Nieuwjaar 2018

Verwachting

Maar wij zoeken de toekomende. (Hebreeën 13:13b)

Wat verwacht u van het jaar 2018? Wat kunnen wij verwachten?
De levensomstandigheden van de mens zijn zo verschillend. De revoluties in vele landen en op onderscheiden plaatsen kunnen zo bang en uitzichtloos zijn. Wat is dan te verwachten?
Wat zoeken wij? Het zoeken naar verbetering en oplossingen van de levenszorgen zal voor velen ijdel zijn. 'Want wat baat het een mens, zo hij de gehele wereld gewint en lijdt schade zijner ziel? Of wat zal een mens geven tot lossing van zijn ziel?'
In de brief aan de Hebreeën wordt gesproken over het zoeken naar de toekomende stad.
Er is dus een duidelijke scheiding. Het leert ons het genadegeheim van de door genade levendgemaakte mens. Er is dus in de tijd een scheiding gekomen. Jezus sprak daarvan. 'Ik zeg u: In dien nacht zullen twee op één bed zijn: de een zal aangenomen en de ander zal verlaten worden. Twee vrouwen zullen tezamen malen: de ene zal aangenomen en de andere zal verlaten worden.' (Luk. 17:34).
'Alsdan zullen er twee op den akker zijn, de een zal aangenomen en de ander zal verlaten worden. Er zullen twee vrouwen malen in den molen, de ene zal aangenomen en de andere zal verlaten worden.' (Matth. 24:40).
Het is een scheiding in de tijd. Ze zal openbaar komen bij de komst van Christus op de wolken.
De verwachting is dus in de tijd en door het geloof niet verborgen. Gods genade heeft de mens op de brede weg van het verderf een Goddelijk halt gesteld en hem gevoerd naar de smalle weg die voert naar de stad, waarvan God de kunstenaar en de bouwmeester is. De wil werd gebogen om te wandelen op de weg ten leven. Het verstand werd verlicht, waardoor ware Godskennis werd geschonken. De hartstochten werden gereguleerd, waardoor een reine begeerte ontstond om voor God te leven. In het liefhebben van God en het houden van Zijn geboden werd de smalle weg bewandeld.
'Wij zoeken de toekomende stad.'
Op de weg naar de toekomende stad zal veel strijd ervaren worden. De drievoudige doods- vijand zal niet ophouden om aan te vechten. Strikken worden gespannen. Netten uitgespreid. Verlokkingen zullen trachten om van het spoor van Gods geboden af te trekken. De verwachting zal niet beschaamd worden. Op de weg naar de Godsstad ging eenmaal Sions gezalfde Koning. Hij baande de weg door leven en door leer. Hij bemoedigde de vermoeide reiziger. 'Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat gij in Mij vrede hebt. In de wereld zult gij verdrukking hebben; maar hebt goeden moed, Ik heb de wereld overwonnen.'
Het zoeken van de toekomende stad is geen ijdel zoeken. De bijbelheiligen hebben van hun geloofsverwachting gesproken. Abraham wordt de vader der gelovigen genaamd. Van hem staat geschreven. 'Want hij verwachtte de stad die fundamenten heeft, welker Kunstenaar en Bouwmeester God is.'
De verwachting van de bijbelheiligen is vervuld. Deze allen zijn in het geloof gestorven, de beloften niet verkregen hebbende, maar hebben dezelve van verre gezien en geloofd en omhelsd, en hebben beleden dat zij gasten en vreemdelingen op de aarde waren.
Troostvol heeft Jezus Zijn bestreden erfdeel bemoedigd. 'Uw hart worde niet ontroerd; gijlieden gelooft in God, gelooft ook in Mij. In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen; anderszins zo zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden. En zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn en u plaats zal bereid hebben, zo kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt waar Ik ben.'
Zo heeft het jaar 2018 ware verwachting. Johannes op Patmos zag het einde van zijn pelgrimsreis. 'En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, nederdalende van God uit den hemel, toebereid als een bruid die voor haar man versierd is. En ik hoorde een grote stem uit den hemel, zeggende: Zie, de tabernakel Gods is bij de mensen, en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen en hun God zijn.'

'k Zal dan gedurig bij U zijn,
In al mijn noden, angst en pijn;
U al mijn liefde waardig schatten,
Wijl Gij mijn rechterhand woudt vatten.
Gij zult mij leiden door Uw raad,
O God, mijn heil, mijn Toeverlaat,
En mij, hiertoe door U bereid,
Opnemen in Uw heerlijkheid.

Dirksland, ds. P. Blok