Krijn Tanis aan de rand van Blok de Wit.
Krijn Tanis aan de rand van Blok de Wit. Foto:

Te weinig oog voor weidevogels bij de natuurontwikkeling
NLGO blij met ontwikkelingen Noordrand, maar heeft wel kanttekeningen

GOEREE-OVERFLAKKEE - In deze krant hebben we een aantal keren geschreven over de ontwikkelingen rondom het Haringvliet in het kader van het Droomfonds. Vrijwel overal klinken er positieve geluiden. En die horen we ook uit de mond van Krijn Tanis van NLGO. Maar hij heeft bij een aantal projecten wel wat kritische kanttekeningen.

Tekst en foto's: Adri van der Laan

Hoewel de NLGO (Natuur- en Landschapsbescherming Goeree-Overflakkee) geen stakeholder was bij de bespreking over de inrichting van de noordrand van het eiland, was Krijn Tanis er wel bij betrokken. "Via Vogelbescherming ben ik betrokken geraakt in de overleggen". Over het algemeen gesproken is Krijn wel tevreden met de plannen. Zo hoopt hij dat de realisering van de plannen voor het maken van een 'spiekkoepel' - een grote vogelobservatieplaats in de Scheelhoek - er toe zal leiden dat het 'grote publiek' op deze manier kennis kan maken met de verschillende kustbroedvogels die het gebied aan doen. Verder is hij benieuwd naar wat de gevolgen zullen zijn voor de 'kierstand' van de Haringvlietsluizen die dit jaar beslag moet krijgen.

Toch heeft Krijn wel enkele kanttekeningen. Bij 'Blok de Wit', het stuk landbouwgrond bij Stellendam dat dit jaar tot natuurgebied zal worden omgevormd, vertelt hij dat er bij de planvorming teveel gefocust is op steltlopers en veel te weinig op de weidevogels op de bestaande grasgorzen. "Steltlopers komen er niet, zolang er geen flinke getijslag in het Zuiderdiep is en hoe lang moeten wij nog op die droom wachten? Dat is jammer, zeker nu er zoveel geld beschikbaar is. Met relatief kleine aanpassingen zouden tientallen hectares op de bestaande grasgorzen voor weidevogels geschikt gemaakt kunnen worden, voor de zeer bedreigde weidevogels die zo goed als verdwenen zijn van de grasgorzen. Maar dat is niet gebeurd", zo luidt zijn verzuchting. Volgens hem zou de aanleg van ondiepe slootjes vanaf het havenkanaal van Stellendam door middel van een zonnepomp er voor kunnen zorgen dat de te droge grasgorzen vernat worden, waardoor uitermate geschikt broedbiotoop voor weidevogels ontstaat. Na het broedseizoen zou het waterpeil in het gebied weer verlaagd kunnen worden door natuurlijke verdamping. "Die kans hebben ze laten liggen", aldus Krijn. Nu komt er slechts een weidevogelgebied van rond de 15 hectare op de Westplaat. Toch was hij zelf bij de besprekingen aanwezig. Maar door het verschillende keren wijzigen van contactpersonen bij Natuurmonumenten, zijn zijn ideeën klaarblijkelijk niet overkomen. Er zijn meerdere rapporten waarin duidelijk wordt aangegeven hoe men weidevogelgebieden in moet richten, zoals van Vogelbescherming en Royal Haskoning.

Kanovaarders

Verder heeft Krijn zijn bedenkingen tegen de plannen die het mogelijk zullen maken dat kanovaarders van het Zuiderdiep langs Scheelhoek gebruik gaan maken. Zo kan men straks van de haven Dirksland met kano's richting Stellendam varen. Gezien de gevoelige natuur lijkt Krijn dit niet zo'n verstandig plan. Hij waarschuwt dat er dan strenge regels moeten worden gesteld, want groepen kanoërs - maar ook enkelingen - kunnen al een enorme verstoring bij de rustende vogels teweeg brengen. Ook moet men er nauw op toezien dat men vanuit de kano niet het gebied betreed, beter zou zijn alleen onder begeleiding. "Dat moet wel goed geregeld worden".

