Het oordeel blijft uit.

Mattheüs 11:3

Toen Johannes de Doper gevangen zat, begon hij aan Jezus te twijfelen. En dat is ook goed te begrijpen. Johannes toch had, trouw aan zijn opdracht, boete en bekering gepredikt en velen waren naar de Jordaan gekomen om hun zonden te belijden en zich door Johannes te laten dopen.
Heel nadrukkelijk had Johannes getuigd van het komende oordeel en hij had alle mensen opgeroepen om niet verder te gaan in een leven in de zonde, maar zich te bekeren tot de Heere. Johannes had in gehoorzaamheid aan God de straf van God aangekondigd voor een ieder die niet met al zijn zonden berouwvol naderde tot God om vergeving en genade.
Johannes was een boeteprediker, die met grote ernst wees op het naderende oordeel dat de mensen over zich riepen door hun leven los van de Heere. Maar het oordeel dat Johannes aankondigde bleef uit. Wel was de Messias gekomen en had Johannes op Hem gewezen als het Lam Gods dat de zonden der wereld wegdraagt. Maar het was allemaal heel anders gegaan dan Johannes zich had voorgesteld. Hakte de houthakker de bomen dan toch niet om? Werd het koren dan toch niet van het kaf gescheiden? Bleef het laatste gericht dan toch nog weer uit? Was het dan toch zo dat onrecht en boosheid het hoogste woord hebben in deze wereld en blijft de zonde ongestraft? Kunnen boze mensen dan maar altijd verder gaan met hun boze plannen en boze daden, zonder dat God uit de hemel ingrijpt?
Johannes de Doper zat zelf in de gevangenis omdat hij open en eerlijk had getuigd tegen het slechte leven van koning Herodes. Maar Herodes leefde nog openlijk verder in de zonde. Hij bleef op de troon zitten, zonder dat God er iets aan deed. En Johannes de Doper, de dienaar van God, zat nu in de gevangenis, zodat hij zelfs niet meer kon getuigen.
Zou het soms zo zijn dat Johannes zich vergist had en dat Jezus niet de Messias was? Het kwaad en het onrecht heersten toch nog steeds op deze wereld!
Het is heel begrijpelijk dat Johannes tot zulke gedachten kwam toen hij in de gevangenis zat. Maar Johannes was één ding vergeten. Iets wat wij ook vaak te gemakkelijk uit het oog verliezen. Het is zeker zo dat God ten gerichte komt. Hij zal ten val brengen alles wat zich hoogmoedig tegen Hem verheft, en een ieder die niet voor Hem wil buigen. Maar de Heere is ook genadig. Hij is nóg genadig. En zolang de Heere lankmoedig is en genadig, blijft het oordeel nog uit.
Zolang het oordeel nog uitblijft, wordt ons het woord van Johannes voorgehouden, dat hijzelf vergeten scheen te zijn: Zie het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt. Het oordeel komt, ook voor ons. Maar zalig zijn zij die, voordat het gericht er is, hun toevlucht nemen tot het Lam dat redt.

Dirksland, ds. J. Willemsen