Afbeelding
Foto:

oud-huisarts K.J. Huisman:

'Voltooid leven? Wie zal daar een oordeel over kunnen vellen?'

GOEREE-OVERFLAKKEE - 'Het is jammer dat ik er te oud voor ben, anders had ik me graag gemengd in de actuele discussie over 'voltooid leven' en de wilsverklaring omtrent het levenseinde. Het begrip 'voltooid leven' bestaat mijns inziens niet. Want wie zal daar een oordeel over kunnen vellen? Alleen al door die term over te nemen, erken je stilzwijgend dat het bestaat. Uit christelijk oogpunt is het niet goed, maar uit menselijk oogpunt evenmin.'

Door: Koos van Noppen

De 93-jarige K.J. Huisman was van 1953 tot aan zijn pensionering in 1990 huisarts in Melissant, op Goeree-Overflakkee. Hij nam de praktijk over van zijn vader, toen die na een kort ziekbed zijn werk moest neerleggen.
'Door de omstandigheden was ik genoodzaakt snel te beslissen, maar ik heb er nooit spijt van gehad. Mijn vader was er in 1913 begonnen. Flakkee was toen nog een eiland. Om artsen te verleiden zich in de kleine dorpen te vestigen, kregen ze van de gemeente gratis huisvesting. Overdreven luxe was het niet. De spreekkamer had geen stromend water. Mijn vader had geen auto en bezocht zijn patiënten door storm en regen op de fiets. Hij was een kleurrijke figuur. Bepaald onzakelijk, hij hield niet van factureren. Op een keer was er een dorpsbewoner die er op stond dat de dokter een rekening zou schrijven. "Blijf hier zitten", zei mijn vader. Hij verliet de spreekkamer en na een tijdje zag de verbouwereerde patiënt door het raam dat hij wegfietste naar zijn volgende bezoek. Bevallingen werden contant afgerekend - bij de geboorte van het volgende kind, een systeem dat alleen werkt bij grote gezinnen.'

Nachtdienst

Toen Huisman begon, telde het dorp 1500 inwoners, toen hij met pensioen ging 1800. 'In het begin was ik de enige arts in het dorp. De deur stond altijd open, ik hield aanvankelijk ook nog zaterdagavondspreekuur. Toen de weekenddienst werd ingevoerd en ik al vanaf vrijdagavond vrij zou zijn, verzette ik me ertegen, want je ging voor honderd procent voor je patiënten. Dat klinkt nu als een buitengewone opoffering, maar zo ervoer ik het helemaal niet. Je leefde intensief mee met het wel en wee van de bevolking, je maakte de meest ingrijpende dingen met ze mee. En ja, die vonden nu eenmaal vooral 's avonds of 's nachts plaats. Het is heus niet leuk om in het holst van de nacht geroepen te worden. Maar de keerzijde is dat de mensen je op zo'n moment het meest nodig hebben. Mijn vrouw en kinderen zijn er wel aan te kort gekomen. Onze oudste zoon werd om vijf over half één geboren. Om één uur zat ik alweer in de spreekkamer.'
De dokter, de dominee en de burgemeester behoorden tot de kleine maatschappelijke bovenlaag van het dorp. Dan had je de middenstand en – het merendeel – de landarbeiders. 'Al was ik in het dorp geboren, voor de inwoners was ik er 'één van de overkant', want ik had gestudeerd en sprak gewoon Nederlands. Zelf heb ik me altijd 'deel van het geheel' gevoeld. Dat komt denk ik door de oorlog, waarin ik met arbeiders was tewerkgesteld op het land. Ik kon goed met ze overweg.'

