Jaap van der Wende meet de hoeveelheid neerslag.
Jaap van der Wende meet de hoeveelheid neerslag. Foto:

In 25 jaar tijd kwam er twintig meter regen naar beneden

Elke ochtend, zo rond koffietijd, loopt Jaap van der Wende zijn tuin in. Daar, vast in het gazon, is de door het KNMI geijkte regenmeter. Hij giet de opgevangen neerslag in een langwerpige maatbeker, leest af hoeveel er is gevallen en spoedt zich naar binnen om het resultaat van vandaag, 9.55 uur, telefonisch door te geven aan Iris. Iris is geen lieftallige dame, maar een geautomatiseerd programma van het KNMI. Een vast ritueel van hooguit twee minuten. Van der Wende doet het al bijna dertig jaar.

In Nederland zijn ruim tweehonderd posten waar vrijwilligers van het KNMI de dagelijks gevallen hoeveelheid neerslag meten. Dat gaat in millimeters. Ook als de regenmeter helemaal niets heeft opgevangen, 0,0 millimeter dus, krijgt Iris een telefonische melding. In het lijstje van Jaap van der Wende staat regelmatig 0,0. "Kijk, gisteren was het 1,0 millimeter. Dat was die bui van zaterdagavond", vertelt hij op de eerste maandag van augustus. "En hier, op 12 juli, zie je een uitschieter van 46,8 millimeter. Het was toen zo droog dat al dat water zo weg was."
Van der Wende bemant het meetstation Ouddorp Polder. Hij weet dat er op Goeree-Overflakkee nog drie stations zijn, al is hij er niet helemaal zeker van dat station Dirksland nog actief is. De andere eilandelijke meetpunten zijn in Den Bommel en Goedereede.

Elke dag

Het meetpunt dat de veeboer en campinghouder in 1988 overnam, was eerst ondergebracht nabij de vuurtoren. De vuurtorenwachters gaven altijd de neerslaghoeveelheden door. Maar toen voor hen de verplichting verviel om in de woningen bij de vuurtoren te wonen, ging het KNMI op zoek naar een alternatief. "Ze hebben het liefst een agrariër, want die is elke dag op zijn bedrijf."
Van der Wende, die vanuit zijn huiskamer de vuurtoren kan zien, had er wel oren naar, want hij was al van jongs af aan geïnteresseerd in het weer. "Als boer ben je er altijd mee bezig." Toen hij in februari 1988 voor het KNMI begon met meten, was Iris er nog niet. Dagelijks noteerde hij de gemeten hoeveelheid neerslag op een kaartje en aan het eind van de week ging dat per post naar De Bilt.
Dertig jaar lang, elke dag dat ritueel, 9.55 uur in de zomer, 8.55 uur in de winter. Jaap van der Wende heeft er geen enkele moeite mee en heeft ook nooit een dag verzuimd. "Als ik met vakantie ben, nemen de jongens die de koeien melken het doorgeven van de regenhoeveelheid gewoon mee. Het hoort hier bij het standaardverhaal."
Het KNMI gebruikt de gegevens om zichzelf te controleren: kloppen de hoeveelheden neerslag die we zelf meten? Verder kunnen ze er trends over de langere termijn mee vaststellen. Het meteorologisch instituut verkoopt de cijfers ook aan ondernemers in de agrarische sector die ze gebruiken om te beoordelen wat de beste momenten zijn om gewasbeschermingsmiddelen te spuiten.
Als je zo met het weer bezig bent – Van der Wende heeft ook een weerstation in de tuin – zie je zelf ook patronen. "In het voorjaar en de zomer is het hier droger, maar in het najaar en de winter valt hier meer regen. Dat heeft te maken met de temperatuur van de lucht en het zeewater. In de zomer is de lucht warmer dan het water. Het gevolg is een opwaartse stroming in de lucht, waardoor de wolken verdwijnen. In de winter is het net andersom. Dan is de zeewatertemperatuur hoger dan de lucht en krijg je meer wolken."

Meer zon

Volgens Van der Wende is er een verschil tussen de Kop van Goeree en de rest van Goeree-Overflakkee. "Meer naar het oosten valt meer regen. Het gebeurt regelmatig dat hier, op de Kop, de zon schijnt en het een paar kilometer verderop, bij het dorp, bewolkt is.
Toen Jaap van der Wende in 2013 vijfentwintig jaar actief was als regenmeter, kreeg hij van het KNMI een overzicht van zijn meetresultaten. Het droogste jaar tot dan toe was 1996: 509,4 millimeter. Twee jaar later was het natste jaar: 1069,1 millimeter. Op 14 september zat er toen 120 millimeter neerslag in de meter van station Ouddorp Polder. "Ik heb die dag om acht uur het KNMI gebeld: het gaat niet goed hier, alles loopt onder. Ze wisten daar toen nog van niets. In twee dagen tijd viel er 160 millimeter." Op het overzichtje staat ook hoeveel neerslag er tussen 1988 en 2013 in totaal naar beneden is gekomen: 19.868,9 millimeter. Dat is bijna twintig meter.