Rinus Pannekoek aan het woord voor een groot PCOB-gezelschap. Foto's: Hans Villerius
Rinus Pannekoek aan het woord voor een groot PCOB-gezelschap. Foto's: Hans Villerius Foto:

Al bijna 30 jaar actief in wereldwijd repatriëringswerk

Een bijzonder beroep, dat heeft 'ie, Rinus Pannekoek (64) uit Dirksland. Eigenlijk heeft hij meerdere beroepen, ondanks dat hij met prépensioen is. Dat had z'n vader hem al bijgebracht: zorg dat je twee beroepen hebt, als je er één kwijtraakt zit je toch niet zonder werk. Zelfs nu hij met prépensioen is, beoefent hij nog meerdere beroepen en liefhebberijen: hij is vrachtwagenchauffeur, heeft een eigen boekbinderij, is kerkorganist en – dat vooral – hij is repatriëringsverpleegkundige. Over dat laatste vertelt Rinus graag. En geen wonder, want het is geen doorsnee beroep. Dit werk brengt hem over het hele wereldrond en daar geniet hij van.

Tekst: Hans Villerius
Beeld: archief Rinus Pannekoek

Het was tijdens de laatstgehouden bijeenkomst van de Protestants Christelijke Ouderenbond (PCOB), afgelopen maandagmiddag in verenigingsgebouw De Hoeksteen te Middelharnis, dat Rinus over zijn bijzondere werk vertelde. De PCOB zet zich in voor behartiging van de belangen van ouderen in de samenleving en biedt haar leden maandelijks ook gezelligheid. De afdeling Goeree-Overflakkee houdt elke derde maandag van de maand een bijeenkomst, doorgaans bezocht door zo'n honderd leden, maar afgelopen maandag puilde met zo'n 125 aanwezigen de zaal werkelijk uit. Kennelijk hadden ze begrepen dat er een boeiend verhaal te beluisteren zou zijn.

Gespecialiseerd

Op vijf jaar na, waarin hij onderofficier in het leger was, is Rinus altijd in de medische sector werkzaam geweest. Als verpleegkundige behaalde hij diverse specialisaties: psychiatrie, hartbewaking, intensive care en ambulance. Hij is werkzaam geweest in zowel ziekenhuizen als bij ambulancediensten en al bijna dertig jaar ook in de repatriëring. Als repatriëringsverpleegkundige begeleidt hij mensen die in buitenland verblijven, daar ziek geworden zijn of een ongeval overkwamen en weer terug willen naar hun eigen land. Voor dit werk is Rinus al jaren werkzaam bij Broeder de Vries Dutch Medical Services, gevestigd op Luchthaven Schiphol. Het is één van de twee repatriëringsinstellingen die Nederland nog kent.

Fit to Fly

"Het kan je zo maar gebeuren", vertelt Rinus, "je gaat heerlijk op vakantie, of je bent voor je beroep naar het buitenland, maar je wordt ziek. Je belandt in een vreemd ziekenhuis in een vreemd land, waar je niemand verstaat. Dan wil je op gegeven moment nog maar één ding: naar huis! We praten dan over repatriëring. Maar dat mag alleen als de patiënt in zo'n conditie is dat hij vervoerd kan worden. Ernstig zieke patiënten mogen niet per ambulance of gewone auto naar hun land terug, maar gaan per ambulancevliegtuig. Daarvoor is het Fit to Fly-document een onmisbaar formulier, een medische verklaring dat de patiënt in staat is om gevlogen te worden. Er wordt gekeken welke begeleiding nodig is: van een basisarts of en gespecialiseerde arts, van een algemeen verpleegkundige of een gespecialiseerd verpleegkundige? Voor patiënten met botbreuken of met maag/darmaandoeningen kan een algemeen verpleegkundige mee. Voor veel andere problemen is gespecialiseerde medische begeleiding vereist."

Wereldwijd

Omdat Rinus zo veel specialisaties op zak heeft, wordt hij op allerlei repatriëringsklussen gezet, wereldwijd, van New York tot Sidney toe. De opdracht begint met een korte briefing, die hij via de mail thuis krijgt en waarin alle nodige gegevens rond de te repatriëren patiënt staat: om welke patiënt gaat het, wat is de diagnose, in welk land verblijft hij of zij, wat zijn de vluchtgegevens, wie reist er mee en wat moet er allemaal worden meegenomen? Rinus checkt online in, gewoon thuis. Hij kiest bij boeking graag een zitplaats bij het vliegtuigraam. "Niet voor het uitzicht, maar omdat je daar gemakkelijker kunt slapen dan wanneer je aan het gangpad zit", verduidelijkt hij.

