Links met puntdak de pastorie aan de Voorstraat waar de familie Vetter tijdelijk verbleef.
Links met puntdak de pastorie aan de Voorstraat waar de familie Vetter tijdelijk verbleef. Foto:

Uit het leven van hulpprediker T. Vetter (1884-1965) Van steenhouwer tot prediker (slot)

In het kerkhistorisch tijdschrift 'Oude Paden', uitgeverij De Groot Goudriaan te Utrecht, van december 2017 en maart 2018 wordt in een tweetal artikelen het leven beschreven van wijlen de eerwaarde heer T. Vetter. Hij was destijds godsdienstonderwijzer in De Langstraat en in Middelharnis. De artikelen maken deel uit van een korte serie, waarin drie godsdienstonderwijzers of hulppredikers, zoals ze ook wel genoemd werden, nader beschreven worden. De titel van deze serie is: Herdersjongens op Flakkee. Vorige keer werd het eerste deel van het artikel over de heer Vetter geplaatst in Eilanden-Nieuws.

Door A.J. Nelis

Verdreven uit Langstraat…

De Tweede Wereldoorlog heeft ook op het voormalige eiland Goeree-Overflakkee zijn sporen getrokken. Er zijn bij veel inwoners wonden geslagen, die tot op de dag van vandaag schrijnen. De Duitse overheerser ging in de loop van de vijf oorlogsjaren steeds meer beducht worden voor een aanval van de geallieerden in het westen van Europa. Daarom werd de zogenoemde Atlantikwall aangelegd. Van Spanje in het zuiden tot de Noordkaap in het noorden werd een gordel van verdedigingswerken langs de kust aangelegd over een lengte van circa vijfduizend kilometer. Door de aanleg van bunkers, mijnenvelden, Rommelasperges en Spaanse ruiters, maar ook door het inunderen (onder water zetten) van het achterland, moest een strook van twaalf kilometer breedte ontstaan met verdedigingswerken, die een invasie onmogelijk maakte.

Ook Flakkee was onderdeel van dit plan. Een groot deel van het oosten en zuiden van het eiland kwam onder water te staan. In totaal stond op 15 maart 1945 10.427 ha grotendeels vruchtbare landbouwgrond onder water. Hierdoor gingen 20.000 fruitbomen, 32.000 windschutbomen en duizenden heesters verloren op het eiland. 15.500 inwoners moesten huis en haard verlaten en elders op het eiland of aan de 'overkant' een onderkomen zien te vinden.

Het gezin van de heer Vetter vond in 1944 onderdak in de pastorie van de Hervormde Gemeente te Middelharnis. Ds. L. Blok, die van 1937 tot 1946 in Middelharnis stond, was van harte bereid de bovenverdieping van de monumentale pastorie, Voorstraat 27, beschikbaar te stellen voor de heer en mevrouw Vetter met hun nog thuis wonende kinderen. Deze gedwongen evacuatie zou voor het gezin en de ambtelijke loopbaan van de eerwaarde heer Vetter ingrijpende gevolgen hebben.

In de oorlogsjaren van 1940-1945 was er in de kerkenraad van Hervormd Middelharnis al geruime tijd sprake van de noodzaak tot het benoemen van een hulpprediker. Zelfs was in december 1943 de eerwaarde heer J.A. Kruithof te Waarder benoemd als zodanig. Deze bedankte echter voor zijn benoeming. Hoewel diaken D.D. Konings in 1936 de akte godsdienstonderwijzer behaald had bij het Classicaal-bestuur van Brielle, achtte de kerkenraad het toch niet raadzaam om hem in de eigen gemeente te benoemen als hulpprediker.

Wellicht op voordracht van ds. L. Blok werd besloten om de heer Vetter te benoemen als hulpprediker, mits de kerkenraad van de Nederlandse Hervormde Gemeente te Ooltgensplaat nog aanspraak maakte op de arbeid van hem voor de duur van de gedwongen evacuatie. Daarvan lezen we echter niets en zo wordt de heer Vetter op zondag 12 maart 1944 in de morgendienst door ds. Blok bevestigd met de vragen van het bevestigingsformulier van ouderlingen en diakenen.

De pastorale arbeid van de heer Vetter vond grote waardering in de Hervormde Gemeente van Middelharnis. De kerkenraad besloot dan ook als blijk van waardering hem over 1944 een gratificatie te geven van ƒ 100 boven zijn salaris.

Blijven of teruggaan?

Na de bevrijding op 5 mei 1945 keerden de inwoners van Oostflakkee weer terug naar hun woonplaatsen. Ook de heer Vetter zou weer terug kunnen gaan naar zijn vorige standplaats Ooltgensplaat-de Langstraat. De kerkenraad van Middelharnis wilde hem echter vanwege zijn gewaardeerd pastoraat voor eigen gemeente behouden en bood hem een benoeming aan, die door de heer Vetter werd aanvaard.

