Zending

De christelijke gemeente heeft als opdracht om het Evangelie te brengen in de gehele wereld. Deze opdracht vinden we onder andere in Matthéüs 28 vers 19. We noemen dit de zendingsopdracht. De christelijke kerk is een zendingsgemeente en het is haar dure roeping om de goede boodschap te brengen tot aan de einden van de aarde.
Voor deze grote taak zijn in de eerste plaats (financiële) middelen nodig. Er wordt daarom in de christelijke gemeente regelmatig voor de zending gecollecteerd. Het is goed dat er voldoende financiële middelen voor de zending bijeen worden gebracht. Ook is het nodig dat er allerlei andere middelen, bijvoorbeeld medische middelen of middelen voor een goede landbouw in de gebieden waar zending wordt bedreven, bijeen worden gebracht. Zonder middelen kan het zendingswerk niet goed gestalte krijgen.
Het zendingswerk heeft in de tweede plaats ook mensen nodig. In de eerste plaats zijn natuurlijk zendelingen nodig die aan de heidenen of aan mensen die het Evangelie nog niet kennen de goede boodschap brengen. Er zijn echter ook mensen nodig die medisch werk doen, landbouwwerk en allerlei ander werk wat ook van belang is. Daarnaast zijn er ook mensen nodig die in de zendingsgemeente werkzaam zijn, bijvoorbeeld onder jongeren. Het zendingswerk doet een beroep op de gehele christelijke gemeente en het is belangrijk dat wordt uitgekeken naar mensen die in de zending kunnen dienen. Voor de dienst der zending is toerusting belangrijk en ook kennis van de cultuur waarin wordt gewerkt. Het is de bedoeling dat zendelingen de Bijbelse boodschap brengen in andere gebieden. Het is niet de bedoeling dat ze de westerse cultuur in de zendingsgebieden brengen. Op dit punt ligt er best nog wel een hele belangrijke spanning. In Afrika zingen de mensen nu eenmaal niet bij een orgel.

Het belangrijkste echter is het gebed. De zending heeft bidders nodig, heel veel bidders. Kijk, het gaat in de zending om een diep geestelijke zaak. En uiteraard zijn daarbij middelen en mensen nodig. Maar als het daarbij blijft, dan zal het zendingswerk nooit tot zegen zijn. Ten diepste is het werk van de zending het werk van de Heilige Geest. Het is de Geest die het Evangelie verder brengt in deze wereld. Het is de dure opdracht voor de zendelingen, de betrokkenen, maar vooral van de kerkelijke gemeente om voor de zending te bidden. Daar ligt de belangrijkste taak van de christelijke gemeente: het aanhoudende en voortdurende gebed voor de zending. Wat is het belangrijk dat we op dit punt waakzaam en ijverig zijn.

Onlangs las ik een boek over de bekende man van de wereldzending: William Carey. Bij zijn 40-jarig jubileum vertelde Carry over iemand die het allerbelangrijkste was voor zijn werk in het zendingsgebied. Dat bleek zijn verlamde zuster te zijn, die in Londen elke dag en keer op keer had gebeden voor het werk van haar broer in India. En die gebeden werden in de hemel gehoord en verhoord. En zo was er een zegen op het zendingswerk wat William Carey mocht verrichten. Laten we ook vandaag veel bidden voor het werk van de zending. Laten we het vooral niet vergeten!

Ds. W. Visscher