Adoptie

"Internationale adoptie is tussen 2005 en 2015 met bijna driekwart gedaald", zo konden we onlangs lezen in de krant. Het gaat hier om een uiterst gevoelig thema, waar we mogelijk allemaal weleens mee te maken hebben gehad. Er zijn vast mensen in onze omgeving die een kind uit een ander land hebben geadopteerd. Hoe kijken we naar de wereldwijde adoptie?

In de eerste plaats gaat het om een buitengewoon gevoelig thema. De kinderen die geadopteerd worden, leven vaak in hele moeilijke omstandigheden. De ouders die een kind adopteren hebben vaak wel een kinderwens, maar op de natuurlijke wijze kan die wens niet worden vervuld. Adoptie is dan een mogelijkheid om een gezin op te bouwen en tevens hulp te bieden aan kinderen in nood. Zo zijn er in de achterliggende decennia vele kinderen uit verre landen naar ons land gekomen. Op zichzelf is daar denk ik niet veel tegen te zeggen. Hulp aan mensen die het minder hebben is een christelijke plicht en het mag dus zeker een plaats krijgen in de christelijke gemeente. Bovendien komt een kind door adoptie onder de openbaring van het verbond der genade. Kinderen kunnen dan ook, als alle wettelijke vereisten zijn voldaan, gedoopt worden. Er zijn dus zeker goede kanten aan deze gevoelige materie, waarbij we overigens niet moeten vergeten dat er wel vaak veel verdriet en onbegrip achter ongewilde kinderloosheid schuil kan gaan. Vaak hebben mensen al een heel traject moeten doorlopen voordat de adoptie werkelijk een feit is. Bovendien loopt een adoptie vaak ook nogal in de papieren. Een kind laten overkomen uit een ander land kost geld.

In de tweede plaats blijkt inmiddels wel dat adoptie door de loop der jaren ook de nodige problemen met zich mee kan brengen. Onderzoek heeft aan het licht gebracht dat kinderen toch op één of andere manier naar hun biologische achtergrond blijven zoeken. Aan de andere kant is er wel een kloof met het land van herkomst gekomen. Dit kan er toe leiden dat adoptiefkinderen het in een bepaalde levensfase een stuk moeilijker hebben dan andere kinderen. Onderzoek op lange termijn brengt dus enkele schaduwzijden in beeld. Echtparen die overwegen tot adoptie over te gaan, moeten daar terdege rekening mee houden. Kinderen blijven niet altijd klein, maar groeien op en dan komen de diepere vragen van het leven. Dat stelt ook de ouders voor een lastige opgave. Er is veel geduld en liefde nodig om kinderen op te voeden. Bij adoptie mag dit wel in verdubbelde mate gelden. Het is daarom niet onbelangrijk dat aan adoptiefouders strenge eisen worden gesteld. Het kind en ook de ouders hebben een bescherming nodig, ook voor de toekomst.

Ten slotte blijkt de laatste tijd dat er in landen van herkomst soms dingen gebeuren die niet door de beugel kunnen. Soms worden kinderen bij hun moeder weggehaald terwijl dat niet de bedoeling was. Moeder had alleen geen goede mogelijkheden om haar kindje op te voeden. Het is dan wellicht aan te bevelen om moeders in de landen van herkomst te helpen. Het is immers heel wat om een kind los te maken uit zijn natuurlijke omgeving. Uiteraard zegt die omgeving niet alles, maar voorzichtigheid is hier wel geboden. Een adoptiefkind is gewoon anders dan andere kinderen. Let wel, het is niet minder, maar het heeft bijvoorbeeld een andere huidskleur. En dat zal dan wel je leven meegaan. Er is dus best rond adoptie het een en ander op te merken.
Uiteraard is dit niet een betoog tegen adoptie. Laten ouders die daarvoor de kracht en wijsheid hebben gerust deze weg gaan. Maar laten we ook de moeilijkheden en vragen eerlijk onder ogen zien. Daar hebben de kinderen uit andere landen ook recht op. En tenslotte: hulpbetoon is een christelijke waarde. Laten we daarin voorbeeldig zijn.

Ds. W. Visscher