Teunis Vetter.
Teunis Vetter. Foto:

Van steenhouwer tot prediker (1)

In het kerkhistorisch tijdschrift 'Oude Paden', uitgeverij De Groot Goudriaan te Utrecht, van december 2017 en maart 2018 wordt in een tweetal artikelen het leven beschreven van wijlen de eerwaarde heer T. Vetter. Hij was destijds godsdienstonderwijzer in De Langstraat en in Middelharnis. De artikelen maken deel uit van een korte serie, waarin drie godsdienstonderwijzers of hulppredikers, zoals ze ook wel genoemd werden, nader beschreven worden. De titel van deze serie is: Herdersjongens op Flakkee.

Door A.J. Nelis

In maart 2015 verscheen het eerste deel dat handelde over de eerwaarde heer W. Bouman te Stellendam, zie Eilanden-Nieuws van vrijdag 25 september 2015. Nu dus het tweede deel over de heer Vetter.

Er zijn nog talloze Flakkeeënaars, die zich de eerwaarde heer Vetter heel goed herinneren. Zo weet een 'Plaetenaar' zich nog te herinneren: 'De heer Vetter was destijds een geliefd prediker. Met name onder hen die een meer 'bevindelijke' prediking zochten. De kerk in Langstraat bevatte soms wel meer dan honderd mensen. Uit de wijde omgeving kwamen uit de arbeidershuisjes mensen naar Langstraat om de heer Vetter te horen. Voor onze begrippen hield hij de kerk erg lang aan. Vaak ruim twee uur. Hij had voor de preek altijd een 'voorafspraak'. Hij deelde de preek in drie punten in. Bijzonder was dat hij zelfs zijn lange voorafspraak in drie punten verdeelde. Hij begon dan: Onze voorafspraak zal zijn: ten eerste..., ten tweede..., ten derde...'
In gesprekken over hem wordt praktisch altijd positief over hem gesproken. Men noemt hem dan soms 'het oude Vettertje' of kortweg 'Vettertje'. Dit verkleinwoord moet geenszins negatief geduid worden, want hoewel het met zijn korte gestalte te maken heeft, geeft het meer dan dat aan. Het zegt iets over de verhouding van de heer Vetter tot de eilanders, het heeft iets 'eigens', iets ongedwongens.

Wie was deze herdersjongen, die zijn sporen trok op Flakkee?

Jeugd en huwelijk

Teunis Vetter werd op 23 maart 1884 te Dordrecht geboren als zoon van Johannes Hermanus Martinus Vetter, borstelmaker van beroep, en zijn vrouw Aaltje den Hartog. Teunis was het achtste kind uit het gezin. Zijn ouders hadden voor hem al vier kinderen op zeer jonge leeftijd naar het graf moeten brengen. Na hem werden nog twee kinderen geboren, waarvan één levenloos. Als de kleine Teunis nauwelijks vier jaar oud is, overlijdt zijn moeder. Een zware slag voor vader Vetter, die achterbleef met vijf kinderen. De oudste is dan negen jaar en de jongste drie jaar. Waarschijnlijk was vader Vetter niet in staat zijn kinderen te onderhouden en zijn zij daarom noodgedwongen in het stedelijke weeshuis opgenomen. Op 21 april 1902 overleed ook vader Vetter. Teun was toen achttien jaar en leerde in het weeshuis voor het beroep van steenhouwer. 3 september 1908 trad Teun te Dordrecht in het huwelijk met Maria Hendrika Wünsch, afkomstig uit Dubbeldam, een dorp op het Eiland van Dordrecht. Het jonge paar vestigde zich in Dordrecht. Op 25 juni 1909 werd een dochtertje geboren, dat de namen Aleida Maria kreeg met als roepnaam Ali. 17 mei 1913 werd het gezin Vetter uitgebreid met een zoontje, Hendrik genaamd. Drie jaar later, op 8 oktober 1916, werd nog een zoontje en broertje geboren, dat de namen Johannis Hermanus Marinus kreeg. 1 mei 1919 vond er weer gezinsuitbreiding plaats door de komst van Jan Lodewijk. De 'hekkensluitster' was Hendrika Cornelia Maria, die op 1 november 1922 het levenslicht zag. Er hadden zich toen al grote veranderingen in het leven van Teun Vetter voorgedaan, die grote invloed zouden hebben op het hele gezin.

Van steenhouwer tot prediker

Omdat Teun de kost verdiende in de steenhouwerij, moest hij soms ver van huis, tot in België toe. Verscheidene ornamenten aan patriciërshuizen in Antwerpen, Brussel en andere steden in het land van onze zuiderburen zijn door hem vervaardigd. Hoewel hij een bekwaam vakman was op zijn gebied, lag toch niet zijn hart in de steenhouwerij. Zijn hart ging uit naar hogere zaken. God had in het hart van de jonge Teun Zijn Woord gezaaid. Hierdoor groeide in Teuns hart het verlangen om ook anderen op te wekken de Heiland der wereld te zoeken ter verkrijging van vergeving van de zonden en vrede in het hart door het geloof, dat een gave Gods is.

Naast zijn dagelijkse arbeid als steenhouwer ging Teun, gedreven door dit verlangen, de opleiding volgen tot godsdienstonderwijzer. Na jarenlange studie behaalde hij op 24 maart 1915 de akte godsdienstonderwijzer bij het Classicaal bestuur van Dordrecht. Algauw kreeg hij verzoeken tot hulp in het pastoraat in de omgeving van zijn woonplaats, met name in de Hervormde Gemeente te Nieuw-Lekkerland en Kinderdijk, waar hij een benoeming kreeg als catechiseermeester. Daar hij ook preekbevoegdheid had, ging hij iedere zondag tweemaal voor in een dienst des Woords.

Langstraat

In maart 1921 werd de heer Vetter door de kerkenraad van de Hervormde Gemeente te Ooltgensplaat aangezocht om voorganger te worden in Langstraat. Het betrof een zogenoemde tweede predikantsplaats. In diezelfde maand hield hij daar een proefpreek, tot volle tevredenheid van de leden van het kleine kerkje van Langstraat. In mei 1921 begon hij zijn pastoraal werk in Langstraat, terwijl hij op zondag 24 juli daaropvolgend als voorganger van Hervormd Langstraat bevestigd werd door ds. J. Polhuis van Stad aan 't Haringvliet.

Al snel groeide het aantal kerkbezoekers in Langstraat. Er ging een goed gerucht uit van de nieuwe voorganger. Hij brengt een Schriftuurlijk-bevindelijke prediking, die jong en oud aansprak. Dat hij de kerk soms langer dan twee uur aanhield, vond men geen bezwaar. Het toenemende kerkbezoek noopte de kerkenraad om over uitbreiding of vernieuwing van het kerkgebouw na te denken. Besloten werd om een geheel nieuw kerkgebouw te realiseren. Op dinsdag 8 augustus 1922 werd met de bouw begonnen en na een voorspoedige bouwperiode kon de heer Vetter op vrijdag 22 december van hetzelfde jaar het nieuwe kerkgebouw plechtig inwijden.
De pastorale werkzaamheden en het prediken van het Evangelie door godsdienstonderwijzer Vetter bleven niet beperkt tot Langstraat. Algauw werd hij gevraagd om preekbeurten te vervullen van Ooltgensplaat tot Ouddorp.
Het kan niet anders of al de vreugde en het verdriet van zoveel zielen hebben ook de heer Vetter niet onberoerd gelaten. In de 23 jaren die hij in Langstraat stond, waren er veel ups en downs door hem meegemaakt. In 1938 werd hij ernstig ziek. Hij werd getroffen door hevige hartkrampen. Er werd toen voor zijn leven gevreesd. De Heere heeft hem echter weer willen oprichten om zijn ambtelijk werk te kunnen vervullen. Dat ambtelijk werk heeft hem telkens weer tot het gebed gedreven om met de moede een woord te rechter tijd te spreken en blij te zijn met de blijden. Bepaalde gebeurtenissen hebben een onuitwisbare indruk op hem gemaakt, zoals de ramp met het vrachtschip 'Maria'.

In de nacht van 22 op 23 oktober 1921 woedde er een grote storm in zuidwest Nederland. Het vrachtzeilschip 'Maria', geladen met maïs, was op het vaarwater Krammer onderweg naar Middelburg. Voor de kust van Oude-Tonge zonk het schip in de golven. De schipper (34 jaar) en zijn vrouw (27 jaar) met hun drie kinderen (resp. 1, 2 en 8 jaar) alsmede de schippersknecht (15 jaar - broer van de schippersvrouw) waren in de sloep gegaan. Deze was echter omgeslagen, waardoor de opvarenden allen jammerlijk in de golven omkwamen. Het duurde enkele dagen voordat de lichamen van allen geborgen waren. Donderdag 27 oktober vond in tegenwoordigheid van honderden aanwezigen de begrafenis plaats van de slachtoffers. Na een toespraak van de burgemeester van Oude-Tonge hield de heer Vetter een ernstige grafrede. Na afloop verzocht hij te zingen Psalm 103 vers 8.

Kerkgang in Langstraat (jeugdherinnering)

In het Streekarchief te Middelharnis vonden we een heel mooie beschrijving van een eerste kerkgang van een vijfjarig meisje. Het is van de hand van de in 2014 overleden mevrouw Heun-Kreeft. We krijgen hierdoor een indruk hoe het in de tijd van de eerwaarde heer Vetter in Langstraats kerkje toeging. In 'Oude Paden' is dit in alle eenvoud geschreven verhaal in z'n geheel weergegeven. Maria Kreeft werd geboren op 16 januari 1923 in het buurtschapje 'Sluis', enkele kilometers van Langstraat gelegen. Het bestond uit een paar boerderijen met arbeidershuisjes, die alle in de Tweede Wereldoorlog door de Duitse bezetters zijn afgebroken. Maria trouwde met de Groninger Menko Heun. Het echtpaar vestigde zich later in Dirksland. Hun huwelijk bleef kinderloos.

In augustus 2017 verscheen een boek over de geschiedenis van de kerk in Langstraat onder de titel "Kroniek van een kerk – 100 jaar Hervormd Langstraat". De schrijver is kosterszoon Arjo van Gils. Hij was het die mevrouw Heun verzocht haar jeugdherinneringen op papier te zetten. Zijn boek, waarin dit verhaal ook is opgenomen is uitgegeven via Jongbloed.nl, een self-publishing platform van Royal Jongbloed.

In een volgende editie het slot van dit artikel.

Maria Vetter-Wünsch de echtgenote van Teunis Vetter.
Het kerkje in Langstraat.
Het blad Oude Paden waarin het artikel eerder verscheen.