Een handschrift op de muur

"...Die schreven tegenover de kandelaar, op de kalk van de wand van het koninklijk paleis..." Dan. 5:5

Een schokkende gebeurtenis

Koning Belsazar maakte een grote maaltijd. Om van te genieten! Wat zijn de paleizen van koningen toch rijk voorzien bij vergeleken de armoedige huizen van bedelaars of de trekwagens van zigeuners. Verschil moet er zijn, zeggen we makkelijk. Maar wie maakt eigenlijk het verschil? En wat maakt het verschil uit? Beter een weinig en VREDE daarbij dan…
Plotseling wordt de vreugde ernstig verstoord. Een deel van de hand van een mens verschijnt op de wand. De adem stokt in de keel van de koning en zijn knieën knikken. Hij looft een hoge beloning uit voor degene die het handschrift kan ontcijferen. Daniël wordt voorgedragen door de koningin. Dat is die man, die op God vertrouwde. Door het geloof stopte hij de muilen van de leeuwen (Dan. 6 / Hebr. 11). Zijn vrienden liepen door de vurige oven. Deze mannen waren voor niemand bang, want zij hadden de Heere lief.
Dát maakt het verschil uit: God kennen en liefhebben of niet!

Een eerlijk schrijven

Wat verscheen er op de wand? Tegenover de kandelaar? Misschien viel het licht van de kandelaar er op. Een schimmig licht of een helder licht? Wie zal het zeggen? Daniël mocht de woorden verklaren.

MENÉ, MENÉ, TEKÉL, UPHARSIN... Het is de slotconclusie van de God van hemel en aarde aangaande het koninkrijk van Belsazar. Er komt een einde en hij is te licht bevonden. Hoe dan? In de weegschaal van God.
Daniël legt de woorden uit. We lezen een eerlijke behandeling door Daniël, voorafgaand aan de uitleg (vers 18-23). Daniël begint te zeggen wat God gedaan heeft met koning Nebukadnezar, de vader van Belsazar. Hoe deze koning vernederd werd én zich vernederde onder Gods hand. En dít is nu juist wat ontbreekt bij zijn zoon, tegen wie Daniël nu spreekt. Belsazar heeft de God van hemel en aarde, in Wiens hand zijn adem is, niet verheerlijkt...
Wist u / weet jij dat je daartoe geschapen bent? We leven om groot van God te spreken, in onze woorden en daden. Anders sterven we straks als doelmissers.

Een dringende oproep

Dan zwijgt Daniël. We lezen niets van berouw bij de koning. Hij is opgelucht dat de woorden niet langer een raadsel zijn, maar er volgt geen roep om GENADE. Aangrijpend is dit. Zo eerlijk behandeld, maar geen bekering.
Kunnen heidenen dan ook bekeerd worden tot God?
Wij waren toch eertijds heidenen? Niemand op deze aarde vroeg naar God! Toen was Hij de Eerste, Die naar mensen vroeg. Hij riep Adam en Eva om een nieuw begin te maken. Hij riep Abraham uit Ur weg te trekken, zodat alle volken van de aarde in het verbond met hem gezegend konden worden.

Een les voor ons?
Zegt u het zelf maar.
Het is van tweeën één: óf gehoorzamen, óf doorgaan op je eigen weg.
Vallen voor de Heere Jezus Christus, smekend om genade en vergeving, of dóórgaan in je zonden.
Woorden stonden geschreven op de kalk van de muur.
Woorden staan geschreven in het Boek des Levens, de Bijbel.
Wat doen we ermee? Wat doet het met ons? Wie is Christus voor u?
Daniël had gezegd geen eerbetoon te willen ontvangen. Toch liet de koning hem bekleden met purper en goud. Even later wordt hij de leeuwenkuil in gegooid. Zo gaat dat wanneer mensen je gaan prijzen. Ze keren om als een blad aan de boom.
De Heere Jezus kwam Jeruzalem binnen en heel de schare ging uit haar dak om Hem toe te juichen met een daverend Hosanna. Enige tijd later is het een hysterische schare die roept: "Kruist Hem, kruist Hem!"
Deze Jezus zegt in Joh. 5:41 dat Hij geen eer van mensen aanneemt! Laten wij volgen in Zijn spoor. Laten we zingen met Ps. 115: "Niet ons, o HEERE, niet ons, maar Uw Naam zij eer gegeven!"

Hoe zwaar bent u op de weegschaal van God? Nee, niet zwaar op de hand, dat helpt niet. Misschien bent u wel door alles heen gezakt, alle eigendunk verloren. En nu mag het zijn: GERED DOOR HET BLOED VAN HET LAM!

Ouddorp, C. van den Berg.