Afbeelding
Foto:

Klimaatpauper vind ik wel aardig gevonden

Sinds een aantal jaar wordt er aan het eind van het jaar een 'Woord van het Jaar' gekozen; een woord dat een stempel drukte op het afgelopen jaar. In 2015 was dat bijvoorbeeld sjoemelsoftware, met bijna 50% van de stemmen. Vorig jaar was het woord treitervlogger het meest populair; figuren met een chronisch aandachttekort die 'te gekke' stunts uithalen om hun ego te strelen. Als lettervreter volg ik de verkiezing van 'het Woord' altijd wel. Veel woorden liggen gewoon zo lekker in de mond. Woorden als breinblubber, tuintegeltaks en brexitbuit bijvoorbeeld. Dat zorgt bij mij dan weer voor een puristenpretje, om er zelf eens een te verzinnen. Ook bij de verkiezing dit jaar valt er weer wat te kiezen. Woorden als warmtezombie, klimaatpauper, lokterrorist, fipronilei en cryptokoorts staan in selectie. Van een warmtezombie had ik nog nooit gehoord, maar dat blijkt iemand te zijn die door een hoge temperatuur minder geconcentreerd is. Volgens mij hebben veel mensen daar helemaal geen hoge temperatuur voor nodig. Klimaatpauper vond ik dan wel weer aardig gevonden. Dat schijnt iemand te zijn die de energienota niet meer kan betalen, als deze sterk stijgt als gevolg van klimaatmaatregelen. Gelukkig staan er tegenwoordig zoveel windmolens dat we ons op het eiland daar geen zorgen over hoeven te maken. Cryptokoorts is op dit moment populair. Het woord laat zich omschrijven als: 'Een overdreven neiging onder grote groepen mensen om te beleggen in cryptomunten, zoals bitcoins.' Koorts associeer ik niet meteen met iets positiefs. De goudkoorts bijvoorbeeld, of de tulpenkoorts in de zeventiende eeuw. Wat halen mensen nu weer in hun bol, vraag ik me dan ook vertwijfeld af. Zelf heb ik overigens ook gestemd. Ik heb niet lang na hoeven te denken; mijn keuze was een (fibronil)eitje.