Middelharnis

In 1946 vertrok ds. Blok naar Kampen. Nu brak er voor de heer Vetter een extra drukke tijd aan, zowel wat het pastoraat betreft als de zondagse preekbeurten. De kerkenraad verzocht hem namelijk een deel van zijn 25 vrije zondagen te vervullen in de eigen gemeente. De heer Vetter, die wekelijks voorging op heel Flakkee en wijde omgeving, bewilligde hierin. Het echtpaar Vetter was ondertussen verhuisd van de pastorie in de Voorstraat naar Emmalaan 9 te Middelharnis. (Emmalaan 9 en 10 werden tot 1942 bewoond door de Joodse gebroeders David en Henri Haagens. David, die op nummer 9 woonde, was ongehuwd. Begin november 1942 werd hij door de Duitse bezetters opgepakt en naar kamp Westerbork gevoerd. Vandaar werd hij op 10 november 1942 weggevoerd en is op 31 maart 1944 in Silezië (kamp wordt nergens genoemd) overleden. Hij heeft daar dus, als tenminste de laatste datum juist is, nog bijna anderhalf jaar geleefd, hetgeen te verwonderen is, omdat zijn gezondheid veel te wensen overliet. Zijn broer Henri en zijn vrouw zijn vanuit Amsterdam of Westerbork met de laatste beruchte Sobibar-trein van 20 juli 1943 naar dat kamp vervoerd en direct na aankomst op 23 juli in de gaskamers omgekomen. Hun twee kinderen hadden ze op tijd laten onderduiken. Bron: Eilanden-Nieuws van 19 mei 1967).

Op vrijdag 3 september 1948 mocht het echtpaar Vetter-Wünsch gedenken dat zij veertig jaar getrouwd waren. Eilanden-Nieuws van 4 september 1948 meldde hierover in de rubriek Plaatselijk Nieuws, onder Middelharnis:

'Op 3 Sept. j.l. was het voor de in deze gemeente wonende Eerw. Heer T. Vetter en diens echtgenote en familie een zeer gedenkwaardige dag. Zij hadden door 's Heeren goedheid en bewarende hand, het voorrecht hun 40-jarig huwelijksfeest te mogen herdenken, zulks in het bijzijn van kinderen en familie en verdere genodigden. Het heeft hun die dag niet aan de nodige belangstelling ontbroken, zowel van de zijde van de gemeentenaren als van elders wonenden, zowel in brief als in telegramstijl en ook mondelinge felicitaties. Wij wensen de familie (in het bijzonder zijn Eerw. Heer Vetter als hulpprediker der Ned. Herv. Gemeenten) zo bij allen bekend en bemind, dat het hun gegeven mogen zijn hun 50-jarig huwelijksfeest te mogen herdenken.'

Mei 1949 werd de heer Vetter tot voorzitter verkozen van het bestuur van de Groen van Prinsterer-school. Hieruit blijkt wel dat hij een bekend en geacht burger van Middelharnis was geworden.

Per 1 juli 1951 kwam er officieel een eind aan het hulppredikerschap van de heer Vetter wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Zijn opvolger werd de eerwaarde heer C.J. Kesting, die enkele jaren later naar Dirksland vertrok.

Maart 1953 was voor het echtpaar Vetter een moeilijke maand. Niet alleen vanwege de gevolgen van de watersnoodramp, die ook Middelharnis trof, maar op 19 maart moesten zij afscheid nemen van hun dochter Ali en haar man, Willem Wittekoek en hun drie zonen, wegens emigratie naar Amerika.

Twee jaar later, om precies te zijn op 24 maart 1955, mocht de heer Vetter zijn veertigjarig ambtsjubileum gedenken. Eilanden-Nieuws van 19 maart 1955 besteedde hieraan veel aandacht. Na een opsomming van belangrijke gebeurtenissen uit het leven van de jubilaris te hebben weergegeven, schreef men: 'Steeds worden door hem nog diensten in de onderscheiden Herv. Kerken waargenomen. De jubilaris mag zich nog in een redelijke welstand verheugen. Ook zijn echtgenote, die jl. een ernstige val heeft gemaakt waarbij zij haar heupbeen brak en in het ziekenhuis te Dirksland moest worden opgenomen, is weer hersteld. "Door de genade Gods ben ik, dat ik ben", zei de heer Vetter tot ons, toen we een onderhoud met hem hadden. Zondagmorgen hoopt hij in de Herv. Kerk te Sommelsdijk in de dienst des Woords voor te gaan, waarin hij de weldaden des Heeren aan hem bewezen, hoopt te herdenken. Aan belangstelling zal het de jubilaris – die vele vrienden heeft op ons eiland en daarbuiten – zeker niet ontbreken. Wij als redactie voegen er gaarne onze gelukwensen aan toe en hopen dat de heer Vetter met zijn echtgenote een gelukkige levensavond mogen hebben, tot blijdschap ook van hun kinderen en familie.'

Die heimwee hebben komen Thuis

Dat dit geluk broos was, bleek in de zomer van 1957. Mevrouw Vetter werd ernstig ziek en moest een zware operatie ondergaan. In oktober van datzelfde jaar overleed zij alsnog onverwacht. Een groot verlies voor haar 73-jarige echtgenoot, die nu eenzaam achterbleef. Het duurde dan ook niet lang of hij trok in bij zijn zoon en schoondochter te Ooltgensplaat, gemeentesecretaris J.L. Vetter. Zijn nieuwe adres was toen Kaai 6 te Ooltgensplaat. Hier genoot hij nog een aantal jaren van de liefdevolle verzorging door zijn kinderen en kleinkinderen. In 1962 moest hij op doktersadvies het preken staken. Zijn laatste preek hield hij op 24 juli van dat jaar in het voor hem onvergetelijke kerkgebouwtje in Langstraat. Hij had toen zo'n drieduizend preken in Langstraat gehouden. De tekst voor deze laatste prediking was genomen uit 2 Koningen 4:1-7 en het thema van de preek was: 'En de olie stond stil', heel kennelijk!

In 1965 kwam de heer Vetter op het ziekbed te liggen, dat ook zijn sterfbed zou worden. Woensdag 17 februari overleed hij in de volle verzekering des geloofs. Ook voor hem gold: 'Die heimwee hebben komen Thuis'. De rouwbrief vermeldt Psalm 119:7 (berijmd).

De begrafenis vond onder zeer grote belangstelling op de algemene begraafplaats 'Vrederust' te Middelharnis plaats. Voorafgaand aan deze plechtigheid was een rouwdienst belegd in de Hervormde Kerk van Ooltgensplaat, geleid door ds. L. Blok uit Ridderkerk. Op 'Vrederust' aangekomen zijnde, sloten zich nog vele inwoners van Middelharnis en Sommelsdijk bij de rouwstoet aan. In de aula van de begraafplaats werd nog het woord gevoerd door ouderling G.H.L. de Bruin uit Ooltgensplaat als vriend en namens de kerkenraad van Ooltgensplaat en Langstraat. Mede namens zijn vrouw en de familie Kagchellland te Ooltgensplaat sprak de heer A. Verduijn te Middelharnis een persoonlijk woord. Verder spraken nog de heer H. van Dam uit Ooltgensplaat en ds. K. Schipper van Middelharnis. Tenslotte sprak de oudste zoon, de heer H. Vetter te Eindhoven, een dankwoord, waarna de vele belangstellenden getuige waren van de teraardebestelling.

Een goed getuigenis

Ongezocht stuitten we nog op een goed getuigenis over de heer Vetter. In Terdege van 7 november 2012 vertelt mevrouw W. Monster-van Oostende, weduwe van de oudgereformeerde predikant ds. D. Monster, en zelf afkomstig uit Ooltgensplaat: "Het ouderlijk gezin behoorde kerkelijk tot de Hervormde evangelisatie in het naburige gehucht De Langstraat. Daar sprak oefenaar Vetter zondags tweemaal een stichtelijk woord. "Die man kende een ander leven. Daar kon mijn man goed onder kerken."

De eerwaarde heer T. Vetter trok zijn sporen op Flakkee. De eeuwigheid zal openbaren voor hoevelen zijn prediking en pastoraat tot eeuwige zegen is geweest.

Bij de begrafenisplechtigheid van de eerwaarde heer Vetter was ook de toenmalige hulpprediker van Hervormd Middelharnis aanwezig, de eerwaarde heer A. Terlouw. Het is de bedoeling dat over hem het laatste deel van de serie 'Herdersjongens op Flakkee' zal gaan.

De schrijver doet een hartelijke oproep aan ieder die nog herinneringen in de vorm van preken, brieven, ontmoetingen en gesprekken of wat dan ook heeft, van zowel de eerwaarde heer Vetter als Terlouw, hem daarvan deelgenoot te willen maken. Adresgegevens: A.J. Nelis, Molentienden 95, 3253 VH Ouddorp, tel. 0187-681053, e-mail: a.j.nelis@filternet.nl.

De heer en mevrouw Vetter in de keuken aan de Emmalaan.
De familie Vetter ter gelegenheid van het 40-jarig huwelijksjubileum.
De grafsteen op het kerkhof van Middelharnis. Foto: www.online-begraafplaatsen.nl