Afbeelding
Foto: Wilko van Dam

Op een Hoge Bi trek je meer bekijks dan met een Rolls Royce

Hoe stap je nu op zo'n prehistorische fiets? Hoge Bi-rijder Simon Groen, alias De Kuif, krijgt die vraag regelmatig te horen. "Bij het achterwiel zit een opstapje, daar stap je op, dan ga je steppend vooruit en spring je op je zadel. Eraf is moeilijker, want dan moet je 'blind', achter je, dat opstapje zien te vinden. Dat kan wel eens misgaan."

Simon Groen (49) is gek van nostalgische fietsen. Hij heeft een collectie van zo'n zestig exemplaren. De meeste staan in het museum Vieux Vélo in Strijenham, een buurtschap bij Poortvliet op Tholen. Maar thuis, in Middelharnis, is ook duidelijk te zien waar Simons passie ligt. Door het hele huis zijn fietsen en accessoires te vinden, tot in de slaapkamer toe. In de huiskamer staan een stuk of wat Hoge Bi's, de fiets met het kleine achterwiel en het enorme voorwiel, die tussen pakweg 1870 en 1890 werd geproduceerd. "Een uit de hand gelopen hobby", zegt Groen.

Hoe begint zoiets? "Ik was een jaar of veertien en zag op de schroothoop op het kamp een fiets uit de jaren dertig. Helemaal compleet. Ballonbanden, dikke dynamo, een vlak glaasje voor de lamp… Ik kon hem kopen voor 7 gulden 50, en dat heb ik gedaan."

De fascinatie nam al snel daarna grote proporties aan. Allereerst voor de Hoge Bi. "Mijn eerste kocht ik van een verzamelaar in Zuidland. Een massief ding, heel zwaar." Groen kreeg het fietsen op zo'n negentiende-eeuws gevaarte onder de knie. Eenvoudig was dat niet, geeft hij aan. "Het is een heel andere manier van fietsen. Je zit heel hoog, tot wel anderhalve meter boven de weg, boven het wiel en vlak tegen het stuur aan. Remmen heb je niet, dus je moet goed inschatten hoe snel je kan rijden, of eraf springen als het niet anders kan. Vering heb je alleen onder je zadel. Je rijdt op massieve rubberen banden en voelt elk steentje op de weg. Je bent constant bezig het wegdek te analyseren op kuilen en hobbels."

Nostalgist

De collectie groeide via beurzen en andere verzamelaars. "Het begint bij een loopfiets uit 1817. Dat is een replica. Die fietsen werden namelijk gemaakt van hout en die zijn allemaal opgegeten door de houtworm. Ik verzamel tot 1900. Daarna zijn de wielen even groot en dat vind ik minder interessant. Het is de nostalgie. Ik noem mezelf een nostalgist. Die fietsen zijn gewoon mooi, er is zó veel aandacht aan besteed. Geen plastic rommel. Tegenwoordig is alles kunststof of carbon of elektrisch. Veel te modern. Voor mij geen tierlantijnen en versnellingen, geef mij de eenvoud maar."

De Kuif, die altijd stijlvol gekleed op de fiets stapt, is inmiddels een bekende verschijning in Nederland. Op zijn Hoge Bi rijdt hij elke twee, drie weken mee aan een toertocht. Het seizoen is net begonnen met de Brabantse Lentetocht en een toer in Lochem. "We rijden meestal een kilometer of dertig met een groep. Wel een mooi gezicht, al die oude fietsen. Op 28 mei is de Tweed Ride, deze keer in Breda. Daar doet wel een man of honderd aan mee. Gekke mensen op een fiets... Ik ben de enige op een Hoge Bi. Het trekt ontzettend veel bekijks. Vorig jaar reed ik in Amsterdam. Ik dacht: daar kijken ze nergens meer van op. Maar ze kwamen uit alle hoeken en gaten om ons te zien en te fotograferen."

Op een gewone fiets rijdt Simon Groen zelden nog. Voor een boodschapje gaat hij lopen, of hij pakt een van zijn vijf Hoge Bi's. "Je hebt op zo'n fiets meer bekijks dan met een Rolls Royce", lacht hij. De Rolls Royce onder de Hoge Bi's, een Amerikaanse Columbia-racefiets uit 1890, zou hij nog graag aan zijn collectie toevoegen. Maar zo'n fiets is superzeldzaam en kost algauw 8.000 tot 25.000 euro. Dat gaat ook deze gepassioneerde nostalgist te ver.