Het pad langs de rotsen - 44

Hier werd ik ruw afgewezen; daar beschimpt of beledigd; dat is niet te beschrijven. En dan die knagende worm dat het mijn eigen schuld was. Toen de zomer vergleden was en de herfst aan kwam zweven, wist ik bijkans geen raad meer. Nog steeds was ik niet geslaagd om een blijvend onderdak voor de winter te vinden. Ik dacht zeker dat ik van kou en kommer om zou komen totdat ik ten einde raad, juist aan jouw deur aanklopte."
"Dat was Gods genadige leiding Gundel" zei Hans plotseling.
"Hij heeft zich, toen er voor jou geen uitkomst meer was, over je willen ontfermen en ook over mij dat ik op het onverwachts mijn lieve zusje terug kreeg… als uit de dood verrezen! Want ná mijn bezoek aan Hohne dacht ik beslist nooit meer een van mijn zusjes terug te zullen zien."
Hij gooide een paar stevige blokken in de haard en rakelde het vuur op. Gundel begon zacht te schreien. Ze keek met betraande ogen naar de grillige vlammen.
Buiten nam de wind in kracht toe, zodat de hoge dennen om het meestershuis onrustig met hun takken langs de muur schuurden.
Binnen - bij de haard - was het warm en veilig.
Hoewel de vrede nog niet getekend was, bleef het Hertogdom Gotha voor invallen van vreemde troepen gespaard, zodat er onder het krachtige bestuur van mijnheer Reinhardt een zekere welvaart in die streken begon te heersen.
Het oude schoolmeesterhuis was door de goede zorgen van Gundel omgetoverd in een gezellige woning waar vele dorpelingen aan de deur klopten om hun problemen aan de meester voor te leggen.
Gundel ontving hen allen hartelijk en voorkomend, maar toch zagen ze allemaal wat schuchter op tegen haar. Ze behoefde geen afstand te maken, het scheen wel dat die door haar goede opvoeding een keurige manieren gevormd werd.

Op het grote landhuis bij vrouwe Martha was ze een gaarne geziene gast. Ze kon zich vrij en luchtig door de grote deftige kamers bewegen en met vrouwe Martha praten over verschillende zaken waar de eenvoudige boerenbevolking geen belang in stelde. Voor Hans was het bepaald een uitkomst dat zijn zus het kleine huishouding zo keurig verzorgde. Nu kon hij zich ongehinderd geheel aan het onderwijs geven en ondertussen zelf bijstuderen. Op een goede dag zou hier echter verandering in komen, en wel geheel onverwachts!
Het voorjaar kwam aanzweven toen op een morgen Gundel zich met Eva naar de herenboerderij begeven had om vrouwe Martha te helpen bij het knippen van een nieuwe jurk. De vrouwen zaten gezellig bijeen terwijl Eva door de kamer mocht kruipen. Opeens klonk er hoefgetrappel op de landweg. Onwillekeurig keken vrouwe Martha en Gundel op om te zien wie er aankwam. Even bleef de oudere vrouw naar buiten staren om dan verbaasd uit te roepen: ,,Wel wel! daar komt neef Heinrich ons met een bezoek vereren. Daar zal mijn man blij mee zijn."
Gundel had wel eens van neef Heinrich gehoord. Het was de zoon van een broer van vrouwe Martha. Voor zover ze wist had de jonge man in het leger gediend als officier, maar. sinds kort had hij de wapenrok afgelegd om zijn vader te helpen de vervallen landerijen weer vruchtbaar te maken.
Ze hield zich wat op de achtergrond toen de jonge landheer de kamer binnentrad en zijn tante stevig omhelsde. Daarna trad hij ongedwongen op haar toe en begroette Gundel allerhartelijkst.
Soldaten zijn vrij, dat wist Gundel, maar toen de jongeman wat langer dan nodig was zijn open blik op haar deed rusten, werd de plotseling rood tot in haar hals.
Ze schaamde zich werkelijk dat ze rood werd en vond dat uitermate vervelend. Daarom trok ze zich haastig terug van het raam waar ze stond naar het donkere gedeelte van de kamer. Opeens had ze heel veel zorgen over Eva die onder de gebeeldhouwde tafel met een stoof speelde.
Dat ogenblik duurde maar heel kort. Het was belachelijk dat zij rood werd tot in haar hals en opeens drong al de grauwheid van haar verleden zich heftig naar voren. Ze was dat vergeten door de vele weldaden welke ze de laatste maanden genoten had. Maar al vergat zij ze, anderen zouden dat niet doen.
De eenvoudige bevolking wist daar het rechte niet van. Die raadden meer en sloegen de plank in veel gevallen mis, terwijl noch Gundel noch Hans er behoefte aan hadden om haar geschiedenis haarfijn te vertellen.
Mijnheer Reinhardt en vrouwe Martha wisten natuurlijk wel alle bijzonderheden, maar vrouwe Martha had nooit iets van verachting of terugzetting laten merken. Integendeel!
,,Waar is oom?" vroeg Heinrich aan zijn tante.
"Buiten, in de bossen!" antwoordde ze net een lachje. Oudere vrouwen kunnen soms zo bijzonder fijn van intuïtie zijn.
Voor Gundel was het een soort opluchting toen de zware deur achter Heinrich dichtgevallen was. Zijn nabijheid, al had ze hem nog nooit eerder gezien, had haar innerlijk een schok gegeven. "Dwaas kind dat je bent!" mompelde ze in zichzelf. ,,Ben je ná alles wat je hebt meegemaakt, je lichtzinnigheid nog niet kwijt geraakt?"
Ze betrapte zich er herhaaldelijk op dat ze tijdens het knippen van het patroon met haar gedachte wegzweefde... naar het bos waar Heinrich nu met mijnheer Reinhardt vertoefde.
Tegen de middag werd door Lise Tschanz de tafel gedekt voor vier personen. Dat Gundel zou blijven eten was afgesproken, daarin stak dus niets bijzonders, maar dat neef Heinrich als onverwachte gast haar tafelgenoot zou zijn, gaf iets opwindends. Telkens voelde Gundel dat ze meer gespannen was dan anders. Inderhaast had Lise op verzoek van vrouwe Martha een feestelijk tintje aan de maaltijd welke zij bereid had gegeven. Dat was ter ere van neef Heinrich.
Gundel was bijzonder stil geweest die middag. Dat hinderlijke rood worden kon ze maar moeilijk verwerken. Maar toen de mannen zich terugtrokken na het eten in de werkkamer van mijnheer Reinhardt en zij Lise hielp met de tafel afruimen, kon ze wel huilen van verdriet, alleen maar om het feit dat er iets in haar wakker gemaakt was, waarvan ze gedacht had dat het nooit meer opbloeien zou.