1. De Palmstee, destijds gelegen aan de Oudelandseweg70, Ouddorp.
Deze boerderij dateert in zijn toenmalige gedaante grotendeels uit de tweede helft van de 18e eeuw. In de kern is hij echter ouder. Een bewijs hiervoor is de erg hoog gesitueerde opkamer, rechts van de voordeur, met een vermoedelijk hoge gewelfde kelder hieronder. Verder is opvallend dat het keldervenster en het raam op de zaadzolder diefijzers bezaten. De afbeelding i
1. De Palmstee, destijds gelegen aan de Oudelandseweg70, Ouddorp. Deze boerderij dateert in zijn toenmalige gedaante grotendeels uit de tweede helft van de 18e eeuw. In de kern is hij echter ouder. Een bewijs hiervoor is de erg hoog gesitueerde opkamer, rechts van de voordeur, met een vermoedelijk hoge gewelfde kelder hieronder. Verder is opvallend dat het keldervenster en het raam op de zaadzolder diefijzers bezaten. De afbeelding i Foto:

Oude boerderijen op Goeree: 'verdampend' erfgoed

Deel II

In het vorige artikel zijn de kenmerken naar voren gekomen van de oudste variant van het boerderij-streektype op Goeree: een relatief brede voorgevel op de kopse kant van het boerenhuis, waarin de voordeur en de vensters van de opkamer en de 'mooie' woonkamer ('voren') zijn opgenomen. Bij de grotere, diepere boerderijen bevond zich achter de mooie woonkamer een kamer voor het dagelijkse gebruik ('den huzen') of een grote woonkeuken. Bij de oudste boerderijen kwam je door de voordeur in het zogeheten 'voorhuus', een brede ruimte die niet alleen in gebruik was als gang maar ook als werkruimte. Zo werden er de geslachte dieren op een ladder gezet voor verdere verwerking. Bij de latere boerderijen reduceerde die ruimte zich tot de gang, waar alle kamerdeuren op uitkwamen, een meer representatieve ruimte. In dit artikel zal worden ingegaan op twee andere varianten van het Goereese streektype.

Boerenhuizen met smalle voorgevel op kopse kant woonhuis

Een vrijwel verdwenen variant van het historische streektype is de hofstede met een smalle voorgevel in verhouding tot zijn diepte. De plattegrond van het huis vertoont als het ware een uitgetrokken rechthoek. De kopse zijde van de woning bestaat uit een tuitgevel (een schuin toelopende gevel met in de top een kleine rechthoekige 'hals', afgedekt met een natuurstenen plaat). In die gevel hebben alleen de voordeur en in de meeste gevallen slechts één venster een plaats gekregen. Dat venster kan of van de opkamer (rechts van de voordeur) zijn, of van de woonkamer in geval het iets verder ontwikkelde boerderijen betreft. Bij de grotere hofsteden zijn al twee kamervensters, naast de voordeur, te vinden. De lange gang, die op de voordeur aansluit, komt uit in een achterkamer of een grote woonkeuken.

Binnen deze groep gaan de oudste boerderijen, voor zover te achterhalen, minder ver terug in de tijd dan bij de eerder besproken categorie, zoals de 'Ouwe Stee' of het ' 't Blaeuwe Huus'. Boerderijen met een smal huis die dateren uit de 17e eeuw zijn niet bekend op Goeree, maar wél uit de 18e eeuw. Rondom Ouddorp kwam dit boerenhuistype veelvuldig voor, zeker daar waar het kleine keuterbedrijfjes betrof. En juist hierom was het buitengebied van Ouddorp zo bekend. Overigens was vóór de Tweede Wereldoorlog deze variant ook in de buurtschap Oostdijk niet vreemd. Het enige steetje (van de familie Sandifort) dat tot deze groep behoorde en gelegen was op de hoek Hofdijkseweg-Oostdijkseweg kreeg een Duitse voltreffer en werd niet meer op dezelfde plek herbouwd.