Windmolens

Met de agrariërs in de omgeving is een akkoord bereikt over de plaatsing van twintig reusachtige windmolens aan de rand van het te ontwikkelen natuurgebied. "Molens van 150 meter hoog langs een Natura 2000-gebied, dat lijkt me geen goede ontwikkeling". Natuurbeschermers op het eiland vrezen dat deze molens voor veel verstoring gaan zorgen. Zo heeft Krijn zijn zorgen over de bruine kiekendief, een vogel die wel eens in de verdrukking kan komen door de molens. "Ik begrijp de boeren wel hoor, want de molens leveren jaarlijks een mooi bedrag op, maar voor de ontwikkeling van de natuur lijkt het me geen goede combinatie". Verder vraag hij zich af wat het lawaai en de slagschaduw voor invloed zou hebben op de omgeving. Een milieueffectenrapportage zal hier uiteindelijk duidelijkheid in moeten verschaffen

Zeearend

Positief is Krijn dat het momenteel afgesloten natuurgebied Scheelhoek langs de randen toegankelijker zal worden, de aanleg van een fietspad in Blok de Wit zal zeer zorgvuldig gekozen moeten worden, dus zoveel mogelijk aan de rand van het gebied. Een laarzenpad in zo'n open gebied lijkt hem geen goed plan. "Via een trekpont voor fietsers en wandelaars komen we op de buitendijk, dat is heel dicht bij de zeearend biotoop. Gaat men een kort wandelpad naar links aanleggen, dan kunnen we de zeearend wel vergeten". De aanwezigheid van deze reusachtige en indrukwekkende vogel moet niet gehinderd worden door fietsers en wandelaars. "Hier moeten we voorzichtig mee omgaan", zo waarschuwt hij. Wel verwacht hij dat de zeearend in de toekomst een van de 'publiekstrekkers' voor het gebied zal worden.

Getij

Dit jaar gaan de Haringvlietsluizen op een kier. Graag zou Krijn zien dat er ook gedempt getij in het Zuiderdiep en in het bestaande en nog te vormen natuurgebied zou komen. Dit zou de rijkdom aan planten, vogels en trekvissen als glasaal en stekelbaars zeker ten goede komen. Vistrappen kunnen deze soorten weer de polder in brengen. Want van de plannen voor Blok de Wit heeft hij zonder getij niet zulke hoge verwachtingen. Maar met het brengen van getij in het Zuiderdiep zal nog wel even gewacht worden, zo is zijn verwachting. "Het zou het waterschap Hollandse Delta een deugd zijn hier op niet te lange termijn een positieve beslissing over te nemen".

Verbrakking

Een deel van het Haringvliet zal in de toekomst door de regelmatige toevoer van zoutwater 'verbrakt' worden. Een zeer positieve ontwikkeling, vindt Krijn, maar hij is niet euforisch, want er zijn hier veel onzekerheden. "Ik ben benieuwd of deze verbrakking wel zulke grote positieve gevolgen zal hebben voor de natuur. Zo moet ik nog zien of bijvoorbeeld het aantal zalmen toe zal nemen door 'de kier', want zalmen komen nu ook al tegen de stroom in het Haringvliet op". Krijn verwacht dat de minimale opening van de sluizen onder bepaalde omstandigheden niet voldoende zal zijn om alle verwachtingen die gesteld zijn te realiseren. "Maar dat wachten we af. Voor mij mogen de sluizen helemaal open, maar dat zullen wij niet meer meemaken, verwacht ik".

Zorgen heeft de 'natuurman' ook over de kwaliteit van de grond van Blok de Wit. De Zuiderdieppolder is een 'nieuwe' polder, die ongeveer vijftig jaar geleden is ingepolderd. Voor die tijd werd veel verontreinigd water via het Haringvliet naar zee afgevoerd. Het gevolg was dat de grond in die polder op een bepaalde diepte zwaar verontreinigd is met zware metalen. Wat dit voor gevolgen zal hebben voor de natuur, ligt nog in het ongewisse. "Dit is allemaal nog onzeker", geeft Krijn aan.

Krijn benadrukt dat hij niet negatief staat tegenover de ontwikkelingen aan de noordrand van het eiland, maar graag had hij toch wat zaken anders geregeld gezien, want nu zijn er nog teveel onzekerheden over de latere ontwikkelingen. Toch kijkt hij met belangstelling naar de uitwerking van de plannen voor het gebied. "Het is uiteindelijk maar een droom die gedeeltelijk werkelijkheid wordt".

Bij natuurgebied Scheelhoek zijn zeearenden gesignaleerd. Foto: Shutterstock