Afbeelding
Foto:

Werk onder straatjongens in Kenia

NIEUWE-TONGE/NAIROBI – Frans Weller, afkomstig uit Nieuwe-Tonge, heeft in de afgelopen jaren regelmatig in Eilanden-Nieuws verslag gedaan van zijn werk in Afrika. De laatste jaren heeft hij zijn studie in Nederland afgerond en heeft hij een achterban opgebouwd, zodat hij begin dit jaar voor langere tijd kon vertrekken naar Kenia, waar hij gaat werken onder straatjongeren. Dit is het tweede deel van een artikel waarin hij verslag doet van zijn wederwaardigheden in dit Oost-Afrikaanse land. Vorige week werd het eerste deel geplaatst.

De laatste jongens uit sloppenwijk Kangemi zijn ondertussen naar farm gegaan. Het is altijd weer mooi om bij de aankomst van de jongens aanwezig te zijn. Een tikje gespannen en tegelijkertijd verwachtingsvol komen ze aan. Bij aankomst krijgen ze drinken en wat te eten. Daarna worden ze gefouilleerd op messen, telefoonkaartjes en drugs. Ja, zo gaat dat. En ze zijn zeer vindingrijk, kan ik u zeggen. Dan volgt de rondleiding over de farm en ontvangen ze op hun slaapzaal hun kist, waarin o.a. dekens, handdoeken en toiletspullen zitten. In deze kist kunnen ze ook hun persoonlijke spullen opbergen, voor zover ze iets bij zich hebben.

Zoals u wellicht nog weet, waren we de afgelopen jaren actief met een openluchtprogramma voor straatjongens in de sloppenwijk Kangemi. Via dit programma kunnen de jongens naar de farm komen. Op basis van gedrag, activiteiten, op tijd aanwezig zijn en hygiëne kunnen ze 150 punten verdienen. Zodra de jongens deze punten hebben behaald, mogen ze naar de farm, maar niet voordat een ouder/verzorger toestemming heeft verleend middels het zetten van een handtekening onder een verklaring waarin staat dat de betreffende jongen naar de farm mag gaan. Dit is in het kort een samenvatting van het programma in de stad.

Onveilig

Maar sinds enkele weken zijn we gewijzigd van locatie. Als je te lang op één locatie blijft, komen er vroeg of laat problemen. En die zijn gekomen, waardoor het werken onmogelijk werd. Er is gekozen voor Kibera. Ondanks dat daar de situatie onveiliger is dan in Kangemi. Kibera is de grootste sloppenwijk van Afrika. Een plek waar heel veel straatjongens een kans op een betere toekomst verdienen. De eerste keer dat we begonnen in Kibera, kwamen er zo'n 20 jongens op het programma af. Regelmatig krijg ik de vraag hoe deze jongens op de hoogte zijn van het project. In de weken ervoor wordt er eerst een grondige inspectie gedaan door 2 locale veldwerkers: Morris en Nicko. Ze checken de omgeving, kijken of het er een redelijk veilige plek is en ook of er voldoende jongens zijn die geholpen willen worden. Als dit gedaan is, wordt er gestart met het programma. Jongens worden aangesproken en er wordt verteld dat we samenkomen op dinsdag, donderdag en vrijdag. Wat voor mij erg lastig is, omdat ik eigenlijk overal tegelijk moet zijn, veel heen en weer moet reizen, wat teveel tijd kost en ik dus afhankelijk ben van anderen, omdat ik geen eigen vervoer heb. Besloten is dat ik op vrijdag eerst naar de gevangenis ga - en ja, daar zijn we om zes uur 's morgens al - en daarna om tien uur in Kibera ben.

