Afbeelding
Foto: Jaap Peeman

Willem de Groot is ambulancehulpverlener

Met toeters en bellen over de weg om hulp te verlenen

"Blazen maar!" De ambulance rijdt regelmatig met 160 kilometer per uur over de weg. "Je doet het voor de patiënt", zegt Willem de Groot, die al meer dan een kwarteeuw als ambulancehulpverlener achter het stuur zit. Een simpel vervoermiddel is de ambulance, nu een Mercedes Sprinter, allang niet meer. "Wij hebben een compleet ziekenhuis aan boord."

Door Kees van Rixoort, fotografie: Jaap Peeman

De Groot (52) was aanvankelijk brood- en banketbakker. Hij werkte acht jaar bij een bakker in Hoogvliet. "Als kleine jongen was ik gefascineerd door de brandweer. Ik wilde in de hulpverlening, maar thuis zagen ze dat niet zitten. Toen ben ik maar het beroep van mijn opa gaan doen."

Maar tussen het bakken door – en later in de pizzafabriek – bleef de hulpverlening trekken. Een sollicitatie bij het ziekenhuis in Dirksland leverde aanvankelijk niets op – De Groot had geen EHBO-diploma – maar al snel kon hij er toch aan de slag. Na het volgen van de vereiste opleidingen – EHBO en ambulancechauffeur – kon hij toch de hulpverlening in.

"Het was een combinatiefunctie toen ik 26 jaar geleden begon bij het ziekenhuis. Naast het rijden op de ambulance had ik ook taken bij de technische dienst en de schoonmaak. Later is de ambulancedienst losgekoppeld van het ziekenhuis. Nu werk ik bij BIOS Ambulancezorg. Onze standplaats is bij de watertoren in Dirksland."

De ambulance was 26 jaar geleden een simpel vervoermiddel. "Hard heen en terug rijden, daar kwam het op neer. We hadden niet veel meer aan boord dan een monitor. Vergelijk dat eens met nu: je hebt een compleet ziekenhuis bij je." Zo kun je mensen veel sneller helpen, legt De Groot uit. "Soms zie je mensen na een groot infarct zo opknappen, dat er eenmaal in het ziekenhuis bijna niets van is terug te zien. De chauffeur en de verpleegkundige vullen elkaar aan. Samen ben je verantwoordelijk voor de patiënt."

De Groot vindt zijn beroep mooi. "Je kunt mensen helpen die in nood zijn, soms levensbedreigend." Tegelijkertijd is het een beroep waarin je geconfronteerd wordt met bijvoorbeeld de gevolgen van vreselijke verkeersongevallen. "Je bent er zo mee bezig dat je niet eens in de gaten hebt hoe ernstig het is. Later besef je: zo, die zat goed in elkaar. Toen ik jonger was, kon ik mijn beroep vrij zakelijk uitoefenen. Zo, naar de volgende… Maar nu ik wat ouder ben, vind ik het soms wel moeilijk. Als mensen onder je handen overlijden, bijvoorbeeld, of als je hulp moet bieden aan een bekende."

Tricky

Een ander punt is het verkeer. Zodra een ambulance "met toeters en bellen" over de weg rijdt, gaan veel andere weggebruikers zich schichtig of onhandig gedragen. "Als ambulancechauffeur moet je ver vooruit kijken en opletten of het overige verkeer je ziet. Als iedereen tegen de streep aan gaat rijden, is er ruimte zat om ertussendoor te gaan. Maar het blijft altijd tricky. Helaas wordt dit punt niet of nauwelijks meegenomen in de rijopleidingen."

Doorgaans weet De Groot wel een uitweg te vinden in het drukke verkeer. "Al is Rotterdam een drama. Bij het Zuidplein rijdt je zo in een fuik. Ik heb er wel eens twee of drie minuten met mijn armen over elkaar gestaan zonder dat ik een centimeter verder kon. Risico's nemen, dat is er niet bij. Het is wel een hele aparte manier van rijden in een ambulance. Gooien en smijten is er natuurlijk niet bij met patiënten aan boord." In al die jaren heeft De Groot maar één keer een aanrijding meegemaakt: in de Maastunnel.

Eén ding is in al die tijd niet veranderd. Bij de ambulancedienst, die actief is tussen de Haringvlietbrug en Port Zélande, doet Willem de Groot naast zijn werk achter het stuur ook onderhouds- en schoonmaakwerk. Net als in de beginjaren bij het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis.

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding