Afbeelding
Foto:

Nieuwe overwinteringsplek voor vleermuizen in bunker Westduinen

OUDDORP – Water- en grootoorvleermuizen in Ouddorp en omgeving hebben er een mooie overwinteringsplek bij: een bunker in de Westduinen. Vrijdag 13 oktober namen de betrokkenen – waaronder Zuid-Hollands Landschap, Natuur en Landschap Goeree-Overflakkee (NLGO) en twee vrijwilligersgroepen – de bunker aan de Klarebeekweg officieel in gebruik. Volgens boswachter Jan Alewijn Dijkhuizen zouden binnen een week de eerste vleermuizen al naar binnen kunnen vliegen.

Door Kees van Rixoort

Vleermuizen overwinteren graag in bunkers. "Omdat het namaakgrotten zijn", zegt Alewijn Dijkhuizen. "Vleermuizen zijn insecteneters en hebben in de winter dus geen eten. Daarom overwinteren ze een aantal maanden. Ze zoeken een koele, vochtige, stille plek. De vleermuis is een zoogdier, die zijn lichaamstemperatuur in de winter kan laten zakken tot 9 of 10 graden Celsius. Alle organen en de spijsvertering gaan dan trager werken. Er is minder energie nodig. Dat kan maanden duren, op een rustige plek waar de vleermuizen kunnen wegkruipen."

De boswachter van Zuid-Hollands Landschap, dat de Westduinen beheert, was vol lof voor het werk van de vrijwilligersgroepen, die de bunker hebben ingericht voor de winterslaap. "Het zou goed kunnen dat als vleermuizen deze plek hebben gevonden, ze er langer gebruik van gaan maken, bijvoorbeeld in de paartijd."

Volgens Alewijn Dijkhuizen duurt het even voordat de dieren een nieuwe locatie hebben gevonden. "Ze zijn trouw aan hun overwinteringsplekken. Verwacht hier ook geen duizenden vleermuizen, maar in principe kunnen de eerste snel komen. Dit is een gunstige locatie, ook door de omliggende houtwallen."

Vliegende Brigade

Het winterklaar maken van de bunker is het werk van de Vliegende Brigade, een vrijwilligersgroep die drie jaar geleden door Cees Appel is opgezet in samenwerking met De Groene Motor, en de werkgroep van NLGO, die nauw samenwerken. Het idee om de bunker aan de Klarebeekweg om te vormen tot vleermuizenverblijf was van Krijn Tanis.

"Een aantal bunkers op Goeree-Overflakkee, overblijfselen van de Atlantikwall, wordt al gebruikt door vleermuizen. Denk aan enkele bunkers op de Punt, de bunkerroute, en een bunker in de dijk van de Preekhilpolder. Die laatste was te droog en te grof van structuur. We hebben een tochtgat dichtgemaakt, water naar binnen gebracht om de luchtvochtigheid te verhogen en een plank met latjes aan de muur bevestigd waarachter vleermuizen kunnen wegkruipen. Dat komt de overwintering ten goede", aldus Tanis.

Hij kende de bunker aan de Klarebeekweg en dacht: is die ook niet in te richten voor vleermuizen. Beheerder Zuid-Hollands Landschap was meteen enthousiast, waarna de vrijwilligers aan de slag gingen om het stuifzand uit het bouwwerk te scheppen. Dat was een karwei van twee ochtenden. Vervolgens zijn enkele tochtgaten dichtgemetseld en is er in de grote ruimte binnenin een muur geplaatst. Een stalen deur, die voldoende invliegruimte overlaat, moet onverlaten tegenhouden. In de bunker heeft Tanis allerhande wegkruipmogelijkheden voor de vleermuizen gecreëerd met planken, stenen en gaas. Er zijn ook natuurlijke holten als gevolg van betonrot.

De bunker, die een schijnwerper had en waarschijnlijk een rol heeft gespeeld bij het misleiden van geallieerde vliegtuigen, heeft muren van 1 meter dik. Dat geeft rust en de mogelijkheid om, via een extra sluisdeur, een vrij constante temperatuur te realiseren. Precies dat – en voldoende luchtvochtigheid en gebrek aan tocht – is wat vleermuizen nodig hebben om te overwinteren.