Afbeelding
Foto:

Nieuwe schoenen uit Best

ACHTHUIZEN- Na de watersnoodramp werd er enorm veel ingezameld voor de slachtoffers. Vanuit de hele wereld kwamen er tonnen aan goederen en miljoenen aan guldens binnen. Het Rampenfonds en het Rode Kruis hadden de handen vol aan het in goede banen leiden van de distributie. De pakhuizen puilden binnen de kortste keren uit met gedragen kledingstukken en gebruikt meubilair. Toch werden er ook nieuwe spullen geschonken. Nieuwe schoenen, laarzen en kousen van de Bata-fabriek uit Best bijvoorbeeld. Deze fabriek had op een bijzondere manier een speciale band met de slachtoffers op Goeree-Overflakkee.

Door Mirjam Terhoeve

Ruim zestig slachtoffers van de watersnoodramp bleken familie te zijn van werknemers van de Batafabriek uit Best. Juist omdat de Bata-gemeenschap diep was getroffen door de ramp nam de fabriek het voortouw bij de hulpverlening en schonk schoenen, kousen en laarzen uit eigen productie. Maar waarom was de Brabantse schoenenfabriek zo nauw verbonden met het eiland? Eindhovenaar Peter Trommar was benieuwd en ging 65 jaar na de ramp op onderzoek uit. Zijn zoektocht eindigde in Achthuizen en Oude-Tonge. In deze dorpen is het echter al heel lang bekend, wat de band met Bata is. Immers, eind jaren veertig, begin jaren vijftig trok een groot deel van de bevolking naar Best om daar in de fabriek te gaan werken. Met hele families tegelijk ging men naar het Brabantse land, waar men hoopte een beter leven te krijgen. En voor velen was dat ook zo.

Batadorp

De schoenenfabriek werd in 1894 opgericht te Zlín (Hongarije) door Tomáš en Antonin Bata onder de naam T. & A. Bata en groeide enorm. In 1929 werden tal van vestigingen over de gehele wereld geopend, waaronder die in Best. Tegen het begin van de jaren '30 van de 20e eeuw was Bata 's-werelds grootste schoenenexporteur. Rond 1942 werkten er bijna 106.000 mensen bij het bedrijf. Bata bouwde een dorp bij de fabriek in Best, zodat de werknemers dicht bij hun werk konden wonen. De wijk telde 130 woningen met daarbij ook een eigen school, medische dienst, voetbalclub, tennisclub, enzovoorts. Werk, wonen, school en vrije tijd: alles was Bata. Het dorp lag wel wat geïsoleerd, omdat er nog geen brug was over het Wilhelminakanaal. Hierdoor ontstond een hechte Bata-gemeenschap. Voor de huizen werd door Bata een sobere, functionele bouwstijl toegepast. Het bedrijf hechtte veel waarde aan orde en netheid. Dat was bijvoorbeeld ook de reden, waarom de huizen platte daken hadden, omdat de bewoners op zolder anders alleen maar rommel zouden opslaan. Het personeel moest er bovendien verzorgd en netjes geschoren bijlopen. Klompen waren verboden, want Bata produceerde nu eenmaal zelf schoenen. Daar stond tegenover dat iedere woning in Batadorp beschikte over gas en elektriciteit en een badkamer met ligbad en stromend water. Een ongekende luxe voor arbeiders in die tijd. Ook hanteerde Bata als eerste het systeem van vaste werktijden, een vaste dag van loonuitbetaling en kreeg iedere werknemer een eigen taak binnen de productie.

De trek naar Brabant

Hoe kwamen de Flakkeeënaars in Best terecht? In 1943 en 1944 werden grote delen van ons eiland onder water gezet door de Duitsers. Vele eilandbewoners moesten tijdelijk evacueren. Ook Piet Dekkers uit Achthuizen moest vertrekken en hij kwam terecht in Best. Hij kon daar gaan werken in de Bata-fabriek en vond het geweldig. Een mooi huis met stromend water, vaste werktijden en dan nog de vele voorzieningen. Hij kwam er graag over vertellen in zijn geboortedorp en probeerde dorpsgenoten over te halen om ook mee te gaan. Er werd zelfs een avond georganiseerd in samenwerking met de burgemeester van Oude-Tonge en iemand van de fabriek om voorlichting te geven over het werk en het leven daar. Dat had effect. Eind jaren veertig, begin jaren vijftig trekken vele voormalige landarbeiders richting Brabant. Immers de grond is sinds de oorlog verzilt en er is weinig werk. De meesten wonen bovendien in kleine armzalige huisjes. Met hele families tegelijk trekt men weg. In Achthuizen schrijft Toon Huismans er zelfs een liedje over: We gaan naar de Bata, wie gaat er mee? Daar krijg je een huisje met trek-wc. We gaan naar de Bata, wat zijn we blij. We worden burgers, weg uit de klei.

Bata en de ramp

Het is dan ook logisch, dat vele familieleden van Bata-medewerkers zich nog in het rampgebied bevinden, als in 1953 de watersnoodramp plaatsvind. Maar wat voor de eilanders logisch lijkt, was voor de Brabanders een grote vraag. Zij kenden immers de achtergrond van het personeel niet. Peter Trommar ontrafelde het mysterie tijdens zijn zoektocht en gaf er interviews over aan de Brabantse media. Ook organiseerde hij een lezing over Bata en de ramp, waarbij nazaten van Piet Dekkers en oud-Flakkeeënaars aanwezig waren. Of alle nieuwe schoenen, laarzen en kousen destijds ook daadwerkelijk bij de getroffen familieleden zijn terechtgekomen, is niet met zekerheid te stellen.

Bronnen

Andere tijden
Geschiedenis van Best
Bata-Industrials
Eindhovens Dagblad