Gods weg

Gods weg

Leer mij, HEERE, Uw weg; ik zal in Uw waarheid wandelen.
Psalm 86:11a

In ons leven klinkt vele malen de vraag naar de weg. En het is een voorrecht als er mensen zijn die ons de gevraagde weg kunnen wijzen. Ook vragen we niet zelden de weg naar een bepaald beroep. Of de weg naar levensgeluk.
David, de schrijver van onze Psalmtekst, stelt zijn vraag aan de HEERE. En dan vraagt hij niet om de weg naar allerlei aardse doelen, maar dan vraagt hij om "Uw weg." En dus vraagt hij om de weg des Heeren. Om de weg der waarheid. De weg der gerechtigheid. De weg des levens. Ja, David wil weten wat de weg van de HEERE is tot het waarachtig, eeuwig, zalig leven.
Nu is een weg altijd de verbinding van het ene punt naar het andere punt. En van de ene plaats naar de andere. En dus moet je te weten komen wat van nature je plaats is tegenover de HEERE. Wel, dat maakt de Bijbel ons gelukkig bekend, want wij zijn door de HEERE zeer goed geschapen, maar wij hebben de HEERE de rug en de nek toegekeerd. Wij hebben de HEERE de gehoorzaamheid opgezegd. En dus zijn wij tot opstandelingen, vijanden en tegenstanders van de HEERE geworden. Maar nog meer, want de HEERE had de straf genoemd, die er zou staan op deze ongehoorzaamheid aan Gods Woord. Namelijk een eeuwig vertoeven in het hellevuur. Ondanks de dreiging van die straf hebben wij ons toch van de Heere afgekeerd en zijn we op de brede weg ten eeuwigen verderve gekomen om na ons aardse leven eeuwig te vertoeven in de afschuwelijke poel van vuur en sulfer. Uw, jouw en mijn plaats van nature is dus op de brede weg en we zijn nergens anders naar op weg dan naar ons eeuwig ongeluk.
Nu heeft David zichzelf, door het werk van de Heilige Geest in zijn ziel, leren kennen op die brede weg. En dus als vijand des Heeren. En dat niet alleen met zijn verstand, maar bevindelijk. Dus met zijn hart. Met zijn gevoel. O, wat heeft David daar een verdriet van gehad en daarover bittere tranen geweend. En wat heeft hij de HEERE eindeloos gesmeekt: "Leer mij, HEERE, Uw weg." Want David wilde niets liever dan de HEERE liefhebben en eren. Daartoe moest hij dus wederom geboren worden. En tot een nieuw mens gemaakt worden. En wat is daartoe nu de weg des Heeren? Veel mensen denken dat een oppassend, kerkelijk bestaan, je wel tot een nieuw mens zal maken, maar de weg des Heeren is totaal anders. Want de Heere Jezus zegt: "Ik ben de Weg." Om van nieuws geboren te worden moet je dus in Jezus Christus ingelijfd worden en één lijf met deze Zaligmaker zijn. Dan pas ben je werkelijk wederom geboren. En dan pas ben je herschapen tot een waarachtig kind van God.
Je kunt echter alleen in Christus ingelijfd worden als je aan jezelf gestorven bent in een weg van recht. En dus naar het recht van God. Daarom brengt de weg des Heeren je altijd in de rechtbank Gods, waar je veroordeeld zult worden tot het hellevuur en waar je niets anders kunt doen dan het oordeel Gods omhelzen.
Maar juist dan krijg je Christus van Israëls God geschonken als je Zaligmaker. En mag je in Hem wegzinken, zodat je jezelf volledig kwijt bent aan de Heere Jezus. En dan ben je een kind van God.
Gods weg brengt je dus altijd tot het sterven aan jezelf en het leven in, uit en door Christus. Want pas dan ben je op je bestemming in de zalige aanbidding van God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Mijn hartelijke wens is dan ook dat u en jij deze weg des Heeren leren bewandelen om gezaligd te zijn tot de lofprijzing van de Drieënige God.

Ds. J.J. Roodsant