Andere aanpak

Nadat hij met z'n eigen auto naar Schiphol is gereden haalt Rinus daar eerst bij Broeder de Vries z'n reismap op. Verder neemt hij niet zo veel mee. Alleen de medische koffer en zijn handbagage, met reservekleding voor wanneer een verblijf in het buitenland onverhoopt langer duurt. Bij de gezagvoerder aan boord meldt Rinus zich dat hij van de medische dienst is en stemt hij met hem af dat de gezagvoerder hem inschakelt wanneer tijdens de vlucht medische hulp noodzakelijk is. "Als dit vooraf al geregeld is, scheelt dat in voorkomend geval een hoop gedoe in de lucht." Rinus heeft het al meerdere malen bij de hand gehad dat hij in de lucht in actie moest komen voor passagiers die onwel werden. "Dat vraagt trouwens ook wel specialisatie", geeft hij aan, "want door de drukverschillen werken bijvoorbeeld beademing, een infuus of een catheter niet zoals op de ziekenhuisvloer. Dat vraagt een andere aanpak."

Genieten

Na de landing zet Rinus z'n reis naar de uiteindelijke plaats van bestemming graag voort op een manier, met de bus bijvoorbeeld, waarop hij onderweg zo veel mogelijk van het land kan zien. Hij probeert altijd een mix te maken van het verrichten van noodzakelijk werk én te genieten van z'n buitenlandse trip. En waarom zou hij niet?
Eenmaal aangekomen in de uiteindelijke plaats van bestemming is het de bedoeling dat Rinus zo snel mogelijk de patiënt ziet die hij begeleiden moet. Alleen als het al later in de avond is doet hij dat niet maar zoekt hij rechtstreeks een hotelkamer op. "Anders heb je kans dat de patiënt al slaapt en dat schiet niet op. In een hotel wil ik wil altijd een kamer op de bovenste verdieping. Niet zo zeer voor het uitzicht maar voor de rust. Want bovenin heb je 't minst last van binnenkomende en vertrekkende mensen." Er zijn landen waar alles zo veel goedkoper is dan in Nederland dat Rinus voor weinig geld een zeer luxe verblijf kan boeken. "Dat is dan echt genieten, met vanaf je balkon dikwijls de prachtigste uitzichten!"

Onderzoek

Maar voor genieten is eigenlijk pas tijd nadat Rinus eerst z'n patiënt heeft gezien. Die zoekt hij op in het hospitaal en checkt daar in korte tijd diens lichamelijke en psychische toestand. "Dat doe ik meteen tijdens de kennismaking. Terwijl ik een hand geef, pak ik ook de andere hand. Ik voel dan en passant aan de pols hoe de hartslag is, ik voel of 'ie een klamme huid heeft of niet. Meteen vraag ik waardoor de patiënt in het ziekenhuis terecht is gekomen, zodat ik uit het antwoord op kan maken hoe helder van geest de patiënt is en ik een beeld krijg van hoe de ademhaling is. Daarna leg ik uit hoe de repatriëring in z'n werk gaat en ga ik in overleg met het behandelteam, om de repatriëring in gang te zetten als dat daadwerkelijk kan."

Verleiding

De tijd die daarna volgt, voordat met de patiënt wordt teruggevlogen, kan Rinus op z'n gemak de omgeving in, om allerlei moois te bezoeken dat daar te vinden is. Heel graag treft hij een geopende kerk aan, liefst met een orgel waarop hij de kans krijgt het te bespelen. "Maar 't is wel belangrijk dat je jezelf niet in de verleiding brengt je te overvoeren met allerlei bezienswaardigheden. Want hoe leuk en mooi zo'n reis ook is, intussen ben je constant aan het denken over het hoe en wat van de repatriëring, opdat er tijdens het vervoer terug niets, of anders zo min mogelijk, mis zal gaan."

Aansprakelijkheid

Voor een intercontinentale repatriëring staat zo'n drie á vier dagen. Als de terugreis wordt aanvaard, wordt de patiënt het vliegtuig in geholpen zonder dat Rinus er één vinger naar uitsteekt, dit vanwege juridische consequenties die eraan vast kunnen zitten als op het vliegveld iets misgaat. Wel houdt hij toezicht dat alles gaat zoals 't moet gaan. Pas in het vliegtuig is Rinus weer aan zet. Maar ook hier blijft het een kwestie van alert zijn, vanwege juridische aansprakelijkheidstelling. Bovendien is aan boord de gezagvoerder verantwoordelijk is hij degene die besluiten neemt. Zelfs of een reanimatie door moet gaan of beëindigd moet worden.

Handen- en voetenwerk

In grotere vliegtuigen ligt de te repatriëren patiënt op een soort stretcher die over een aantal zitplaatsen heen wordt geplaatst. In de kleine ambulancevliegtuigen is de ruimte zeer bemeten. Als hulpverlener kun je er niet rechtop staan. Dergelijke vluchten ziet Rinus liefst aan zich voorbijgaan.
Overigens vindt repatriëring ook wel per ambulance plaats. Vooral de komende maanden, als weer veel mensen naar de wintersport gaan. Wie daar botbreuken opdoet, wordt per ambulance weer naar het eigen land gebracht.
Zo'n twee á vier maal per maand is Rinus voor dit werk van huis. "Hoewel ik zowel Engels, Duits als Frans spreek, komt er tijdens zo'n repatriëring dikwijls toch nog veel handen- en voetenwerk aan te pas", vertelt hij. Maar met zijn ervaring, expertise en doortastendheid bereikt hij altijd wel wat hij bereiken moet.

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding