Niet alleen…

Johannes 16:32

Eenzaamheid kent twee aspecten. Enerzijds wordt eenzaamheid ervaren als bitterheid. Anderzijds kan het ook heilzaam zijn. Bijvoorbeeld als je je eens terugtrekt in de binnenkamer om met God alleen te zijn.
Onze Heiland heeft beide aspecten gekend. Niemand is zoals Hij in de eenzaamheid geweest. Hij moest zelfs uitroepen: "Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?" Dat waren momenten van Godverlatenheid en dat is de ergste vorm van eenzaamheid.
Daarnaast is Hij echter ook door Zijn discipelen verlaten en daarover spreekt Hij in Joh. 16:32. "Gij zult Mij alleen laten..." Hij waarschuwt Zijn discipelen voordat ze de hof van Gethsémané in gaan, maar óók nadat ze net aan de ingang van de hof een geloofsbelijdenis hebben afgelegd: "Wij geloven, dat Gij van God uitgegaan zijt".
Toch ziet de Heiland geen trouwe volgelingen in Zijn discipelen; Hij weet dat ze Hem zullen verlaten. Hij heeft hen dat bovendien ook al eerder gezegd: "Gij zult allen aan Mij geërgerd worden; want daar is geschreven: Ik zal de Herder slaan en de schapen der kudde zullen verstrooid worden".
Dat moment is gekomen! Want even later wordt Hij gebonden en op hetzelfde moment wordt de kudde verstrooid. Petrus heeft nog even met een zwaard erop los geslagen, maar hij vlucht ook... En de Man van smarten bleef alleen. Alleen op die lange weg naar het kruis. Hij sterft als een eenzame, door allen verlaten.
Alleen....!
In dat woord "alleen" ligt een wereld van lijden besloten. Weet u misschien wat het betekent, eenzaamheid? Mensen zijn eigenlijk niet voor de eenzaamheid geschapen. In het Paradijs heeft God reeds gezegd: "Het is niet goed, dat de mens alleen zij". God heeft de mens een hart gegeven, dat weerklank zoekt. Ons hart kan maar slecht tegen de stilte en tegen de armoede van de eenzaamheid. Dat merk je vooral in dagen van veel strijd.
Ook de Heiland heeft dat ondervonden. Hij heeft Zijn discipelen gevraagd met Hem te waken, maar tenslotte blijft er niemand meer bij Hem...
Waarom gaat de Zoon des mensen als een eenzame Zijn weg? Om ons! Ons alleenzijn is een gevolg van de zonde en is het ergst, wanneer er geen lichtstraal van genade meer doordringt in de duisternis van onze zonde. En diè eenzaamheid heeft Christus vrijwillig willen verdragen, alleen. En alleen als Christus voor ons alléén is gegaan, is er verzoening en vrede door Zijn bloed. Dan wordt onze eenzaamheid doorbroken en mogen wij door het geloof in Christus, dat de Heilige Geest in ons hart werkt, delen in de vrede met God.
De discipelen hebben het bij de ingang van Gethsémané nog gezegd: "Wij geloven!" Maar zullen ze blijven geloven? Want is dat nu de Messias? De doornenkroon zegt: "Nee". En het kruis zegt: "Nee". Maar Christus Zèlf zegt: "Ja!" Want Hij zegt: "Nochtans ben Ik niet alleen, want de Vader is met Mij". Hoe kan de Heiland dat zeggen? Als Hij ook zegt, aan het kruis: "Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?" Er zijn echter ook nog andere kruiswoorden. Bijvoorbeeld het eerste en het laatste. Die beginnen allebei met "Vader!" Als de donkere duisternis voorbij is, kan Hij sterven met de Vader!
De Heiland weet al deze dingen, als Hij op het punt staat de Hof van Gethsémané binnen te gaan en daarom zegt Hij: "En nochtans ben Ik niet alleen, want de Vader is met Mij".
Hebt u ook het Evangelie gehoord, dat uit deze woorden ons tegenklinkt? Als wij door Gods Geest aan de voet van het kruis zijn gebracht, hebben deze woorden betekenis voor onze eenzaamheid. Want dan is uit de verlatenheid van Christus voor ons de gemeenschap met de Vader geboren! Rijke vrede met God! En dan mogen we het de Heiland nazeggen: "De Vader is met mij!"
Vaak hebben we te kampen met eenzaamheid. En dan komt de vraag op ons af: "Waar is God, op Wien gij bouwde en aan Wien g' uw zaak vertrouwde?" Mag u het dan door de genade van de Heilige Geest zeggen: "Nochtans ben ik niet alleen, want de Vader is met mij?" Alleen zo zoekt u en vindt u de vrede in Jezus Christus. Als Gods Geest u die vrede schenken wil, bent u nooit alleen. De Vader is met u! En als het tenslotte ook op sterven aankomt, dan gaat u niet alleen: De Vader is met u.
Gaat dat zo gemakkelijk? Zijn er dan geen zonden meer? O ja, steeds staan ze voor u... Maar Christus heeft voldaan! En wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Niemand en niets kan ons scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Heere. En zo ben ik niet alleen, want de Vader is met mij....!

De overdenking stond eerder in Eilanden-Nieuws van vrijdag 15 maart 1985.