig problemen. Kleine zus kon meespelen en was zeer in haar nopjes met het speelgoed dat de gast had meegebracht. Het was oprecht gezellig. Tot ik het hele gezelschap om half vijf in de bakfiets hees, met de bedoeling het vriendinnetje thuis af te zetten. De heenweg ging prima. De terugweg... niet zo. Dit keer huilde namelijk ons complete nageslacht. De oudste, omdat ze haar vriendin "vreselijk miste". De jongste, omdat de vriendin in kwestie haar speelgoed weer mee naar huis nam: "En dat is míjn speelgoed".
Mede-weggebruikers wierpen verwonderde blikken op mijn bakfiets vol verdriet. En dus wil ik deze gelegenheid aangrijpen om het uit te leggen: mocht u mij op woensdagmiddag tegenkomen met een bakfiets met daarin huilend kroost, laat u dan niets wijsmaken; minimaal één en mogelijk twee van onze kinderen hebben zojuist de middag van hun leven gehad.