Categorie 'onvoorzichtig doen'

"Doe je wel voorzichtig?!" Vroeger zei mijn moeder het als ik de deur uitstapte, tegenwoordig mijn geliefde. Ze zei het ook toen ik pas ging klussen bij mijn broer. Omdat ik had beloofd voorzichtig te zijn, paste ik extra goed op met de rondmalende slijptol. Met het elektra checkte ik of er geen spanning meer op de draden stond voor ik de kniptang z'n werk liet doen. Behalve een keer stevig mijn hoofd stoten, bracht ik het er zonder kleerscheuren vanaf.

Tot het moment dat we zware balken gingen ophangen. Allebei aan een kant tilden we ze één voor één omhoog om ze te bevestigen. Het ging als een speer, na een paar balken waren we goed op elkaar ingespeeld. Toen we bijna klaar waren, klapte ik de weer trap in, om die een stukje verder klaar te zetten voor de één na laatste balk. Toen ik de gebutste, dubbele trap uit wilde klappen, raakte mijn wijsvinger bekneld tussen het stangetje dat de delen bij elkaar houdt.

Daar stond ik dan, met mijn linkerhand vastgeklemd aan het uitgeklapte trapje. Om mijn verdoofde vinger te bevrijden, moest ik met mijn rechterhand de trap weer in zien te klappen. Dat klinkt ingewikkeld, maar dat was het ook. Terwijl ik daar stond, dacht ik na of een trap verplaatsen vanaf nu ook bij de categorie 'onvoorzichtig doen' hoort. Mijn broer redde mij uit de benarde situatie en met mijn vinger onder de koude kraan was het leed weer snel geleden. Weer thuis vraagt m'n geliefde of alles goed is gegaan. "Ja hoor, het ging prima," zeg ik zo nonchalant mogelijk. Mijn linkerhand met dikke wijsvinger hou ik angstvallig in mijn broekzak.