Hij kwam en komt

"En zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn, en u plaats zal bereid hebben, zo kome Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt, waar Ik ben." Zie Johannes 14:1-6.

Een pijnlijk beeld: een moedereend met een flink aantal jonge eendjes stak de snelweg over. Het dier werd doodgereden. Hoe zou het met die eendenkuikentjes verder gaan?
Gevaren waren er te over.
En zo'n moederdier komt niet weer terug.
Denk eens aan een gezin in oorlogsgebied. Het huis van een gezin bezwijkt onder een bombardement, de kostwinner komt om.
Hoe nu verder?
Jezus' discipelen kreeg steeds weer te zien dat hun Meester zou sterven.
En… hoe nu verder?
Zou dit op de ondergang van de discipelen en andere volgelingen van de Heiland uitlopen?

Ja, ze waren als schapen gezonden te midden van de wolven. Verdrukking zou er komen en is er gekomen. Paulus blies dreiging en moord. Denk aan Nero, denk aan regimes en groepen in Azië en Afrika…
Is dat nu alles?
Nee.
Jezus zou sterven. De overste van de wereld zou Hem nemen.
Maar is dat alles?
Nee.

Opvallend begon Hij: "Uw hart worde niet ontroerd!"
En over 'heengaan'. Daarin schittert overwinning.
Heengaan tot de Vader.
Verder blijkt Zijn heengaan in het teken te staan van het werk van Zijn eerste komst:
Het verlorene te zoeken en te redden!
Het kon líjken dat daar niets van terecht kwam.
Het ís echter anders:
Hij ging plaatsbereiden.

Dat is niet te vergelijken met een emigratie, maar met evacuatie uit een noodgebied naar een plaats van veiligheid.
Alleen met dit grote verschil tussen sommige evacuaties:
Na de watersnoodramp werden mensen vaak goed opgevangen.
Maar tijdelijk. Zoals ook nu mensen in een noodopvang terecht komen.
Hier betreft een Thuiskomen!

Want Jezus maakt het werk van Zijn eerste komst af!
Hij brengt straks Thuis!
Dat plaatsbereiden ging wel door Zijn eerste komst in vernedering. Hij kwam niet Thuis, nee, was juist uitgestoten van de Vader en het Vaderhuis!
Wat een prijs betaalde Hij om de weg te banen: de dood!

Maar dat was het dan ook: plaatsbereiden.
Om te komen waar Hij heenging.
Straks haalt Hij Zijn Bruid op.
Om daar te zijn waar Hij Thuis is!

Zijn bruid – wie zijn dat?
Al de gelovigen. Met Hem ondertrouwd in geloof.
Goede mensen? Nee. Mensen die wegliepen, Hem soms verloochenden.
Maar die met hun zonden bij Hem kwamen.
Hij zal door hen straks gezien worden.
Zonder zonden, daar heeft Hij voor betaald! Als Hij de schuld heeft weggedragen, is alles vrij!

Het beeld verspringt:
Hij bereidde het Huis en dan: Hij is de Weg naar Huis!
Geloven in Hem is gaan op de weg.

Maar is er plaats voor mij?
Het is een paleis met veel vertrekken.
Er is ruimte voor mensen…
Die het waard waren? Nee, omdat Híj lief had tot het einde, tot het doel:
de Thuiskomst is bereid.
Die Zijn Woord gingen bewaren!

Wie als zondaar gaat schuilen bij wat Hij kwam doen, die mag weten:
Zijn eerste komst was om de bruidsprijs te betalen.
Zijn tweede komst, volmaakt mijn heil, is om mij in te halen!
Om Zijn werk:

"Vader, Ik wil, dat waar Ik ben ook die bij Mij zijn die U Mij gegeven hebt!"

Verwacht ik Hem?
Niet als ik mijn verblijf op aarde het voornaamste vind – dat is het schema van de wereld die voorbijgaat, op weg - niet naar Huis - maar naar de buitenste duisternis.
Niet als ik op omstandigheden alleen let.
Wel als ik Zijn liefde zie!
Met úitzicht in nood:

De schots waarop ik sta wordt al maar kleiner,
mijn leven en de wereld om mij heen –
er is een maat gesteld,
allerlei nood: aardbeving, liefdeloosheid en geweld,
het één en ander is een teken aan de einder:
Hij komt en redt mij - als de schots geheel versmelt.

De schots waarop ik sta wordt al maar kleiner,
Steeds minder van wat was gaat met mij mee.
Beangstigend - zo is het smelten en de zee.
Maar Hij, mijn Liefste, draagt mij verder dan de einder,
naar 't Vaderhuis, vol vreugde en vol vreê!