Het St. Adolfskoor zong tijdens de opening van de molen. Foto: Wim Bosdijk
Het St. Adolfskoor zong tijdens de opening van de molen. Foto: Wim Bosdijk Foto:

Prachtig gerestaureerde Bommelaer draait weer

DEN BOMMEL – "Gefeliciteerd met het resultaat. Laat de molen maar draaien!" De man die deze woorden vrijdagmiddag sprak, wethouder Gerrit de Jong, mocht de gerestaureerde Bommelaer zelf weer in werking stellen. Samen met de nieuwe molenaar van de Bommelse molen, Marcel Pellegrom, lichtte hij de vang, waarna de wieken algauw weer volop wind in de zeilen hadden. De molen had een jaar niet gedraaid. "Hij heeft te lang stilgestaan", zei voorzitter Corstiaan Kleijwegt van de eilandelijke Molenstichting.

Door Kees van Rixoort

De zojuist afgeronde restauratie was nodig toen de romp van de Bommelaer bij nadere beschouwing flinke scheuren bleek te hebben. Ook was er lekkage en had de buitenroede van het wiekenstel na 45 jaar zijn langste tijd echt gehad.

Om scheurvorming te voorkomen liet de Molenstichting eind 2014 een betonnen ringbalk in het maaiveld om de romp aanbrengen. Vervolgens zijn het voeg- en metselwerk onderhanden genomen. Voor de Bommelaer zijn in een steenfabriek in Beesd 14.000 nieuwe metselstenen gebakken, die overigens alleen door de kenner van de oude, originele stenen zijn te onderscheiden. Begin vorige week kreeg de molen een nieuwe buitenroede.

De restauratie kostte in totaal 185.000 euro, een bedrag dat de onderhoudsbegroting van de Molenstichting verre te boven gaat. Dat de stichting de rekeningen voor alle werkzaamheden kan betalen, is te danken aan de gemeente Goeree-Overflakkee, de provincie Zuid-Holland, het Innovatiefonds van de Rabobank, Deltawind en mevrouw T. Koster uit Breskens, die in haar testament tien goede doelen had benoemd, waaronder de Molenstichting.

Cultivering erfgoed

De gemeente heeft de stichting gedurende zes jaar een subsidieverhoging toegezegd. "Dat was absoluut nodig", zei voorzitter Kleijwegt. "Want anders zou het voortbestaan van de molens in gevaar zijn gekomen." Wethouder De Jong was duidelijk over dat laatste: "Dat moet je niet willen. Dit gaat om de cultivering van ons culturele erfgoed", aldus de wethouder, die niet onvermeld liet dat het voortbestaan van de uit 1735 daterende korenmolen in de jaren zestig aan een zijden draad hing. De sloopvergunning was al afgegeven, maar een voorloper van de huidige Molenstichting wist de toen nog naamloze molen te behouden. De huidige naam is het resultaat van een prijsvraag onder de bevolking in de vroege jaren 70.

Trots klonk door in de woorden van Toon Lambregts, die de restauratie vanuit de Molenstichting technisch en financieel begeleidde, en stichtingsvoorzitter Corstiaan Kleijwegt. De laatste ging op het feestelijke openingsmoment in Den Bommel in op de waarde van het cultuurhistorisch erfgoed, waartoe de molens behoren. "Dat erfgoed is een deel van de identiteit van ons eiland, of zoals de Grote Bosatlas van het Cultureel Erfgoed het zo mooi zegt: 'Het omvat alles wat eerdere generaties ons hebben nagelaten, deels bewust, deels onbewust. Het is de basis van ons geschiedverhaal en een onmisbare bouwsteen voor onze identiteit. Dat maakt ons cultureel erfgoed maatschappelijk waardevol.' Erfgoed ontsluit net als reizen andere werelden, waar we anders nooit mee in contact zouden zijn gekomen. Daarmee heeft het naast de maatschappelijke waarde ook een economische waarde: toerisme. Ons erfgoed heeft grote aantrekkingskracht op buitenlandse toeristen, waar overigens ook de binnenlandse zich niet onbetuigd laten. Ons erfgoed heeft met andere woorden waarde in meervoud."

Kleijwegt stelde de nieuwe molenaar van Den Bommel voor: Marcel Pellegrom. "Zonder molenaars draait er geen molen." Tussen de aanhoudende regenbuien door mocht Pellegrom zijn eerste symbolische daad verrichten: na het wederom onthullen van de gevelsteen door wethouder De Jong, lichtte hij samen met dezelfde wethouder de vang van de prachtig gerestaureerde Bommelaer. Toen de wieken weer draaiden klonk applaus.