Steek uw hand uit

En nadat Hij hen allen rondom aangekeken had, zei Hij tegen de man: Steek uw hand uit. Hij deed dat en zijn hand werd hersteld, gezond als de andere.
Lukas 6:11.

De Heere Jezus ziet in de synagoge een man met verschrompelde rechterhand. De Heere ziet op Hem met liefde, met bewogenheid. Omdat hij een van die talloos vele mensen is, die gebukt gaan onder de gevolgen van de zonde. Omdat hij, net als alle anderen trouwens, ten diepste een verloren mens is.
Maar de Heere ziet hem niet alleen: Hij laat het ook weten dat Hij hem ziet: Hij spreekt hem áán. De Heere laat ons nooit in het onzekere als het gaat om onze verlossing.
En dat spreken houdt een bevel in én een belofte. De Heere spreekt altijd met twee woorden. Wanneer Hij iets beveelt geeft Hij ook de kracht om te gehoorzamen, anders behoefde Hij niets te bevelen.
De Heere vraagt: steek uw hand uit…. Met andere woorden: Kom maar voor de dag met je nood, je ellende.
Dat vraagt de Heere nog steeds. Steek die hand uit: Laat mij maar zien wat er aan mankeert. Ik wist het al lang, maar u moet het zelf ook weten en…. belijden.
Breng het maar bij deze Heere, alles wat er verkeerd is gegaan in uw en jouw leven. Kom er maar mee naar voren en leg het maar voor Hem neer.
Neen, Hij heeft er geen afkeer van. Weet u, van wie Hij een afkeer heeft? Van die trotse en hoogmoedige Schriftgeleerden en Fariseeën, die dachten dat Gods wetten allemaal konden onderhouden. Zij hadden de Heere niet nodig. Maar Hij zoekt wat verloren is….
De man gehoorzaamt. Hij spreekt niet tegen. Hij had natuurlijk kunnen zeggen: Maar Meester, dat is nu juist mijn probleem: Ik kan mijn hand niet uitsteken. U vraagt iets van mij wat ik onmogelijk kan doen….
Geloven is daarom niet anders dan: gehoorzamen. Gehoorzaam gebruik maken van de middelen die God geeft: Zijn Woord en Zijn dienst, en dan ook: gehoorzaam AMEN zeggen op wat Hij zegt. Omdat Hij het zegt.
En wanneer Hij het zegt, geeft Hij ook alles wat ik nodig heb om te doen wat Hij mij opdraagt. Hij weet toch dat ik het van mijzelf uit niet kan? Daarom geeft Hij ook door Zijn Geest de kracht om te gehoorzamen.
Maar het is niet alleen een zaak van gehoorzamen: Het is tegelijk ook een zaak van vertrouwen. Ja, het is toch alleen door dit vertrouwen, alléén door het geloof, dat de Heere ons behoudt.
Vertrouwen is: je laten vallen in Zijn armen, alleen omdat Hij te vertrouwen is. En reken maar, dat Zijn armen sterk genoeg zijn om u en jou op te vangen.
Het zijn de armen, waarmee Hij deze wereld heeft geschapen en tot op de dag van vandaag in stand houdt. Maar het zijn ook de armen, waarmee Hij aan het kruis werd gehangen, schijnbaar machteloos, maar juist zó werd Hij de grote Overwinnaar!
Daarom vraagt Hij niet het onmogelijke, wanneer Hij ons vertrouwen vraagt, want Hij gééft het Zelf. Hij werkt het Zelf in ons hart. Op het moment, dat we Zijn roepstem horen…. En die roepstem doordringt in ons hart….
Mag ik u vragen: Op wie lijkt u? Op die omstanders, die geen genade nodig dachten te hebben, of op die man, die daar stond met al zijn ellende?
Wat een wonder: De Heere geneest hem. Volkomen. Zijn hand werd hersteld, gezond, net als de andere.
Zo geneest de Heere nog steeds wie tot Hem vluchten. Een belofte van die grote Sabbat, die dag van de rust, die komen gaat. Wat de profeten beloofden, wat de Heere hier laat zien van Zijn almacht en van Zijn liefde, eenmaal komt het alles tot vervulling.
Dan mogen allen die in het geloof tot deze Heiland zijn gevlucht, voor eeuwig verlost, maar ook: voor eeuwig gezond en gezegend zijn.
Niemand zal daar zeggen: Ik ben ziek. Want Christus heeft al onze ziekte en ellende op Zich genomen, en weggedragen.
Wie Hem aanroept in de nood, vindt dan Zijn gunst oneindig groot! Zó groot, dat er ook voor u en voor jou en voor mij genade is. Een overvloed van genade zelfs.

Dirksland, Th.W.H. van der Heijden