De reis naar de gevangenis is niet echt een comfortabele reis, dus kom ik behoorlijk geklutst aan in Kibera. De eerste keren in Kibera wordt er gestart met wat brood en melk. Een lege maag heeft geen oren. We vertellen wat het programma inhoudt en daarnaast voetballen we veel met de jongens. Het programma is hetzelfde als in Kangemi. De jongens moeten op tijd komen en niet onder invloed van drugs zijn. Er wordt gestart met gebed en een Bijbelstudie of Bijbelverhaal. Vervolgens wordt er een onderwerp besproken wat actueel is. Dat kan van alles zijn: van drugs, alcohol, vrouwen tot geschiedenisles. In de sloppen speelt van alles. Hierna gaan we een poosje met de jongens voetballen en hierna wordt afgesloten met het belangrijkste voor de jongens: namelijk het eten. Er wordt in een nabijgelegen 'restaurant' voor een paar eurocent gegeten met wat thee erbij. Restaurant is in dit geval niet wat u denkt. Het is een plaats aan de rand van Kibera waar men eten kan kopen voor heel weinig.

Onrustig

Dat het in Kibera onrustig is door de politieke situatie, werd kort geleden duidelijk. Van het ene op het andere moment zaten Nicko en ik midden in een oproer tussen Kibera en de politie. We waren bezig met de meditatie en voor we begrepen wat er gebeurde, zaten we in een menigte vol schreeuwende mensen en in het rond schietende politie. We hebben moeten rennen voor ons leven. Eén jongen van 14 overleefde het niet, hij werd doodgeschoten. En dat is zo triest.

Nadat de jongens hebben gegeten, is iedereen vrij om te gaan. Dan keer ik terug naar een veilig huis, voorzien van allerlei gemakken. En u leest dit waarschijnlijk vanuit een comfortabele stoel. Natuurlijk weet ik dat iedereen zijn eigen problemen heeft in het leven. Maar deze jongens gaan niet terug naar huis, want er is geen huis. Er is geen plek om je even veilig te voelen en je af te sluiten voor dingen. Het enige wat er is, is de straat. Een plek waar overleven het enige is wat telt. Slapen in de buitenlucht. Altijd kans op gevaar of iemand die je overvalt of bedreigt. Met een lege buik naar bed, omdat er wéér geen eten is. Een leven zonder liefde van ouders of andere familie en vrienden. Nooit een arm om je schouder. Nooit een troostende moeder. Nooit een zorgende vader. Deze kinderen zijn overgeleverd aan de straat. En daarom is het zo mooi dat hen een kans geboden wordt. Door het aanbieden van dit programma krijgen deze jongens een nieuwe kans. Een levensveranderende kans. Een kans op een betere toekomst. Maar bovenal, de jongens wordt verteld dat er een Vader in de Hemel is, Die hen kent, Die overal met hen meegaat, Die voor hen zorgen wil en Die alle verkeerde dingen wil vergeven. En dit is uiteindelijk het belangrijkste voor de jongens. God leren kennen is het belangrijkste onderdeel in het verbeteren van hun toekomst. Daarom vind ik dit werk ontzettend mooi en ben ik blij en dankbaar om terug te zijn. Het mogen werken met deze jongens geeft mij kracht en voldoening. Het is zo mooi om te zien hoe de jongens veranderen. Een nieuwe start in Kibera brengt veel uitdagingen met zich mee. Het zijn niet de makkelijkste jongens om mee te werken. Ze hebben allemaal een heftige achtergrond. Veelal met een crimineel verleden. Maar dit maakt geen verschil. Iedereen verdient een nieuwe kans. Daarom moeten we niet oordelen over deze jongens. Maar naast ze staan. En hun hand pakken en begeleiden naar een betere toekomst. Wetende dat het uiteindelijk de Hand van God is Die onze levens verandert en onze hand vastpakt.
Veroordeelt u deze jongens niet. Bid voor hen...

Groeten vanuit Nairobi, Frans Weller jr.

In kader bij artikel

Ik ben voor mijn werk 100% afhankelijk van giften. Wilt u mijn werk financieel steunen? Dit kan door het downloaden van het formulier voor automatische incasso op de website www.fransinafrica.com/informatie, dan wel via de doneerknop (IDeal) op de website of door uw/jouw bijdrage over te maken op rekeningnr. IBAN NL43 RABO 0319 7212 72 met vermelding: Gift. Stichting Hadassa Imani heeft een ANBI status. (De website van Stichting Hadassa Imani is www.fransinafrica.com).

Afbeelding