Afbeelding
Foto:

Droef gemoed – Nels Fahner in gesprek met Antoine Bodar over depressie

'Depressie is een containerbegrip. Het betekent van alles en daardoor betekent het ook helemaal niets.'

Vanaf zijn kinderjaren kampt Antoine Bodar met gevoelens van zwaarmoedigheid. Tot tweemaal toe mondde dit uit in een depressie. De eerste periode was rond zijn eenentwintigste levensjaar. Hij poogde toen een einde aan zijn leven te maken. De tweede periode dateert van zo'n 30 jaar later en hield zes jaar aan. Freelance journalist Nels Fahner sprak met de priester, kunsthistoricus en schrijver over zijn terugkerende periodes van neerslachtigheid.

In de gesprekken komen diverse aspecten van depressie aan de orde en geeft Bodar adviezen aan de lezer. Zorgen voor evenwicht is belangrijk, weet hij uit ervaring. Zorgen dat je voorzichtig blijft, jezelf niet te veel uitput en geen zaken boven je kracht aanpakt. Want wie te veel van zichzelf vraagt, ondervindt daarvan later de weerslag. Bezig blijven is overigens wel het motto, evenals regelmaat.

Een ander punt is het belang van jezelf aanvaarden. De acceptatie dat je bent zoals je bent. Dat je sommige talenten wel hebt en andere niet. Dat je je daarin aan mag laten vullen door de ander.

Nutteloos

Bodar belicht twee kanten bij depressie. Enerzijds kan depressie samenhangen met een vorm van agressie tegen jezelf. Anderzijds kan depressie verband houden met melancholie, 'Sehnsucht', een in aanleg diep verlangen naar 'de eeuwigheid en de Eeuwige en het absolute. ' Dit schaart Bodar onder de andere, positieve kant, van depressie. De priester noemt in dit opzicht een voor hem belangrijke inspiratiebron 'Vom Sinn der Schwermut', het boekwerk van Romano Guardine (1885-1968).

Bodar had tijdens zijn depressies last van verlammende gevoelens van nutteloosheid. Hij schreef in 2001 dat hij zich in Rome nutteloos voelde als 'een plant in de midwinter'.

Uiteindelijk vond hij troost in de wetenschap dat God groter is dan hij is.

Belangrijk waren voor hem de 'waarom leef ik' en de 'ben ik hier niet voor niets' vragen. Hij ervaart in dit opzicht een diep verlangen naar iets 'wat groter is dan ik zelf ben.'

Troost uit vergankelijkheid

Uit ervaring weet Bodar hoe belangrijk het is om vrienden en troosters op om je heen te hebben. Mensen om je heen die stil zijn en luisterend nabij. Een blik, een glimlach, een arm om je schouder - vormen van non-verbale communicatie, die werken als woorden teveel zijn. God werkt door de medemens, dat ervoer Bodar in de donkerste momenten van zijn leven. Hij adviseert steun te zoeken bij vrienden en hen te vertellen wat je bezig houdt. Troost en steun vond hij ook in muziek, kunst en literatuur.

Vergankelijkheid heeft de priester altijd gefascineerd. 'De dood is niet alleen een feit, maar vooral waarheid, geen einde, maar een nieuw begin – de poort naar de eeuwigheid.' In zekere zin is Antoine Bodar al zijn hele leven met de dood bezig. Een van zijn leermeesters, Huizenga, vond dat een historicus altijd een zekere doodsgerichtheid moet hebben. Bodar refereert ook aan de afbeelding waarbij de kerkvader Hieronymus wijst op een schedel met de inscriptie 'Homo bula' – de mens is een luchtbel.

Er schuilt ook troost in de dood. Want naarmate Bodar's Godsgeloof sterker werd, ervoer hij de troost van het belijden en te geloven te rusten in de palm van Gods hand.

'Het eeuwige gaat het tijdelijke te boven – dat is, alles bij elkaar genomen, ja, mijn levensmotto.'

Droef gemoed
Nels Fahner in gesprek met Antoine Bodar over depressie
2018, uitgeverij Meinema
80 blz., € 9,99
ISBN 9789021144955