Economie

Het gaat inmiddels weer wat beter met de economie. Voor het jaar 2018 wordt een groei van meer dan 3% van het nationale inkomen verwacht. Over 2017 lag de groei ook al rond de 3%. Dit is heel wat beter dan enkele jaren geleden, toen de economie kromp. Er waren toen dalingen van het nationale inkomen met ongeveer 1%. Het kan dus op en neer gaan in de economie. We noemen dat conjunctuur. Een opgaande conjunctuur is natuurlijk aangenaam en een neergaande conjunctuur geeft zorgen. Denk maar aan faillissementen, dalende inkomsten en werkloosheid. Hoe kijken we tegen dit soort zaken aan?

In de eerste plaats valt het op dat in de media een neergang altijd met schrille woorden en uitdrukkingen wordt beschreven. Vaak zijn er grote koppen in de krant over ontslagen en minder inkomsten. Ook de lonen staan in dergelijke omstandigheden vaak wat onder druk. Kennelijk kunnen mensen moeilijk met tegenslag en een stapje terug omgaan. We leven in Nederland in zeer welvarende omstandigheden. Een klein stapje terug geeft kennelijk toch heel veel problemen. Je merkt soms ook een zekere wrevel in het maatschappelijke leven. In moeilijke situaties worden tegenstellingen soms nodeloos aangescherpt en vinden we het moeilijk om de goede toon te vinden. Soms lijkt het wel alsof meer welvaart ons ook steeds meer onvrede brengt. De media stoken die vuur van onvrede ook verder op en zo wordt geringe tegenslag steeds moeilijker.

In de tweede plaats zien we dat overheden bij een neergaande economie van alles uit de kast halen om de nadelige gevolgen te voorkomen. Zo wordt door de Europese bank op dit moment de rente kunstmatig laag gehouden om de economie nog maar verder te stimuleren. Dat een dergelijke politiek op lange termijn waarschijnlijk funest is, wordt heel wat minder overwogen. Her en der ontstaan er allerlei 'bubbels' in de economie. De prijzen van huizen bijvoorbeeld rijzen inmiddels weer de pan uit. In 2008 hebben we gemerkt waartoe dit allemaal kan leiden. Het hele bankwezen ging vrijwel finaal onderuit en het waren de overheden die met steunpakketten de boel overeind moesten zien te houden. Het is echter zeer de vraag of overheden er goed aan doen om steeds maar in te grijpen in de economie. Uiteraard moeten hele diepe crises worden voorkomen (denk aan de crisis van de jaren 30 van de vorige eeuw), maar de overheid is ook niet geroepen om bij elke tegenslag maar in te grijpen. Het is wellicht ook mogelijk om eens even een pas op de plaats te maken.

In de derde plaats is het niet verkeerd als goede en slechte tijden elkaar afwisselen. Slechte tijden kunnen een aanzet geven om nog eens goed na te denken. We moeten beseffen dat voortdurende voorspoed niet normaal is. Er zijn ook andere tijden en het is goed om in goede tijden te sparen voor tijden dat het mogelijk minder wordt. In de Bijbel vinden we daarvan een mooi voorbeeld. Jozef moest aan Farao vertellen dat er zeven vette en zeven magere jaren zouden komen. Tevens hield hij Farao voor om in de goede jaren te sparen voor de minder goede jaren. Het is tot zegen geweest voor Egypte dat men naar de raad van Jozef heeft geluisterd. Voor vandaag de dag liggen de zaken ten diepste niet anders. Voor het komende jaar worden goede dingen in de economie voorzien. Vanuit de Bijbel is dit een aansporing om dit te gebruiken voor de minder goede jaren die daarna ook weer zullen komen.

Wat bevat de Bijbel toch veel wijsheid voor alle terreinen des levens. Wat is het een teken van domheid als we die wijsheid niet zouden toepassen. En dat geldt voor meer dingen die we in de Bijbel kunnen lezen. Laten we de Bijbel in het nieuwe jaar dagelijks lezen. Daar worden we echt wijzer van.

Ds. W. Visscher