De hoogste Rechter

Genesis 18 : 25

Abraham wordt de vader van alle gelovigen genoemd, maar we zouden hem even goed de vader van alle voorbidders kunnen noemen. Want wat hij tegenover Sodom heeft gedaan dat is toch haast zonder weerga.

De stad Sodom was slecht, gruwelijk slecht. Zo slecht dat de ergste zonde steeds samen met deze stad wordt genoemd. Het zou ons dan ook niet verwonderd hebben als Abraham tegenover God zijn instemming had betuigd met het rechtvaardige voornemen om deze boze stad en haar omgeving met vuur te verwoesten. Zulke broeinesten van ondeugd en vuile zonden kunnen toch maar het beste uitgeroeid worden. Als het kwade wordt weggebrand, dan kan de wereld er alleen maar beter van worden. Dan wordt ook voorkomen dat het kwade zich verder uitbreidt naar andere plaatsen.
Misschien hebben wij weleens gehoopt dat God zou ingrijpen bij groot onrecht en onderdrukking en dat Hij een einde zou maken aan geweld en tirannie. Er gebeuren immers zoveel verschrikkelijke dingen op deze wereld, en mensen doen elkaar soms zoveel leed aan.
Als wij dan machteloos staan tegenover heel veel kwaad, dan hopen we dat God zal ingrijpen. Door vuur van de hemel, of …………God heeft toch middelen genoeg om in te grijpen en een einde te maken aan het kwaad. En we hopen dat Hij het ook zal doen. Liefst zo radicaal mogelijk. Daarbij zien we onze vijanden ook graag als vijanden van God die verdwijnen moeten.
Maar Abraham deed anders. En dan is er wellicht toch verband tussen zijn geloof en zijn voorbede. Want het hoogste wat een gelovige kan doen, dat is bidden. Daarom heeft de aartsvader Abraham tot vermoeienis toe gepleit. Op hoop tegen hoop.
Als er eens vijftig rechtvaardigen waren, of vijf en veertig, of veertig, of dertig, of…….. En Abraham bleef maar afdingen. Tot hij het tiental had bereikt. Maar zelfs tien rechtvaardigen werden in heel Sodom niet gevonden. Als er tien waren geweest, dan was niet dit tiental gespaard, terwijl de rest tragisch omkwam, maar dan had God aan heel de stad vergiffenis geschonken.
Is dat wel recht? Dat is het recht van God en dat is tegelijkertijd de genade van God.
Zou de wereld wellicht daarom nog bestaan omdat er nog een enkele voorbidder is en omdat er nog een handvol gelovigen is? Wat een verantwoordelijkheid ook voor ons allen om voorbidders te zijn voor deze wereld! Maar ook: wat een troost is het voor ons dat er in elk geval nog een Voorbidder is, namelijk onze Heere Jezus Christus. Hij houdt niet bij een tiental rechtvaardigen op. Hij bidt ook voor de enkeling, voor de zondaar, voor de afgedwaalde. Kent U Zijn Naam? En wilt u uw leven toevertrouwen aan deze grote Voorbidder, onze Heere en Heiland Jezus Christus? Alleen bij Hem zijn wij veilig en geborgen bij het woeden van de machten ook in onze tijd. Bij Hem is er een toekomst voor ons mensen.

Dirksland, ds. J. Willemsen