Geloof

De oorlogsjaren waren ook in ander opzicht levensbepalend. 'In die jaren is God mijn leven binnengekomen. Sindsdien heb ik Hem altijd ervaren als een schaduw aan mijn rechterhand.' Van huis uit had Huisman weinig van het geloof meegekregen. 'Vader was een verwoed atheïst, moeder was uiterst vrijzinnig. Dat stempelt je in de opvoeding. Als je dan tot geloof komt, is het een hele lange weg om je waardenschaal te richten naar het christelijk geloof, kan ik je zeggen. Gezien mijn achtergrond heb ik me nooit echt thuis gevoeld in de kerken van Melissant. Pas na mijn pensionering heb ik belijdenis gedaan en ben ik hier in Wezep ouderling geweest.'
'Aan de dokter werden andere eisen gesteld dan aan de dominee. In de spreekkamer had ik goed contact met de bevolking, ook met de leden van de Gereformeerde Gemeenten. Zij waren ervan doordrongen dat het lijden bij het leven hoort. In het licht van de huidige discussies over het levenseinde is dat een belangrijk inzicht: de waarde van het leven wordt mede bepaald door de mogelijkheid van het lijden - ik spreek nu boven mezelf uit. Als je dat eenmaal inziet, zal je niet koste wat kost proberen om dat lijden uit te bannen of uit de weg te gaan.'

Ondraaglijk

De indringende vraag naar euthanasie is Huisman in zijn huisartsenpraktijk vrijwel niet tegengekomen. 'De problematiek is pas na mijn pensionering opgekomen. Ik herinner me een patiënte die zo veel leed, dat je dat 'ondraaglijk' zou kunnen noemen. Maar het leidde niet tot een euthanasievraag. Ik probeerde met pijnbestrijding te helpen, maar wanneer gaat het over in 'iemand de wereld uit helpen'? Iemands levenseinde bepalen is ons vak niet. Maar je mag iemand ook niet in de steek laten… Ingewikkeld.'
'In de tijd dat ik actief was als huisarts, kon je nog een beroep doen op algemeen-menselijke waarden. Daar hoefde je geen christelijk sausje overheen te gooien. Als huisarts was je hoeder van die menselijke waarden. Vandaag de dag zien we in het maatschappelijk debat een heel andere gedachtewereld zich breed maken. Mensen hebben de mond vol over euthanasie, 'voltooid leven' en laatste wilsverklaring. Ik heb er vooral veel vragen bij. Hoe komt iemand ertoe om euthanasie te vragen? Ondraaglijk lijden? Hoe vaak gaat het niet vooral over de omstanders die het 'ondraaglijk' vinden? En wie zal bepalen wanneer een leven 'voltooid' is? Ik vind het al fout als je de discussie laat 'framen' door de term 'voltooid leven' in het debat over te nemen.'

Wilsverklaring

'We moeten niet te veel willen sleutelen aan het leven. Laten we liever de menselijke kant benaderen. Ik vind het een teken van zelfoverschatting als iemand een 'wilsverklaring' tekent. Je bent niet in staat om goed in te schatten hoe je je over enige tijd, in andere omstandigheden voelt. Een tante van me had op 53-jarige leeftijd een depressieve bui. 'Ik zal maar geen nieuwe jurk meer kopen', zei ze somber. Het leek alsof ze klaar was met het leven. Ze is met zwier 93 geworden. Ik bedoel maar…'
De gang van de discussie is tekenend voor het doorgeslagen individualisme dat hoogtij viert, zegt Huisman. 'Je leeft niet alleen voor jezelf. Als je overlijdt, heeft dat impact op je omgeving. Alleen dat al moet je te denken geven. Je staat in een zinvol verband tot je naasten. Het is van belang om steeds die menselijke waardigheid te benadrukken.'

Register

Hij vertelt hoe hij samen met zijn vrouw een goede vriendin, een alleenstaande vrouw zonder kinderen, heeft begeleid tot het einde. 'Door de uitstekende zorg in het verpleeghuis van de Gereformeerde Gemeente kon haar probleem van eenzaamheid voor zeker 90% worden opgelost. Ze was op het laatst dement, zat in een gesloten afdeling. Maar we hadden soms de indruk dat ze juist in de laatste levensfase vanuit een andere bewustzijnslaag toch nog goed contact had met familieleden, met ons en met onze kinderen, die haar bezochten. Het deed me denken aan een hoogleraar die eens zei: 'De mens is als een orgel. Er zijn altijd registers die nog nooit zijn opengetrokken.' De vriendin is waardig gestorven. Zo kan het dus ook. Waarom kunnen ze over zo'n situatie nou niet eens een toneelstuk schrijven en dat op tv uitzenden?'

Met toestemming overgenomen uit 'Lichtspoor', tijdschrift voor ouderenpastoraat, uitgave van de IZB (www.izb.nl), 2018 no. 2.