Kinderarbeid

Onlangs is er een wereldwijde conferentie gehouden over kinderarbeid. Op dit moment zijn er 152 miljoen kinderen die kinderarbeid verrichten. Het aantal neemt de laatste jaren iets af, maar het gaat nog steeds om grote aantallen. Vooral in de landbouw zijn er nog veel kinderen werkzaam. Het gaat daarbij vooral om landen in de derde wereld. Hoe moeten we over dit verschijnsel oordelen?

In de eerste plaats is kinderarbeid ook in Nederland lange tijd een veel voorkomend verschijnsel geweest. In de 19e eeuw waren er erbarmelijke toestanden rond kinderen die moesten werken in fabrieken. In het boekje 'De arbeidende klasse in Nederland in de 19e eeuw, 1813-1870' van Prof. Dr. I.J. Brugmans zijn daarover ingrijpende zaken te lezen. Kinderen moesten soms urenlang werken in de fabriek tegen een zeer laag loon. Ook waren de arbeidsvoorwaarden soms abominabel. En er gebeurden de meest verschrikkelijke ongelukken door vermoeidheid en andere zaken. Er waren heel wat kinderen in die tijd die terugkeken op een diep ongelukkige periode in hun leven. Gelukkig heeft de wetgever wetten gemaakt waardoor kinderarbeid geleidelijk uit Nederland is verdwenen. Kinderen hebben scholing, opvoeding en andere zaken nodig. Het is daarom goed dat aan dergelijke praktijken in Nederland een einde is gekomen.

In de tweede plaats is er in de wereld om ons heen, vooral in de ontwikkelingslanden, echter nog steeds sprake van omvangrijke kinderarbeid. Kinderen worden ingezet om in fabrieken kleren te maken, in de landbouw hand- en spandiensten te verrichten, soms ook zware arbeid te doen, en zo meer. Het lichaam van een kind is vaak helemaal nog niet geschikt om dergelijke arbeid te verrichten. Ook mentaal zijn de kinderen nog niet in staat om langdurig en geconcentreerd zich op hun taak te richten. Naast de honger in de wereld en de gevolgen van de terreur, is ook de kinderarbeid een van die ernstige zaken in onze wereld. Het is daarom goed dat er aandacht voor is en dat de overheden bijvoorbeeld door middel van wetgeving hier een einde aan proberen te maken. Kinderen hebben voor hun ontwikkeling een goede opvoeding en goede scholing nodig. Kinderarbeid leidt veelal tot zeer grote problemen in het leven van mensen op de langere termijn.

In de derde plaats is het wel heel lastig om in de praktijk kinderarbeid te bestrijden. Vaak gaat het in dergelijke situaties om knellende omstandigheden. Er zijn grote gezinnen met een beperkt inkomen en dan is arbeid nodig om in leven te blijven. Met alleen maar enkele wettelijke maatregelen kan het probleem daarom niet verholpen worden. Er is meer nodig om aan dit verschijnsel een einde te maken. Kinderarbeid verdraagt zich gewoon niet met wat een kind nodig heeft. Kinderarbeid moet bijvoorbeeld vanuit de Bijbel heel duidelijk aan de kaak worden gesteld. Net als de slavernij, die ook is afgeschaft, moeten we oog hebben voor het beƫindigen van de kinderarbeid, wereldwijd. Het is daarom goed dat er wordt nagedacht over de wijze waarop dit gestalte zou kunnen krijgen. Daarbij is scholing een van de eerste voorwaarden om aan dit probleem in de praktijk een einde te maken. Laat daarom het onderwijs verplicht worden gesteld en kinderen goed onderwijs worden geboden. Het is de roeping van de samenleving, de overheid en de kerk om kinderen "een enigszins normaal leven te bezorgen". Er is dus ook op dit punt nog het een en ander te doen.

Ds. W. Visscher