Bij de twee tot nu toe genoemde boerderijvarianten is de landbouwschuur tegen de korte achtermuur, de brandmuur, van het woonhuis aangebouwd. Dat kan zowel een dwarsdeelschuur als een langsdeelschuur zijn (zie later in deze serie artikelen).
Als de opkamer rechts van de voordeur te vinden is dan bevindt de kelder zich per definitie hier pal onder. Is er geen opkamer aan de voorzijde van het huis gebouwd dan is er altijd een kelderruimte achter in de woning gelegen; herkenbaar aan het kleine kelderraampje net boven de stoep voor het huis of boven het maaiveld aan de zijkant. De kelder is op een enkele uitzondering na altijd te vinden aan de koele noordoost- of noordkant van het huis en vervulde een wezenlijke functie in het huishouden van de boerenfamilie.

Aan de rand van de Ouddorpse kern en langs de verscheidene uitvalswegen was deze kleinere boerderij ooit een gangbaar fenomeen. Het merendeel stamde uit de tweede helft van de 18e eeuw/begin negentiende eeuw. Dit was de grote bloeiperiode in de agrarische sector, van circa 1750 tot ongeveer 1813. Veel agrariërs konden het zich toen veroorloven om een steetje te laten bouwen.

De afgelopen 40 jaar zijn ontzettend veel van juist dit soort boerderijtjes afgebroken om plaats te maken voor een nieuw woonhuis, een vakantiewoning of voor de realisatie van een camping. Toegegeven, vaak betrof het een inmiddels 'wrakkig' woonhuis, gecombineerd met een nóg slechtere schuur, maar toch….. . Er werd zowel door eigenaren als door de vergunning verlenende overheid té snel gekozen voor sloop. Immers, dit waren toch geen monumenten..….?! Maar juist hierdoor is er erg veel kenmerkend agrarisch erfgoed totaal 'verdampt' en verloor het gebied rondom Ouddorp zijn eigenheid (zie foto 1, 2, 3 en 4).

Boerenhuizen met 'Zeeuwse' inslag

Een geheel andere variant van het boerderijtype op Goeree is het 'Zeeuwse' boerenhuis. De schuur van deze boerderijen kan ook hier zowel een dwarsdeel- als een langsdeelschuur zijn.

Wat het meest aan de 'Zeeuwse' boerderij opvalt is de indeling van de woning, die als het ware een kwart slag is gedraaid ten opzichte van de indeling van de oudere boerenwoningen. Die oudere huizen hadden de belangrijkste ramen en de voordeur in de kopse gevel, terwijl bij het 'Zeeuwse' boerenhuis bijna alle ramen en deuren zijn gesitueerd in de lange, lagere zijgevel. Doorgaans gelegen aan de zonnige zuidkant. Een ander typerend element is het rechthoekige huis, dat door midden is gedeeld door een lange, smalle gang. Die gang loopt dan vanaf de voordeur tot aan de achterdeur toe. Hierop komen alle kamers uit. Rechts van de voordeur is de dagelijkse kamer ("den huzen") te vinden, links daarvan de zondagse kamer ("voren"). In de achterwand van beide kamers waren destijds bedsteden opgenomen. Bij grote boerderijen zijn achter beide kamers nog andere ruimten te vinden, zoals de keuken, de spoelkeuken of het boenhok en de kelder met daarboven de opkamer. De laatstgenoemde ruimten zijn daarmee gelegen aan de koele achterkant van het huis. Bij de kleinere, ondiepe boerenhuizen zijn de keuken en spoelkeuken gesitueerd in een aangekapte uitbouw aan de achterkant, onder een flauwer aflopend dak. De indeling van de kopse gevel, bij de eerder besproken varianten de belangrijkste gevel, doet er bij het Zeeuwse huis juist veel minder toe.

Het 'Zeeuwse' huis begint vanuit de zuidelijke buureilanden vermoedelijk pas in de 18e eeuw op Goeree door te dringen. Deze bouwvorm werd op Overflakkee bijna niet toegepast.
Men vond de plaatsing van de kamervensters en de voordeur op de zuidkant kennelijk zo aantrekkelijk dat zelfs bestaande, oudere boerenhuizen in deze trant werden verbouwd. Een prachtig voorbeeld hiervan is de laat 17e-eeuwse boerderij "Zeezicht" aan de Oostdijkseweg 81. Ook de door rigoureuze modernisering verminkte "Blommerstee", aan de Oudelandseweg 80 in Ouddorp en uit dezelfde periode, werd volgens dit stramien verbouwd (zie foto 5 en 6).

