Afbeelding
Foto:

Kinderperspectief

Met enige moeite ontwijk ik de grote regenplassen die op de straat liggen, terwijl ik links een peuter en rechts een kleuter voorttrek. Ik denk aan de aardappelen die op moeten, dat artikel dat ik nog moet schrijven en dat wasje wat nog moet draaien. Onze peuter houdt halt. "Kom!" roep ik. "Maan, mama!" zegt ze. Ik hoor het maar half en probeer haar mee te trekken. "Mama, kijk, maan!" klinkt het nog eens. Ik sta stil en werp een blik omhoog. Warempel: tussen twee donkere wolken is inderdaad een sikkelvormig maantje te zien. Ik glimlach. Onze peuter ziet de plassen en de modder niet. En ook de donkere regenwolken die aan komen drijven, houden haar niet bezig. Ze ziet alleen dat kleine maantje. Hoewel we allebei tegelijkertijd op dezelfde plek zijn, is haar kijk op de wereld radicaal anders. Het is een perspectief om zo af en toe jaloers op te zijn.

Maar soms kan dat kinderperspectief ook een beetje in de weg zitten. Zo kreeg onze kleuter tot voor kort nog een zenuwinzinking als we het bad leeg lieten lopen; ze was bang dat ze door het putje zou spoelen.

En regelmatig zorgt dat kinderperspectief er ook voor dat het schaamrood op mijn kaken verschijnt. Bijvoorbeeld toen ik een maandverbandje pakte en onze peuter me een begripvolle blik toewierp: "Isa ook luier aan. Net als mama." En ik wist dat ze deze wetenschap met anderen zou gaan delen. Of die keer dat we over het dorp fietsten en ik op een druk kruispunt naast een vrij opzichtige, open cabrio tot stilstand kwam. Terwijl de bestuurder de begerenswaardige blikken van de passerende mensen gretig over zich heen liet komen, slaakte onze peuter een kreet van ontsteltenis. "Mama, die auto is kapot!" Ik kon een glimlach niet onderdrukken. De cabrio-meneer trok snel op. Misschien was hij nog niet klaar voor de verfrissende kijk die onze peuter op de wereld heeft.