De vergeelde foto van de "Blommerstee" laat in de zowat blinde kopgevel, op de oostzijde, sporen zien van een dichtgemetselde deur (loodrecht onder het kleine zoldervenster). Bovendien lijkt er verstelwerk in de gevel te zitten, daar waar de uitgebouwde schoorsteenschacht later tegenaan werd gebouwd. En dat lijkt te wijzen op een dichtgemetseld raam. Helaas is dat op de afgedrukte foto bijna niet te zien.
Datzelfde beeld zien we bij "Zeezicht". Ook hier een dichtgemetselde voordeur, zowat in het midden van de kopse gevel. Verder zijn er links van die voormalige deur sporen te zien van een dichtgezet kamervenster. Het oude opkamerraampje (helemaal rechts) en daaronder het kelderluik zijn nog aanwezig. Inwendig is het stukje gang dat op deze (dichtgemetselde) deur uitkwam nog bewaard gebleven. Duidelijk blijkt dat de eerste fase van "Zeezicht" nog een traditionele kopgevel heeft gehad en dat pas in de 18e eeuw de hoeve werd verbouwd tot een Zeeuws boerenhuis.


Slotwoord deel II

In dit artikel toonde ik u twee kenmerkende boerderijtypen of – zo u wilt – boerderijvarianten. De eerst besproken groep is zo goed als niet meer te vinden in deze contreien. Van de groep oudere, tot Zeeuws huis omgetoverde hofsteden is alleen "Zeezicht" nog te bewonderen. Huis en schuur zijn schitterend gerestaureerd, waarbij de oude schuur – deels opgebouwd uit aangespoeld scheepshout – tot een riante woonkamer werd omgevormd.

In het derde deel van deze reeks grijp ik nog even terug op de Zeeuwse boerenwoning en introduceer ik een geheel nieuwe variant op de Goereese boerderijengroep.

Hoe rijk was ooit de verscheidenheid aan boerenhofsteden op de kop van het eiland Goeree-Overflakkee; een verscheidenheid die nóg steeds aan het 'verdampen' is!

Gerbrand Hoek
Reageren kan via het e-mailadres: ghoek@upcmail.nl.


Bronnen foto's:

1: Gemeentearchief Rotterdam, collectie Verheul;
2, 3, 4, 5 en 6: collectie G. Hoek.

2. Dit naamloze steetje stond aan de Hazersweg 24, Ouddorp. 
Opvallend is het kleine zomerhuis aan de rechterkant van de woning. Mogelijk iets later aangebouwd. Hier is heel duidelijk te zien dat de voordeur via een smalle gang leidt naar de achterkamer. Dit complex is te dateren als laat 18e-eeuws. Overigens is hier prachtig te zien welke moeite men zich getroostte om het hemelwater via een stelsel van regenpijpen en opvangbakken te leiden
3. Naamloos boerderijtje aan de Molenblok 11, Ouddorp.
Dit (gelukkig) nog bestaande steetje is te dateren in de late 18e eeuw. In de 19e eeuw werden de vensters op de begane grond omgevormd tot empirevensters (6-ruitsvensters) en in de 20ste eeuw tot wat ze nu zijn. De oude voordeur leidt via een gang naar de grote achterkamer. Aan de rechterkant is een woonkeuken met een lessenaarsdak van jonger datum aangebouwd. De kleine dwarsdeels
Afbeelding
5. De voormalige Blommerstee, Oudelandseweg 80, Ouddorp.
De voordeur en het kamervenster 'verhuisde' bij de grote verbouwing naar de zonnige zuidkant, parallel aan de doorgaande weg. Helaas is deze hoeve zodanig gemoderniseerd dat er weinig meer van het oude huis te ontdekken valt.
6. Zeezicht aan de Oostdijkseweg 81.
Ook hier verbouwingssporen in de oude kopgevel. In de geveltop zijn grote zaadzoldervensters aangebracht; nu voorzien van negenruits-vensters, maar tot begin jaren zestig van de vorige eeuw nog uitsluitend voorzien van luiken (dus geen glas).